-1-

33 4 0
                                    

Ik ren via het trappenhuis zo snel mogelijk naar boven. Die gevulde tas om m'n schouder helpt niet echt. Als ik boven kom gaat de deur niet makkelijk open. Ik zet een paar stappen naar achter en trap hem open. Hij vliegt opzij en ik ren verder.

'Ze is op het dak.' Hoor ik iemand zeggen. Ik zie een helikopter aanvliegen in de verte. En dat is beter voor hun, k heb €30.000 in m'n tas. Ik ren naar de rand van het gebouw. De hijskraan staat er nog. Ik kijk naar beneden op zoek naar een hulpmiddel maar vind niks. Alhoewel, als je niet creatief bent zou je dat zeggen. Ik zie zo'n ding waar je een vlag in kunt zetten aan een gebouw hangen.

'Daar!' Ik draai me om en zie 4 man met pistool op me gericht.

'Doe je handen in de lucht en vervoer je niet.' Zegt de voorste man langzaam. Ik hoor de helikopter naderen. Precies op het juiste moment. Ik begin te grijnzen en zing een zin mee van de muziek die ik luister.

'I won't let you forget me.'

Ze kijken me vragend aan. Ik grijns nog meer en maak een achterwaartse salto, nog met m'n armen in de lucht. Ik kom aan het vlaggen-ding te hangen en begin rond te draaien, net zoals op de brug. Als ik op volle vaart ben laat ik op het perfecte moment los. Ik schiet omhoog en kom op de hijskraan terecht. Ik maak een buiging en ren weg.

Op de grond aangekomen ren ik 2 blokken verder en ga een steegje in. Ik kleed me om naar normale kleding, haal de bivak muts van m'n hoofd en maak de staart los. Ook stop ik de buitenste laag van m'n tas in m'n tas. Handig ontwerp. Nu is hij donker groen, m'n favo kleur. Ik klim over het hek en loop verder aan de andere kant. Ik hoor de helikopter nog. Grijnzend loop ik rustig over de straat naar appartement staat. In New York zijn die er bijna alleen maar. Ik loop naar binnen en smijt de deur dicht. Snel doe ik alle gordijnen dicht en het licht aan. Ik gooi m'n tas op tafel en haal m'n kleding er uit. Ik pak het geld met m'n handen terwijl ik op m'n lip bijt. Het zijn briefjes van 50 in grote stapels. Ik schuif m'n schilderij aan de kant en open de kluis. Binnenkort kan ik eindelijk weg van hier. Ik geef wat geld aan m'n moeder en donder op. Zoals ze altijd al hebben gewild. Ik slaak een diepe zucht.

'Gaven ze ooit echt om me?' Vraag ik me hardop af. Ik denk terug aan mooie tijden. Die ene keer dat m'n vader en moeder naar me toe kwamen rennen toen ik de 1ste prijs won bij turnen. Ik was toen 7, ik was jong. We zouden erna een ijsje gaan eten. Maar in plaats van dat werd m'n moeder gebeld voor een spoed operatie, en m'n vader had geen zin meer. Onze relatie is nooit echt goed geweest. Hij wou me ook gelijk uit huis zetten. Mijn moeder wou het nooit, maar ze stond geen kans. M'n vader had me al m'n spullen laten pakken. En hij had haat voor me laten groeien bij m'n moeder. Ik mis haar zo... misschien moet ik een keer langs gaan. Ik ben toch elke avond alleen.

Met een iets beter gevoel doe ik de kluis op slot en plaats ik het schilderij terug. Ik pak wat instant noodles en kook water. Ondertussen kleed ik me om. Daarna is het water klaar dus ik ga aan tafel zitten en zet de tv aan. Ik zapp naar de nieuws zender en kom op videobeelden van een diefstal te zien. Het is een slank, mooi figuur. Ze is helemaal in het zwart. Wacht dat ben ik! Had ik nog niet door. Ik zie beelden vanuit een helikopter terwijl ik een salto van het dak afmaak. Ik had het net gehaald, volgende keer moet ik harder afzetten en m'n handen gespannen houden. Ach ja, de adrenaline helpt niet echt. Als het nieuws fragment voorbij is zapp ik weer verder. Niks op tv. Ik denk dat k vanavond maar effe naar de turnzaal ga...

——————

Ik maak een hoge staart en loop de kleedkamer uit. Ik zie verschillende mensen rond klote. Kleine kinderen die tikkertje spelen, jongens die wat radslagen proberen en een paar echte turnsters. Er is ook 1 gast die er wel goed uitziet. En dan bedoel dat wat hij doet er goed uitziet. Hij's sterk. Ik zet m'n tas aan de kant en loop richting de balk die ernaast staat. Ik spring er behendig op en land in een split. Ik maak er een koprol van en kom ergens midden om de balk te staan. Ik oefen even met het lopen naar het begin, maar het gaat prima. Ik maak nog een achterwaartse salto naar achter zodat ik op t einde sta. Tot slot maak ik als afsprong een radslag gevolgd door een schroef. Uit het niets hoor ik geklap. Ik kijk vragend rond. Dan zie ik die gast van eerder.

'Mooie afsprong. Misschien kon je meer ruimte gebruiken voor de radslag, dan was hij beter geweest. Plus je zou hoger kunnen springen voor de schroef want dit was close als het mij vraagt.' Zegt hij. Ik glimlach nep en kijk dan geïrriteerd.

'Ik ben niet aan het oefenen voor de Olympische Spelen hoor, chill. Daar is deze ruimte te slecht voor. Allemaal kinderen die in de weglopen.' Ik pak m'n tas en loop naar de brug.

'Ja ze mogen inderdaad optyfen.' Ik kijk hem verbaasd aan. Hij glimlacht waarbij ik iets opmerk. Hij heeft parel witte tanden met 1 goude tand. Naast z'n rechter hoektand. Voor de rest heeft hij kort, goud-kleurig haar met groen/bruine ogen. En een litteken boven z'n rechter oog. Damn die kant is vaak gepakt zeg.

'Xavier.' Hij steekt z'n hand uit. 'Kayla.' Zeg ik en pak z'n hand. Hij is inderdaad sterk, hij heeft een stevige greep.

'Zeg ik heb je hier nog niet eerder gezien. Kom je vaak?' Vraag ik. 'Néh, heb het niet echt nodig.' Hij flext met z'n spierballen. Ik beantwoord zijn flex met rollende ogen. 'Je komt hier niet om met gewichten te trainen, maar om te turnen.' Zeg ik dan. 'Dat kan ik ook hoor.' Hij smeert z'n handen in met wat magnesium en springt de balk op. Hij doet zo maar effe wat oefeningen waarmee hij olympisch goud me kan winnen. Met open mond staar ik hem aan.

'Wil je m'n geheim weten?' Ik knik confused. 'Vertel jij dan die van jou?' Hij komt dichterbij. Ik kijk hem vragend aan.

'Welk geheim?' Vraag ik. Hij hangt over m'n schouder om z'n tas pakken. 'Laat maar, waarschijnlijk verkeerde persoon. Ik dacht gewoon door je salto dat je misschien, laat maar.' Ik trek een wenkbrauw op maar laat het dan. Ik pak mijn tas en zet hem bij de brug naar. Ik pak wat magnesium en smeer m'n handen en voeten in.

'Leuke ontmoeting, hopelijk zie ik je weer vaker, maar ik moet ervan door.' Zegt hij dan en loopt weg.

'Doei.' Zeg ik hem verbaasd na. Ik schud het van me af en spring de brug op.

——————

Ik ga naar de kleedkamer waar ik de turnsters van eerder terug vind.

'Omg die gast was zó knap!' Zegt er 1.

'Ikr?! Hij was echt een cutie!'

'Hij knipoogte naar me!'

'Ieeeeeeeek!' Schreeuwen ze tegelijk. Ik houd m'n handen op m'n oren.

'Hij praatte met dat ene andere meisje.'

'Ze was zo lucky.'

'Waarschijnlijk viel ze op omdat ze zo goed is. I mean like, ze is echt super goed.'

'Pftttt zij?' Ik merkte gelijk dat zij een soort van leidster van de groep was.

'Hij is van mij. Ze is echt super slecht ook. Als we mee zouden doen aan een wedstrijd zou ik makkelijk winnen.' Zegt ze.

'Sorry Chantelle, maar dat wordt hem niet.' Zeggen ze.

'Ik zal het haar zelf vragen.' Zegt ze op een bitchy tone. 1 van hun merkt me op. Ik glimlach naar haar en kleed me verder om. Ik zie nog hoe ze zich op haar hakken omdraait maar dan even freezed als ze mij ziet.

'Wanna go?' Vraagt ze dan terwijl ze hersteld.

'Das een verspilling van tijd, maar sure.' Zeg ik.

'Morgenochtend hier om 9 uur, dan is er niemand. De winnaar krijgt die handsome dude.'

'A. Oké. B. Hij's niet handsome. C. Daar moet hij zelf ja op zeggen. En D, Xavier is niet geïnteresseerd in jou. Misschien wel in jou meid.' Zeg ik met een knipoog naar 1 meisje achter haar. Ze staat er verlegen bij en had de hele tijd niks gezegd.

'J-Je kent z'n naam?' 'Ja. En ik vroeg er geen eens om.' Ik sla de tas om m'n schouders. 'Tot morgen meid.' Zeg ik en loop de kamer uit.

Eenmaal thuis aangekomen gooi ik de tas opzij en spring in m'n pyjama. Niet veel later val ik in slaap.

Street Delinquent Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu