v i j f

1.2K 33 6
                                    

pov: Eddie

Met tegenzin open in mijn ogen. Al gelijk word ik verblind door het felle zonlicht dat door het kamerraam naar binnen schijnt. Mijn ogen hebben tijd nodig om aan het heldere licht te wennen. Ik leg mijn hand op mijn hoofd. Ik heb vreselijke koppijn. Ook ben ik misselijk en heb ik een flinke droge keel. Het voelt bijna alsof ik weken lang niet meer heb gedronken. Als mijn ogen aan het licht gewend zijn en mijn zicht weer goed is, schrik ik.
Waar ben ik?

Ik ben in een onbekende kamer. Ik zie een leeg bureau, een grote houten kast en de muren hangen vol met posters. Er zijn drukke posters van verschillende bands, artiesten, films, series, albums en meer. Een paar van de dingen die op de posters staan afgebeeld herken ik, maar van de meeste heb ik nog nooit iets gezien of er iets van gehoord. Ook staan er veel vol gevulde kartonnen dozen op de grond.

Plotseling hoor ik een geluid. Geschrokken kijk ik naast me, waardoor ik nog meer schrik. Er ligt iemand naast me. Het is Mees.

Ik herinner me de avond van gisteravond vaag. Ik weet nog goed dat Nick mij had verlaten voor zijn vrienden, waar ik nog steeds erg boos om ben, en dat ik tot laat in de avond met Mees, het 'onbekende meisje', ben geweest. Het was een gezellige avond. We hadden het over haar verleden; waarom ze was verhuist, hoe haar oude dorp was en leuke herinneringen. We hebben nog een gesprek gehad over de artiest Avril Lavinge, waarvan we allebei
mé-ga fans zijn. Ook hadden we het over de beste serie die we allebei vroeger op Disney Channel keken. Sommige onderwerpen waren nutteloos, maar waren ontzettend gezellig en we kwamen er goed te tijd mee door. De rest van de avond kan ik me niet meer goed herinneren. Ik zie het maar vaag voor me, net zoiets als een onscherpe foto. Ik kan niet eens meer tellen hoe veel mojito's ik gisteravond ophad. Oeps...

In paniek zoek ik mijn telefoon. Ik wil niet teveel geluid en bewegingen maken in de kans dat Mees wakker wordt. Na op een paar verschillende plekken gezocht te hebben, heb ik het ding gevonden - ergens op de grond. Lekker handig, Eddie.

Op het startscherm zie ik gelijk dat het nog maar nèt 09:02 is en - gelukkig, in verband met school - zaterdag. Ik draai me terug op m'n rug en sluit mijn ogen opnieuw, in de hoop nog wat meer te kunnen slapen, en laat mijn handen op mijn borst vallen.

Als ik in een fijne slaap positie lig, bedenk ik me opeens iets: gisterenavond zou ik na het feest weer samen met Nick meegaan én bij hem blijven slapen. Ik schrik. Mijn ogen springen open en mijn hoofdpijn wordt in één klap drie keer zo erg. Fuck, fuck, fuck. Nick zal vast woedend zijn. Woedend dat zijn vriendin 'verdwenen' was van het feest en hem 'in de steek heeft gelaten'. Mijn lijf begint te trillen en ik krijg het spontaan ontzettend warm. Ik ben bang voor hem. Ik ben bang wat hij vindt, gaat doen, gaat zeggen... Ik ben zó ontzettend bang voor hem. Welke wrede gedachtes zouden er nu wel niet in zijn hoofd ronddwalen?

Ik probeer een smoes te bedenken, maar het enige wat ik kan verzinnen is dat 'ik me niet zo lekker voelde en naar huis ben gegaan'. Ik denk dat ik het daar maar mee moet doen en stap uit het tweepersoonsbed, waar Mees nog steeds vredig ligt te slapen. Ik zoek al mijn spullen bij elkaar en trek mijn hakken aan, die ergens in een hoek van de kamer liggen. Ik heb mijn jurk van gisteravond nog aan - gelukkig. Als ik al mijn spullen in een grote prop in mijn handen heb, kijk ik nog een laatste keer de kamer rond. Ik voel me schuldig. Ik kan het mezelf alleen niet precies vertellen voor wie ik me nou zo schuldig voel.

Als ik beneden kom, is er gelukkig niemand die het merkt. Ik heb geen flauw idee of er überhaupt wel iemand thuis is. Met veel moeite probeer ik na te denken waar ik mijn fiets gisteravond in godsnaam heb gezet. Ik probeer als eerste de voordeur, omdat ik daar toevallig het dichtstbij ben. Ik trek de voordeur open en zie tot mijn verbazing geen fiets staan. Bijna geluidloos sluit ik de deur weer. Dan maar naar de achterdeur. Zonder schaamte loop ik door de, gelukkig, lege woonkamer en zie ik al snel de achterdeur in zicht. Op mijn weg naar de deur loop ik langs een grote spiegel die midden in de woonkamer hangt. Zonder na te denken kijk ik in het grote reflecterende ding. Ik schrik als ik mezelf zie. Het lijkt wel alsof er een spook staat. Erg verbaasd ben ik niet, ik voel me namelijk ook zo. Ik sjok verder door de kamer en open, als ik het slot na een paar pogingen eindelijk opengedraaid heb, de deur.

Als ik buiten ben zie ik gelijk mijn fiets: het ding is leger groen met een houten mandje aan de voorkant - die nodig toe is aan vervanging. Onhandig loop ik met mijn fiets aan mijn hand de poort uit en fiets zo snel als ik kan weg.

Ik probeer voor de zoveelste keer de avond van gisteren te herinneren, maar het lukt nauwelijks om überhaupt een klein dingetje omhoog te brengen naast alles wat ik wél nog weet. Ben ik bij Mees blijven slapen omdat het mij gezellig leek, of hebben we echt iets 'gedaan'? Er dwalen honderden verschillende vragen door mijn hoofd. Het lijkt mijn hoofdpijn te versterken. De vragen verdwijnen pas als ik stil sta bij mijn eindbestemming. Het voelt alsof er een koude windvlaag door mij heen gaat.

Ik sta voor het huis van Nick.

UnlockedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu