Vragen zonder antwoord..

176 20 5
                                    

Ik heb het hier goed. Maar toch... toch mis ik Ilse.. en Anna.. waar is Ilse? Waarom... waarom heb ik geen afscheid van haar kunnen nemen? Waarom heb ik haar niet meer gezien voor ik weg ging. Waarom.. waarom ben ik weg?

De vragen spoken altijd in mijn hoofd rond. En wat nog het ergste is... Ik kan nergens het antwoord vinden...

Misschien zie ik Ilse wel nooit meer....

Peter komt bij mijn stal staan. 'Hey vriend'

Zegt hij vriendelijk. Hij maakt de stal deur open, komt de stal binnen. Ik draai me hoofd van hem weg. Nu even niet. 'War is er jochie? Geen zin vandaag?'

Peter doet de stal deur dicht en loopt weg. Eventjes later komt de voerbak langs. Alle paarden beginnen dan altijd te hinneke. Ik normaal ook, maar deze keer niet. Ik heb geen honger. De magere jongen achter de voerkar schud een bakje biks in mijn voerbak. Ik blijf met mijn voor me uit staren. 'Geen honger vandaag... ' hij neemt snel een blik op mijn naam bordje. 'Storm?'

De magere jongen maakt de rij stallen af. Daarna zet hij de voer kar op de juiste plek en loopt naar mijn stal.

Als hij maar niet binnen komt denk ik de hele tijd. Nu even niet...

De jongen beslist mijn stal deur open te maken. 'Hey, wat is er dan met jou?'

Ik draai me kont naar hem toe. De jonge stapt rustig naar achteren. Hij sluit de deur en loopt daarna weg.

Ik mag het hier wel goed hebben... maar thuis had ik het ook goed. Ik wil niet al die verandering. Al die andere mensen leren kennen. Ik wil gewoon naar huis. Mijn thuis.

Later op de dag kwam Peter naar mijn stal. Mijn humeur was gelukkig weer wat beter. 'Kom jochie, je mag lekker op de wei vannacht.' Vetelt Peter. Hij doet mijn halster om en klikt het touw eraan vast. Hij lijd me door de deur de stal uit. Ik merk nu pas dat het heerlijk weer is en het vannacht warm word. Hij neemt me mee naar buiten en gaan links de hoek om. Hij stopt met lopen zodra we recht voor allemaal weilanden staan. Allemaal paarden staan te grazen. In de verte staat een zwarte hengst die op en neer staat te springen.

Peter loopt met mij naar een weiland waar een vosmerrie aan de andere kant bij het hek staat te grazen. Wanneer Peter het hek open doet kijkt de merrie op en hinnikt vrolijk. 'Dat is Aranka.' Zegt Peter lachend. Peter laat me in de wei los. En ik gallopeer keihard weg. Ik bok in de lucht en schud speels met mijn hoofd. Wat is het fijn om even alles hier er uit te gooien.

Het is al flink donker buiten. Alle mensen zijn al naar huis. Er staan heel veel paarden op de wei. Het is nogsteeds lekker warm. Ik rol in het zand. Ik voel de korrels zand tussen mijn manen schuren. Ik sta op en kijk naar het hek wat midden in de wei staat dat zo het stuk in tweeën splitst. Aranka de vosmerrie staart me aan en hinnikt zachtjes. Ik staar terug en geef een bries. Ik draaf naar het hek. We maken kennis door te blazen in elkaars neus. De merrie draait ineens heel snel om en gallopeerd weg.

Onhandelbaar.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu