1. Net niet alleen

144 8 7
                                    

Een grote trekkersrugzak is alles wat er in het landschap te zien is. Onder die grote, blauwe rugzak bevindt zich een klein maar stevig mannenlichaam dat zichzelf naar boven duwt, klautert en steeds doorgaat. Het Penninische gebergte vraagt veel van elke bezoeker en zo ook van deze jongeman. Zijn naam is Louis Tomlinson en hij is al drie dagen op trektocht doorheen het typisch Engelse landschap, op zoek naar rust en zingeving in zijn leven. Wanneer hij zich even neerzet op een rots, bemerkt hij de dichttrekkende lucht. Het lijkt wel alsof het elk moment stevig kan regenen en dat is niet iets waar hij naar uitkijkt. Trekkers hebben niet veel kleding bij, daar moeten ze alleen maar mee sleuren. Na een paar slokken van zijn drinkbus, hijst hij zichzelf weer overeind om verder te gaan. Verder richting de top waar hij zijn tentje kan installeren om later weer naar beneden af te zakken. Louis wou niet op vakantie gaan naar tropische oorden en dure plaatsen. Hij voelt zich het best in het midden van de natuur, daar waar geen slechte gedachtes en uitbuitende systemen bestaan. Hij trekt dapper voort, tevreden met de stilte. Af en toe humt hij een liedje waarvan de tekst hem maar met flarden te binnen schiet, maar vaak is het ook stil. De eerste regendruppels beginnen gevaarlijk snel naar beneden te vallen en de blauwe ogen van de jongeman gaan opzoek naar een schuilplaats. Iets meer aan zijn rechterkant lijkt een oude boswachtershut te staan. Dat is ook het enige mogelijke toevluchtsoord. Geen bomen op deze kale berg, ook geen andere nederzettingen. Enkel Louis en de kracht van de natuur. Zijn benen beginnen te lopen en te hoppen over obstakels richting het hutje. Hij bereikt de brakke chalet net voordat de regenbui echt losbarst en trekt de deur stevig achter zich dicht. Hij is veilig.
De regenbui lijkt maar niet te stoppen. Louis zit in het midden van het hutje, aan de hoeken van het dak drupt de kille regen naar binnen. Hij prutst net aan zijn veters als de deur openvliegt. Een koude wind en nieuwe verschijning schrikken hem op. Een doorweekte jongeman met bruine krullerige haren duwt de gammele deur stevig achter hem dicht en geeft Louis een even verbaasde blik terug. Hij rilt van de koude als hij zijn rugzak van zich af gooit en over zijn gespierde armen wrijft.
"Ook hallo", Louis glimlacht naar de nieuwe verschijning die even ongemakkelijk een droge plaats zoekt en naar zijn natte kledij kijkt.
"Jij bent hier duidelijk al eventjes", hij glimlacht terug en trekt zonder pardon zijn natte trui uit. Door de plakkende stof kost het veel moeite. Zijn licht gespierde lichaam rilt volledig door de koude.
"Heb je nog extra kledij bij?" De rugzak van de onbekende is duidelijk kleiner dan die van de ervaren Louis.
"Ik vrees dat dit mijn laatste shirt met lange mouwen was." Zonder nog iets te zeggen trekt Louis zijn zware rugzak naar zich toe en gaat hij op zoek naar een van zijn gebruikte truien en biedt hij hem er eentje aan. De man heeft het echt koud. "Dankjewel, dat is enorm vriendelijk. Mijn naam is Harry trouwens." Het valt Louis nu pas op hoe diep een hees de stem van de man werkelijk is, van Harry.
"Louis en dat is graag gedaan. Het verrast me dat ik niet alleen ben, hier..." Hij tuurt uit een vuil raampje naar buiten. De regen blijft met bakken uit de hemel vallen.
"Ik denk dat ik hetzelfde kan zeggen. Jij was enkel wat slimmer dan ik."
"Onzin, ik had iets meer geluk." Louis glimlacht en schuift wat op zodat de man in de half natte kledij naast hem kan komen zitten. Hij trekt onmiddellijk zijn wandelschoenen uit, inclusief de zwarte, natte sokken.
"Geloof jij daar dan in, in geluk?" Zijn bosgroene ogen geven Louis een open en eerlijke blik terwijl hij een beetje lacht met de samenloop van omstandigheden.
"Wat is geluk?" De kleinere man glimlacht terug en ontspant terug wat meer door zijn vermoeide lichaam tegen de rugzak aan te zetten. "Hoe ver ga je zo dadelijk nog trekken? Het wordt droger." Beiden vragen ze niet naar de reden waarom ze er zijn, die vermijden ze.
"Ik wou tot aan de top geraken." Louis glimlacht en sluit kort zijn ogen wanneer het getik van regen op het dak afneemt.
"Ik ook."


Eerste gedachten?

Trip - LarryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu