~pov Finn~
Joris is dood, Felix is verdwenen, we kunnen hier niet weg en er is een of andere gek die ons een spel laat spelen. Het kan niet gekker worden.
We hebben meerdere keren geprobeerd om de politie te bellen, maar niemand heeft hier bereik. Er is geen mogelijkheid om hier weg te komen. En dan heb je Alec nog met z'n mooie praatjes. Ik geloof hem niet helemaal. En Anouk en Nadine verbergen ook iets denk ik. Ik bedoel, ze waren daar als eerst en deden niks. Beetje raar als je het mij vraagt.
Ik staar een beetje voor me uit. Ik kijk naar de vlammen die het hout van joris's huisje opvreten. Het knetterende geluid van vuur dringt mijn oren binnen.
Ik ben nooit goed geweest in het uiten van emoties, maar de staat waarin ik nu verkeer komt toch het dichtste bij.
Ik draai me om. Ik kan dit niet langer aanzien. Ik begin te lopen. Steeds sneller en niet wetend waar ik heen loop. Ik sla een zijstraatje in. Alles lijkt wel te draaien. Een beetje duizelig laat ik me zakken tegen de muur aan.
Tranen vallen ongecontroleerd over mijn wangen. Ik trek mijn knieën op en laat mijn hoofd erop rusten.
Ik had nooit mee moeten gaan. Ik had nooit in moeten stemmen met dit stomme idee.
Mijn schouders schokken. Ik voel me beroerd. Waarom moet mij dit nou overkomen. Ik heb hier niet om gevraagd. En de laatste keer dat ik checkte heb ik ook niks fout gedaan.
Een windvlaag strijkt langs mijn gezicht. Ik sla mijn ogen ten hemel maar knijp ze gelijk weer dicht als er een druppel in valt. Snel volgen er meer druppels en al snel ben ik zeik nat.
Ik sta op en begin te rennen. Ik ren naar mijn huisje. Alle anderen zijn ook al in hun huis. Eenmaal binnen strompel ik naar boven en laat ik me vallen op mijn bed. Met mijn natte kleren nog aan val ik in een onrustige slaap en staat me een nachtmerrie vol angsten te wachten.
***
Ik word bij mijn keel gegrepen. Overal ligt zout. Overal is vuur. Zijn grip verstevigd en ademen word lastig. Ik probeer los te komen maar ik ben machteloos. Hij gooit me op de grond om me vervolgens weer op nieuw vast te pakken. Hij brengt me naar een afgrond. Hij houdt de spanning hoog en laat me bungelen boven het ravijn. Ik smeek hem om me te sparen. Hij grijnst en dan laat hij me vallen. Ik val in de diepe duisternis. Ik zie overal om me heen een gemaskerd gezicht.
Net wanneer ik denk dat ik de grond raak, dat ik dood ga, dat ik nooit meer het licht zal zien, begint alles weer opnieuw.
***
Ik schrik wakker uit mijn nachtmerrie. Ik begin zachtjes te huilen. Geschrokken door de beelden die nu nog in mijn hersenen gegrift staan.
Ik stap uit bed. In de badkamer plens ik wat water in mijn gezicht. Dan bedenk ik me iets. Ik ben niet voor niets wakker geworden. Ik moet de opdracht weer uitvoeren.
Met ietwat tegenzin loop ik naar beneden. Er ligt geen brief, geen aanwijzing, niks. De opdracht zal dus wel hetzelfde zijn als de eerste keer.
Ik pak twee potjes zout uit het keukenkastje en neem ze mee naar buiten. Ik mag niet mijn eigen huis 'beschermen', maar welk huis dan?
Doelloos begin ik te lopen. Ik speel wat met de potjes zout terwijl ik na denk.
Ik stop bij het huis van Thomas. Dit huis spreekt me aan en dit is het huis dat ik ga beschermen.
~pov Thomas ~
Het is donker. Het is stil. De maan staat hoog aan de hemel. De regen klettert op de grond. Trillerig zit ik in een hoekje gekropen. Ik ben bang. Ik geef het toe. Ik trek mijn knieën zover mogelijk op. Ik krimp nog meer ineen als ik buiten de bliksem hoor. Ik wil dit niet meer. Het is niet cool meer. Het is traumatiserend. Ik kan me nauwelijks de opdracht van de vorige nacht herinneren. Ik doe mijn best, maar alles wat ik krijg is een zwart vlak. Onbewust denk ik aan Finn. Er komt een flits in mijn hoofd, die alle duisternis verdrijft. Ik val met een klap op de grond met het beeld van Finn nog in mijn geheugen gegrift.
~pov Daan~
Schreeuwend word ik wakker. Het branderige gevoel wordt alleen maar erger. Ik trap de dekens van me af. De pijn neemt toe. Ik strompel naar de trap toe. Heel even blijf ik staan. Ik hou mijn adem in. Heel even stopt de pijn, heel even heb ik hoop.
Dan hap ik naar adem en komt alle pijn in een klap weer binnen. Ik ren de trap af, naar buiten. Alles lijk in slowmotion te gaan. Schreeuwend lig ik op de grond. Mijn hart begeeft het bijna en net als ik op het punt sta om op te geven is alles in een klap voorbij.
Op vier poten begin ik te rennen. In de verte hoor ik gehuil. Mijn poten leiden me als vanzelf. Ik stop bij het gemeentehuis waar we de vorige nacht ook hadden verzameld. Ik weet precies wat me te wachten staat. Het allerergste is nog dat ik er niet tegenop zie. Alles waar ik aan kan denken is mijn buik. Niet het leven dat ik zometeen weg ga nemen, niet het schuldgevoel dat ik zometeen krijg, niet de enorme spijt. Nee alleen maar mijn buik en de honger. En ik haat het.
Alec en Britt komen er ook aan. Ik praat met Alec en ook hij heeft hetzelfde gevoel. Britt staat er een beetje nutteloos bij, maar ik denk dat zij er het meest last van heeft.
Alec en ik hebben besloten om niet zomaar iemand te vermoorden. We moeten een reden hebben. Vanavond wordt het Anouk. Ik vind haar aardig en ik heb haar al vergeven hiervoor, maar wat ze heeft gedaan heeft ervoor gezorgd dat mijn ouders me niet meer blindelings vertrouwen. Nu is dit geen rede om iemand te vermoorden, maar we moeten iets.
De honger en het verlangen naar eten wordt alleen maar sterker. Alsof mijn benen een eigen leven hebben beginnen ze te lopen.
Alsof ik door de duivel bezeten ben beuk ik de deur in. Ik klim de trap op naar boven. Ik loop de gang door naar haar slaapkamer. Ik vang nog net een glimp op van mijn spiegelbeeld. Ik kan nog net mijn blik zien. Een blik vol lust. Een blik die niet van mij is maar van mijn innerlijke duivel. Ik begin wild te grommen. Haar kamer is nog maar enkele meters verwijderd van mij.
Ik beuk ook haar slaapkamerdeur in en wacht geen seconde meer. Ik zet mijn tanden in haar nek en scheur haar lijf aan stukken. Alle woede van toen komt weer naar boven.
Uitgeput zak ik neer op de grond. Het schuldgevoel slaat toe. Ik ren weg, naar het niets. In de hoop om aan het schuldgevoel te kunnen ontsnappen.
JE LEEST
It's Not A Dream
Mystery / ThrillerEen hechte vriendengroep gaat een road trip maken. Iedereen is er enthousiast over. Ze gaan opweg en belanden in de middle of nowhere. Ze besluiten dat het geen kwaad kan om te overnachten. In die nacht gebeuren er allemaal rare dingen. De volgende...