(4) Waarheen?

1 0 0
                                    


Daar staan ze dan. Allebei hebben ze geen idee waar ze heen moeten. Ze besluiten naar de grote groene heg toe te wandelen. De heg is zo enorm dat ze niets anders echt goed zien dan heg. Groen en groot. Ze banen zich een weg door de heg. Heel soepel gaat het niet. De heg was erg dicht gegroeid en de takken steken in hun flank. Maartje, die voorop loopt, roept naar achteren: "Leef je nog??" "Nee, jij wel dan?" is het antwoord van Sterre. Maartje ziet het licht al en kruipt erop af. En ja! Het is gelukt! "Maartje?" piept Sterre vermoeid, "Volgens mij is dit weer de voortuin." "Ehm..." piept Maartje schuldig terug. Ze staan weer in de voortuin en zijn blijkbaar in een rondje gelopen. "Oh kom op! Maartje..!" piept Sterre terwijl ze zich omdraait terug naar de heg. Maartje volgt. En weer banen ze zich een weg door de takken heen. Voor de tweede keer steken er takken in hun flank. Maar het is niet allemaal nog hetzelfde als net. Nu gaan ze rechtdoor. En NIET in een rondje. Deze keer gaat het makkelijker, omdat ze nu weten waar ze heen moeten. Een tijdje later staan ze hijgend op de stoep achter de heg. De heg was zo groot dat de stoep geen straaltje zon kreeg. Alsof het monster is. Plotseling steekt de wind op en blaast in de heg. De bovenste takken bewegen met de wind mee. Met twee harde gilletjes rennen Sterre en Maartje alsof hun leven ervan af hangt van de heg weg. "Daar zijn we goed vanaf gekomen!" piept Maartje opgelucht. "Zekers," piept Sterre terug. "Waarom waren we ook zo stom om ons veilig te wanen bij dat .. Ehhh... DING!!" 

Na een flinke discussie besluiten ze rechtdoor te gaan. De stoep af, over de straat, naar wild gras en bomen toe. "Laten we even pauze houden in dat gras daar," piept Maartje "We kunnen tenslotte niet met een lege maag op pad gaan!" "Precies!" piept Sterre terug. "En dat helpt vast tegen de schrik van net. Wat een ervaring." En daar zitten ze dan. Heerlijk in het gras te genieten van de warme zon op hun glanzende vacht. Tussen de hoge grassprieten door, zien ze het huis waarin in hun hok staat. Ze liggen allebei na te denken over wat een avontuur dit word. Wat ze allemaal tegen zouden kunnen komen!

Ruim 1,5 uur later besluiten ze maar eens verder te gaan. "Geen tijd te verliezen!", grapt Maartje, "Maar altijd tijd voor eten!" "Waar gaan we heen?", vraagt Sterre. "Rechts, links, rechtdoor, achteruit...?" "We wandelen op ons gemak eerst naar die ene boom toe en dan zien we wel verder."  antwoord Maartje. Alsof Sterre weet welke boom Maartje bedoelde met; 'Die ene boom'. Er staan hier overal bomen. Sterre gaat iets zachter lopen dan Maartje, omdat ze geen idee heeft naar welke boom ze gaan. Terwijl ze lopen, Sterre kijkt nog eens achterom naar het huis. BOF! Sterre piept en gilt en beseft zich dat ze tegen een boom aanliep. "Precies!" piept Maartje giechelend. "Die boom bedoelde ik!" Sterre kan er zelf ook wel een beetje om lachen, zoveel pijn deed het gelukkig niet. Sterre kijkt om zich heen. Rechts is een soort paadje, links is een sloot. "Laten we maar rechtsaf slaan!" piept Sterre. Ze krijgt geen reactie en kijkt om naar Maartje. Maar Maartje ligt nog in een deuk om Sterre die tegen een boom aanloopt. Sterre wil verder en gaat naar rechts, terwijl ze Maartje met haar schouder een duwtje geeft. Maartje begrijpt het en wandelt lachend mee. Daar lopen ze dan. Sterre begint te denken: 'Wat een prachtig weer is het nu zeg! Wat hebben we geluk. Maar hoe vinden we ooit de weg naar huis terug?' Ze kijkt eens opzij naar Maartje. En daar loopt Maartje. Op hoge poten met nog steeds een grote glimlach op haar gezicht. Maartje ziet dat Sterre kijkt en kijkt terug. Zodra Maartje oogcontact heeft gevonden met Sterre, barst ze weer in lachen uit. Sterre gaat harder door lopen en al snel wordt ze weer ingehaald door de lachende Maartje.

Sterre en MaartjeWhere stories live. Discover now