2. Casanova

99 5 0
                                    

'Waar gaat zo'n mooi meisje als jij, zo alleen naar toe?' Hoor ik een jongensstem zeggen. 'Ik ben Luca.' Een knappe jongen van mijn leeftijd kijkt me aan. 'Sorry, ik ben te casanova achtig. Ik zal het anders brengen: "Hey jij! Waar ga je heen.' Ik lach even. 'Ik ben Nina, en ik ga weg.' 'Weg?' 'Ja weg, naar nergens.' Zeg ik. 'Ik ken veel vage meisjes, maar zo één als jou ben ik nog nergens tegen gekomen.' Zegt hij lachend. 'Zo ben ik.' Ik glimlach en loop met mijn Starbucks & muffin naar de trein toe. 'Sorry, ik moet echt gaan.' Zeg ik en Ik stap een willekeurige trein in, wel met één keer overstappen, dan weet ik zeker dat ik lang onderweg ben.

'Moet je ook naar Parijs?!' Zegt Luca, die helaas achter me aan de trein in loopt. 'Ehm, ja.' Zeg ik. Parijs! Dat is vet ver weg! Hij gaat naast me zitten en ik probeer hem te negeren. Ik ben nooit goed geweest met jongens, dus ik ga nu niet chanten met deze casanova, om het maar even in zijn woorden te zeggen. 'Wat brengt jou naar Pariiii?' Hij gooit er een Frans accent bij. 'Niks. Ik wou gewoon weg.' Zeg ik. 'Weg van ..? Moet ik verder vragen?' Vraagt hij. En ik begon opeens te praten, tegen iemand waar ik normaal niet mee zal gaan praten. Ik vertelde alles over Amerika en het pesten. Hij reageerde heel cool, volwassen. Wat ik niet verwacht had om eerlijk te zijn. 'En jij?' Vraag ik als ik klaar ben met praten. 'Ah, een paar afspraken met wat vrienden van me.' Zegt hij. 'Wie?' Vraag ik. 'Aha, jij wilt weten of ik een vriendinnetje heb!' Hij prikt in mijn buik. 'NIET!' Lach ik. Hij begint me te kietelen. Het is spontaan, maar wel leuk. Een paar mensen kijken ons raar aan. Ik kijk nog raarder terug. Luca ook. Hij is grappig. Maar leuk is té veel gezegd.

De hele verdere reis van zo ongeveer 3 uur hebben we gepraat. Over van alles. Hij wilt graag later in Amerika wonen. Ik ga nu naar Amerika, maar eerst de rest van de wereld ontdekken, geld verdienen voor een ticket.

'Wil je anders mee, naar die vrienden van me?' Vraagt hij. 'Het zijn leuke gasten hoor.' Ik glimlach verlegen. 'Ach, ik weet het niet..' 'Ga gewoon mee! Dan heb je ook een slaapplek!' Daar heeft hij wel gelijk in. Maar ik ken hem niet, en zijn vrienden al helemaal niet. Wat maakt het uit. Het is dat YOLO een kinderachtig woord is, maar dit is wel zo'n beetje zo'n moment. 'Tuurlijk ga ik mee!' Zeg ik. Hij geeft me een dikke kus op mijn wang. Ik schrik ervan, maar het is niet erg. Hij voelt best vertrouwd.

RunawayWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu