De volgende ochtend.
De deur gaat open. Ik kijk aandachtig wie of wat er de stal inkomt. Het is die papie/Jordy met een voer kar. Alle paarden beginnen te hinneke en tegen de stal te schoppen. Bij elke stal waar hij langs komt geeft hij een schep voor.
De man loopt naar mij toe en gooid een schep voer in mijn voerbak. 'Dat heb je wel nodig vandaag. We gaan eens hard aan jou werken.' Zegt Jordy. We zullen zien wat ze vandaag van plan zijn...
Intussen ben ik opgezadeld en heeft het kleine meisje 'Sanne' me meegenomen naar de binnenbak. We staan in het midden van de bak. 'Kun je normaal doen? Ik hooo voor jou van wel want Papie houd niet van slechte en ongehoorzamen paarden die niet normaal kunnen doen. En je wil niet weten wat Papie met zulken paardjes doet....' zegt Sanne. Ze doet eenbeen in de steigbeugel en steigt op. Ze gaat snel zitten. Ik houd me in. Al sta ik op het punt om keihard weg te rennen. 'Nou, ik zit tenminsten.' Zegt Sanne. Ze geeft benen. Ik probeer aan te lopen. Ik raced keihard weg. Ik heb geprobeerd me in te houden. Maar het lukte gewoon niet. Ik draai in de hoek om. Maar Sanne gaat aan de teugels hangen. Ik gooi mijn hoofd omhoog en gil van de pijn. Ik blijf gillen. Mijn hoofd schud ik en gooi ik omhoog. Ik galoppeer weg, ze schreeuwd dat ik moet stoppen *klets!* ze geeft keihard een tik met de zweep op mijn hals. Ik gooi mijn hoofd en mijn voorbenen in de lucht. Ik kom terug neer en precies op dat moment krijg ik weer een mep met de zweep. Mijn rechter voet zakt weg en ik val. Sanne valt en rolt een stuk verder door. Ik lig op de grond en probeer op te staan. Auw. Drnk ik. Mijn been doet pijn. Ik beslis te blijven liggen. Jordy kimt binnen rennnen want hij hoorde het gegil van zijn dochter. Eerst kijkt gij naar mij daarna naar Sanne. 'Sanne!' Hij rent op haar af en knielt bij haar neer. 'Nee, nee, nee...' zegt hij angstig. De moeder komt binnen rennen. 'Snel, vel de ambulance. Ze is bewusteloos!' Roept Jordy. De moeder rent snel naar het huis.
Ik sluit mijn ogen. Ik heb pijn... Niemand kijkt naar mij...
Anna komt de bak in en kijkt rond. 'Storm!' Roept ze geschrokken. Ze weet mijn naam. Iemand interreseerd zich in mij...
Ze rent naar mij toe en gaat bij mijn hoofd zitten. 'Oow wat is er met je rechter been? Iemand bel de veearts!' Roept Sanne.
'Dat beest is nu niet belangrijk Anna. Het is toch een niets nut. Anna kijkt weer naar mij. Ik kijk haar smekend aan. Help mij. Asjeblieft help mij. Denk ik. Anna legt haar had om mijn oog en pakt haar telefoon. 'Kom alsjeblieft. Er is een paard gewond.' Zegt ze aan tetelefoon.
De ambulance voor Sanne is aan gekomrn. Sanne word meegenomen en moeder en vader gaan mee naar het ziekehuis. Een minuut later kwam de veearts de bak binnen en loopt naar mij en Anna toe. 'Het is zijn rechter voorbeen.' Verteld Anna. De veerarts kijkt er na. 'Het is gebroken... ik zal verband er om heen doen. Weet je wat er is gebeurd?' Vraagt de dokter. 'Nee, ze waren alleen in de bak.' Zegt Anna. De dokter doet verband om mijn been en helpt me mee opstaan. Ik til mijn rechter voor been op en loop voorzichtig mee. Anna en de veearts brengen me naar mijn box. Daar ga ik liggen op het stro. 'Ik kom morgen terug om te kijken. Bel me maar wanneer je denkt dat dat nodig is. Doeg' zegt de veearts en hij loopt de stal uit. Anna gaat bij mij liggen. 'Het komt allemaal goed. Ik zal voor je zorgen....'