10

19 0 0
                                    

Ik heb wel 11 whatsappjes van Jay. Ik kijk wat er in staat. "Hey Maya, ik mis je verschikkelijk." En "Waar ben je? Ik heb je nodig!!!". Wauw. Hij had me nooit nodig, bij niks, maar nu wel opeens. Ik ga er maar gewoon niks op antwoorden. 'We kunnen gaan!' Hoor ik Rein roepen. 'Ein-de-lijk..' Overdrijf ik. Hij geeft me een vriendschappelijke duw en we lachen. We sluiten de deur van het vakantie huisje. 'Pfjoe, en wat gaan we nu doen?' Vraag ik. 'Jij wilde zo graag lopen, dan gaan we lopen.' 'Oke.' Probeer ik zo stoer mogelijk te zeggen, maar mijn conditie is helemaal niet zo goed, dus zo ver zou ik niet kunnen lopen.

Na 2 uur lopen ben ik helemaal op. 'Rein, ik kan niet meer. En we zitten nog steeds in de middle of nowhere.' Zeg ik als we langs een weg lopen waar we voor mijn gevoel al tig keer hebben gelopen. 'Oke.' Hij bukt voor me. Ik kijk hem vragend aan. 'Sping dan gekkerd!' Zegt hij. Ik lach even, bijt op mijn lip maar spring dan toch op zijn rug. En daar lopen we dan. Rein en ik op zijn rug. Zijn handen houden me vast onder mijn kont. Niet dat ik het erg vind, als het Rein is mag het van mij.

We zijn eindelijk in een klein dorpje aan beland. 'En nu?' Zeg ik tegen Rein. 'We zoeken een plek om te slapen.' 'Rein waarom
Mocht je van je moeder niet daar blijven? Het was daar geweldig, ik bedoel ik zal het daar nooit vergeten want daar ben ik... Naja, je begrijpt me.' Hij legt z'n ene hand op mijn gezicht, en z'n andere hand op mijn heup. 'Sorry, echt sorry.' Fluisterd hij. 'Geeft niet! Maar het is wel een goede herinnering, niet?!' Zeg ik fluisterend. 'Zeker. Ik vond het geweldig, ik bedoel ik vind het geweldig. Ik vind jou geweldig!' Zegt Rein. Hij haalt een pluk haar van mijn gezicht weg en begint me te zoenen.

'Nien, ik weet dat we elkaar pas net kennen, en ik wil niks over haasten. Maar ik wil je wat vragen? Zijn wij nu.. Ik bedoel.. Ehm, ons? Is dat iets officieels nu?' 'Hmmmm...' Ik doe alsof ik heel lang, diep moet nadenken. 'Natuurlijk!' Zeg ik dan. Hij wilt me gaan zoenen. Als hij heel dichtbij komt bijt ik op mijn lip. 'Oh damn, wil je stoppen met dat doen? Het maakt me gek, echt waar.' Ik hoorde hem er nog iets achteraan fluisteren van: 'kijk niet naar mijn broek nu, niet doen.' Maar ik deed het toch. 'Mwah, Reintje toch, word je een beetje...' Stttt.' Zegt hij, terwijl hij met zijn vinger voor zijn mond staat. Ik haal zijn vinger weg, en zoen hem. 'Iedereen is hier toch duits, ze hebben keine ahnung waar ik het over heb.' Hij lacht. Onze handen vlechten we in elkaar. En we gaan liggen op het grasveld.

RunawayWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu