'''Zijn we er al bijna?'' Mijn benen voelden moe aan en we waren in een regenbui terecht gekomen. De brandplek op mijn hand deed pijn. We liepen al drie kwartier en kwamen nu in een afgelegen, beboste plek. Je zou zeggen dat iemand als Ace wel een motor of auto zou hebben. Misschien wilde hij deze avond niet de kans lopen om aangehouden te worden.
Ace knikte. ''Nog een paar minuten. Gaat het? Je bent doorweekt.'' Zijn bezorgdheid verbaasde me. ''Jawel,'' bibberde ik. ''Je kan niet liegen.'' Hij lachte en trok zijn jas uit, waarna hij het naar mij overhandigde. ''Ja maar dan krijg jij het koud,'' stribbelde ik tegen. ''Trek het aan.'' Hij stond stil en wachtte tot ik zijn jas aan trok. Ik trok de rits dicht en stak mijn koude handen in de zakken. Hij was natuurlijk ook natgeregend, maar de binnenkant was nog lekker warm. Ik glimlachte. ''Dank je.'' Zijn hand gleed even over mijn schouder voordat hij door liep en ik hem volgde.
We kwamen bij iets dat leek op een ondergrondse bunker. Het was een klein, betonnen, met mos begroeid gebouw. Ace hield de deur voor me open en aarzelend stapte ik naar binnen. Het rook muf. Ik stond meteen op een trap die naar beneden leidde. Ace deed de deur op slot en gebaarde dat ik moest lopen. Na twee trappen kwamen we in een ruime kamer. Er stonden houten doelwitten met enkele gaten erin; er werd hier dus vaker geoefend met schieten. Er waren nog een paar deuren, maar die zaten dicht.
Ik hoorde geklik van een pistool dat geladen werd en ik draaide me om. Ace reikte me een wapen toe. ''Ik heb er zelf een'', zei ik. ''Deze is fijner voor jou. Het is een M&P 2.0 Compact. Maar de andere mag je houden als je wilt.'' Ik nam het aan en het pistool voelde fijn in mijn handen. Ace zette een paar doelwitten klaar. Het waren figuren van mensen. ''Je gaat proberen om in het hoofd of het hart te schieten.'' Hij liet me zien hoe ik het vast moest houden en hoe ik moest staan. Toen was het mijn beurt.
Mijn handen trilden lichtelijk en ik probeerde ze zo stil mogelijk te houden. De brandplek prikte. Mijn ogen knepen dicht toen ik de trekker overhaalde en ik deed ze pas open toen ik Ace's goedkeurende geluid hoorde. ''Niet gek voor een eerste schot.'' Ik zag een gat in de houten man, ongeveer tien centimeter van zijn hart vandaan. Ik maakte een vreugdesprongetje en Ace klopte met een lachje op mijn hoofd. ''Goed gedaan!'' Ik kreeg een warm gevoel van binnen. Een complimentje van Ace! Heel even vloog er een vlindertje door mijn buik, maar ik drukte het weg. Ik zou Ace moeten haten aangezien hij me mensen liet vermoorden. Maar ik haatte hem niet. Ik vond het fijn om bij hem te zijn.
Na een halfuur schieten had ik een paar keer in het hoofd en hart geschoten en Ace zei dat ik talent had. Ik moest lachen. ''Talent om mensen te vermoorden zeker?'' Hij lachte mee. Een mooi geluid. ''Hoe laat is het eigenlijk?'' Ace keek op zijn telefoon. ''Half elf.'' Ik schrok. ''Dan moet ik echt naar huis, het is nog ver lopen en ik weet de weg niet vanaf hier.'' ''Ik kan je brengen,'' bood Ace aan.
Ik dacht even na en hoorde het getik van de regen en het waaien van de wind. Het was niet bepaald aantrekkelijk weer om naar buiten te gaan. ''Of,'' zei Ace voordat ik kon antwoorden, ''je blijft hier slapen. Ik denk niet dat het fijn is om alleen te slapen terwijl je net voor het eerst iemand hebt vermoord.'' Hij sloeg zijn armen over elkaar en keek me onderzoekend aan. ''Ik slaap ook regelmatig hier. Bijna niemand weet van deze plek en ik ben de enige met de sleutels. Er zijn hier bedden, wc's en ik heb eten en drinken.'' Ik glimlachte blij. ''Dan blijf ik hier! Mijn vader mist me toch niet.'' ''Hoe bedoel je?'' Ik haalde mijn schouders op. ''Hij geeft niet echt om me. Hij drinkt en rookt alleen maar de hele dag en mijn moeder is dood.'' Ace zweeg even. ''Oh. Dat is...'' ''Je hoeft niks te zeggen, niemand weet wat ze moeten zeggen als ze horen dat ze dood is.'' Hij knikte en raakte meelevend mijn hand aan. ''Dan zal ik je bed klaarmaken. Of wil je bij mij slapen?''
JE LEEST
Gedwongen moord
Mystery / Thriller''Ik kan je laten leven, op één voorwaarde.'' Een grijns gleed over zijn gezicht en mijn hart bonsde in mijn keel. ''Wat?'' fluisterde ik. Hij bracht zijn lippen naar mijn oor. ''Jij word mijn huurmoordenaar. Jij rekent voor mij af met iedereen die...