Oliver droeg een lange zwarte jas met eronder een trainingsbroek en sportschoenen. Het zag er vreemd uit. Hij had oordopjes in en was druk bezig op zijn mobieltje, terwijl hij in zijn andere hand een half gerookte peuk tussen zijn vingers geklemd hield. Hij lette niet op wat er om hem heen gebeurde. Zelfs toen een grote kraai op enkele centimeters afstand lomp over hem heen vloog, schonk hij er nauwelijks aandacht aan. Dit was in mijn voordeel. Het zou niet moeilijk worden.
Ik klapte het mes uit toen hij op een paar meter afstand was. Zijn voetstappen kwamen steeds dichterbij. Mijn ademhaling stopte even toen hij langs de prullenbakken liep waar ik achter verscholen zat. Toen kwam ik overeind en volgde hem geruisloos, het mes stevig in mijn hand geklemd. Ik keek goed om me heen of er iemand anders was, maar we waren nog steeds alleen. Nu moest ik snel zijn. Over twintig meter zou hij een kleine bocht om gaan en daar was wel een drukke, verlichtte weg.
Mijn pas versnelde en ik kwam dichterbij, rook zijn sterke parfum en zag de kleine pluisjes op zijn jas. Nu! Ik keek nog eens achter me, haalde diep adem en hief mijn arm in de lucht. Ik stak met al mijn kracht het mes de hals van de man. Zijn luchtpijp werd vermorzeld en hij hapte naar adem, zakte rochelend op zijn knieën en greep naar de gapende wond. Bloed sijpelde tussen zijn vingers door. Zonder twijfelen stak ik het bebloede mes in de andere kant van zijn hals en de muur werd gesierd door rode spetters. Toen rende ik. Ik rende zo hard ik kon, en vergat een foto voor Ace te maken.
Ik besefte deze fout pas toen ik vier straten verderop hijgend tot stilstand kwam, en de paniek sloeg toe. Wat moest ik nu? Ik kon niet terug. Tranen prikten in mijn ogen. Ace zou woedend zijn. Veel tijd om na te denken had ik niet. Ik werd hardhandig een steegje in getrokken en een hand bedekte mijn mond. Ik rook meteen dat hij het was. Hij duwde me tegen de muur en haalde zijn hand weg. ''Shh. Ik ben het.'' Ik keek naar hem op en probeerde niet te huilen. ''Ik, ik heb geen foto gemaakt,'' stamelde ik. ''Maar ik heb het echt gedaan, ik zweer he-'' ''Ik heb alles gezien.'' Hij grijnsde. Verbaasd keek ik hem aan. ''Wat?'' ''Je hebt het heel goed gedaan. Ik ben verrast. Waar heb je dat geleerd?'' Ace klonk geamuseerd en stak een sigaret op. ''Nou, ik wist gewoon dat er in de hals slagaders zitten, en de luchtpijp,'' zei ik zacht en staarde naar de grond. Hij lachte kort en duwde toen mijn kin met zijn wijsvinger omhoog. ''Maar je hebt geen foto gemaakt. Als ik niet alles had gezien, had ik je misschien niet geloofd. Je hebt niet alle instructies opgevolgd. Wat gaan we daaraan doen?'' Mijn mond werd kurkdroog. ''Het spijt me, ik was het vergeten.'' ''Denk je dat dat genoeg is?'' Zijn hand gleed langs mijn nek en ik rilde. ''Geef me nog een kans,'' fluisterde ik. ''Ik beloof dat ik je nooit meer teleur zal stellen.''
Ace keek me onderzoekend aan. ''Steek je hand uit.'' Ik deed wat hij zei. Hij pakte mijn pols en nam een laatste hijs van zijn sigaret. ''Zo vergeet je het nooit meer.'' De peuk siste toen hij het uitdrukte op mijn hand en ik schreeuwde, waardoor ik meteen een klap in mijn gezicht kreeg. ''Ik denk niet dat je nu wilt dat mensen je horen, of wel soms?'' Hij liet me los en mijn hand bibberde. De pijn brandde door en leek alleen maar erger te worden, maar ik probeerde niets te laten merken.
Toen herpakte ik mezelf en keek hem aan. ''Wil je me leren schieten?'' Hij dacht even na en knikte kort. "Kom mee." Ik volgde hem door de donkere, koude straten. En hoe gek het ook was; ik voelde me veilig.
JE LEEST
Gedwongen moord
Mystery / Thriller''Ik kan je laten leven, op één voorwaarde.'' Een grijns gleed over zijn gezicht en mijn hart bonsde in mijn keel. ''Wat?'' fluisterde ik. Hij bracht zijn lippen naar mijn oor. ''Jij word mijn huurmoordenaar. Jij rekent voor mij af met iedereen die...