(1) In het hok

9 1 1
                                    

Het is weer een normale maandag in het hok van Sterre en Maartje. Na het hele weekend heerlijk met hun eigenaar te kunnen chillen, moet iedereen in het huis weer weg. Waarheen? Sterre en Maartje snappen het maar een beetje. Het is ongeveer 9 uur. Of 10 uur? 12 uur? Sterre en Maartje kennen geen tijd of haast. Ze liggen heerlijk in het stro nog na te genieten van hun vroege ontbijt. Bleekselderij met witlof en wortel. Sterre ligt met haar rug tegen Maartjes warme flank aan. De geluiden die de buren maken tijdens hun verbouwing klinken steeds verder weg. Opeens zit Sterre op iets hards. Het is koud. Haar poten doen pijn van de kou. de koude wind blaast tegen haar vacht in. Er is niets. Niemand. Geen Maartje, geen mens, geen andere cavia, geen ander dier. Niets. Alleen maar wit, kou en wind. Plots gebeurt iets merkwaardigs. Iets wat zo onwaarschijnlijk is dat niemand het zal geloven. Opeens wordt de koude, harde vloer onder Sterre haar poten donkerder. Zelfs zo donker dat de kleur wit niet meer te zien is. De grond wordt zwarter dan zwart. Sterre rent, maar overal waar ze haar poten neerzet, wordt de grond zwart. Ze probeert het zwarte zwart te ontkomen. Paniekerig rent ze rond. Ze piept. Zo hard dat als er iemand was, die persoon haar wel gehoord moest hebben. "MAARTJE!! WAAR BEN JE? HELPPP!!!!"De stevige, zwarte, maar vooral koude grond onder haar, leek zachter te worden. Ze voelde zichzelf vallen. Ze spartelde, gilde en zocht grond. Terwijl ze zichzelf voelde vallen in de diepte kneep ze haar oogjes dicht en dacht dat ze haar laatste woorden piepte. En plots, alsof er niets gebeurt was, werd ze piepend wakker. Ze zag dat Maartje moe en zeer geïrriteerd naar haar keek. "Wat kom jij nou weer schreeuwen alsof je leven ervan hangt Sterre? Jeetjemina, zo erg ben ik nou toch ook weer niet?!" Schuldig piept Sterre terug: "Sorry Maartje, ik had zo een erge nachtmerrie, niet normaal." "Ja, en daar ben ik dan weer de dupe van, inderdaad." bromt Maartje terug. "Je hebt amper geslapen! En ik ook vanwege jou nachtmerrie." Met een diepe geeuw sluit Maartje weer vredig haar ogen. Sterre is klaarwakker. Ze kijkt rond in het hok. Slapen lukt nu toch niet meer. 

Het hok ziet er nog net zo uit als altijd. Een grijze onderkant, waar ze liggen met daarin stro. In het stro staat een huisje. Ze hebben verschillende huisjes om je in te verstoppen, of om in te slapen. 

Het favoriete huisje van Sterre was 'Het Rolletje' zoals haar baasje het altijd noemde. Het Rolletje was een soort holle cilinder met stro aan de buitenkant. Als ze erin zat, zat ze helemaal veilig tegen alles en iedereen. Tenminste, zo voelde dat. Ze kon er helemaal in wegkruipen. Verder hadden ze ook nog 2 bijna dezelfde huisjes. Allebei van houten stokjes gemaakt. De houten stokjes zaten met de lengte aan elkaar vast en waren toen op een voor Sterre onbegrijpelijke manier omgebogen. In het kleinere houten huisje hebben ze nog als baby's gezeten. Maar dan met zijn tweeën. Nu past ze er niet eens in haar eentje in. Nou ja, als ze erin zit, steken haar hoofdje en een deel van haar rug eruit. Het grotere houten huisje heeft haar baasje later bijgekocht. Dat huisje is trouwens van goed knaaghout gemaakt. Hij valt ook al bijna uit elkaar van al het knagen. "Knagen is goed voor jullie tanden," zegt haar baasje altijd tegen haar. Maar goed, dat waren de 3 huisjes. 'Wanneer mogen we weer eens aan ene 'Oom Karel' knagen? Of aan Oom Kees?' vraagt Sterre zich af. Oom Karel en Oom Kees zijn boomstammen. Sterre heeft oprecht geen enkel idee waarom haar baasje boomstammen een naam geeft. Net zoals Sterre nog veel meer dingen niet begrijpt. 

Aan een zijkant in het hok, zit een houten plankje. Daar kunnen Sterre en Maartje op springen om de wereld om het hok heen van een ander zicht te zien. 'Hoewel ik niet goed kan springen,' denkt Sterre sip. 'Gelukkig zet baas mij wel eens op het plankje. Dan ziet de huiskamer er opeens anders uit. Alsof ik er meer op kan kijken. Maartje kan wel zelf op het plankje springen. Het is handig als we honger hebben. Dan kan Maartje op het plankje springen en vragen voor meer eten. Meestal mislukt het, omdat we op dat moment net veel eten gehad hebben. Maar af en toe lukt het. Dan krijgen we vaak een snoepje. Maar wat kunnen wij eraan doen als we gewoon alweer trek hebben in iets lekkers. Helaas komt het baasje soms aan met wortel. Wortel is wel lekker, maar ik heb toch liever witlof of wortelloof.' 

Sterre en MaartjeWhere stories live. Discover now