Hoofdstuk 7

245 17 4
                                    

Ik open mijn ogen en sta in een tunnel, aan het einde is een fel licht. Ik loop er heen, ik loop de tunnel uit en zit in een ambulance, ik zit naast iemand. Ik til de deken van het gezicht, en zie.. Mezelf... Ik lig daar! Ik kijk naast mijn moeder zit daar... Ze huilt en houd mijn hand vast. Ik krijg tranen in mijn ogen. Ik knuffel haar maar mijn armen gaan door haar lichaam. Ik schrik me dood... Mijn moeder veegt dikke tranen weg. Ik kijk haar aan zij mij ook, zou ze me zien? We kijken elkaar aan. En ze draait haar hoofd weer naar d andere ik. En ze zegt zacht vaarwel Macky, ik zal altijd van je houden. Ze kust me op mijn wang , ik moet nu ook huilen.

Het mysterieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu