1.4

3 0 0
                                    

Anna trok in haar slaapkamer een donkerrode rij-jurk aan en bond haar musket achter haar rug. Over haar jurk heen droeg ze een brede riem met een fles buskruit en een zak met kogels. Anna laadde het geweer alvast en zette het op een veilige stand. Ze hield van de jurk, maar ze kon het alleen gebruiken bij rijden, jagen of als ze een andere sport deed. De musket was een verjaardagscadeau die ze gisteren van haar had gekregen.

Het dienstmeisje, dezelfde als gistermiddag, hield haar even tegen om de trap af te gaan.

'Het is nodig dat iemand met je mee gaat,' zei ze.

Anna fronste uit irritatie. Vanaf kon ze dus niet meer alleen zijn. Het was begrijpelijk.

'Zou ik een soldaat van mijn moeder mogen lenen?'

'Ik zal het vragen,' zei ze toen ze gelijk wegliep naar de andere kant van het paleis.

De weg uit het paleis was via de gang waaraan de juwelenkamer aanzat. De gehele ochtend waren bediendes daar aan het schoonmaken en opruimen. Zodat er uit ging zien voor de gebeurtenis. Maar de gebeurtenis zou altijd in Anna's geheugen gegrift staan, hoe verwarrend en akelig het ook was.

Ze had de zon en de buitenlucht nodig om op te frissen. Ze wilde de wind in haar donkerbruine haren en het wijde land om haar heen hebben. Anna reed paard en jaagde al sinds dat ze kon lopen, want dat was traditie in de koninklijke familie van Zwassië.

De familie van Zwassië reed bij voorkeur op witte, slanke grote paarden om zich verheven te voelen boven alle boeren die alleen een trekpaard konden veroorloven. Anna dacht wel eens na hoe zo een boer leefde en hoe hij zich zou voelen, maar dat maakte haar eigenlijk niet zoveel uit.

Ze streek haar hand over het hoofd van een schimmel paard. Achter haar kwam het dienstmeisje weer tevoorschijn, maar met een jonge soldaat uit moeders leger.

'Ik vind het een eer,' zei hij neerbuigend in de hukoriaanse taal.

Anna knikte. Ze raakte altijd zenuwachtig van dit soort beleefdheden.

Rijdend op het paard ging ze de grote graslanden op. Zwassië was, naast de kort geleden opgekomen industrie, een open land van gras en zee. Een groot deel werd gebruikt door boeren die op hun buurt werden bestuurd door graven. En de graven werden bij elkaar gehouden door haar vader.

De jongen, een paar jaartjes ouder dan haar en goed getraind, reed onopvallend achter haar op een kastanje bruin paard. Ze liet het paard stoppen.

'Is het bos veilig?' Vroeg ze achterover kijkend.

'Zolang ik bij je ben kan jouw niet veel overkomen,' antwoordde hij.

Ze zag dat als een ja en reed verder. Het bos was in principe ook eigendom van de familie, dus er konden sowieso niet veel mensen inkomen.

De serieuze en koele uitstraling van de jongen had een indruk op haar en haar gedachten werden steeds duidelijker. Haar moeders dood kon door twee oorzaken komen. Oorzaak één was haar moeder zelf, oorzaak twee was haar vader.

Wat de oorzaak ook was, Anna's jeugd was niet de blijheid, voortspoed en glitter zoals dacht dat het was. De ruzietjes waren meer dan een meningsverschil of tekort aan romantische liefde. Het waren gevechten en machtsspellen.

Dat betekende een splitsing in de familie. Een splitsing tussen twee landen die zij moest gaan regeren.

Ze wilde het niet zien.

Maar ze zag het door de stilte en koelte in haar hoofd.

'Wat is je naam?' Vroeg Anna aan de jongen toen ze het bos binnen reden.

'Boris,' zei hij.

Anna aaide de schimmels nek.

'Hoe heb je mijn moeder gekend?'

Het bos werd steeds dichter en de paarden moesten langzamer lopen niet te struikelen over boomwortels.

'Ze was een eer om te dienen. Er zijn geen sterkere vrouwen dan zij.'

'Had Maria ooit iets opvallends gezegd?'

Boris keek naar de kronen van de eiken en stopte zijn paard. Ze stopte ook en Boris nam een paar stappen dichter na haar toe.

'Ja, Maria wilde onder mijn bewaking iets zeggen en dit aan jouw geven.'

Hij haalde een ketting met een klein blauw steentje uit zijn zak en herhaalde met zijn mond stil de woorden in zijn hoofd.

'Ze wilde zeggen dat je de ketting moest dragen wanneer je je onveilig voelt.'

Anna pakte de ketting aan de leren draad aan en bekeek de glinstering in van de kleine ruwe diamant. Het was niet groter dan een bosbes. Eigenlijk snapte ze niet dat het iets kostbaars zou moeten zijn, ze had genoeg kettingen met diamanten en die waren groter en meer gepolijst ook. Ze liet de teugels los en raakte het met haar wijsvinger aan.

'Maar je moet oppassen,' zij hij.

Het was alsof haar ziel een harnas had aangetrokken. Ze was onaantastbaar, krachtig en kende geen vrees. Anna was een koningin en had op z'n minst even veel macht als haar vader. Het was aan haar om het op de juiste manier te gebruiken.

'Komt dit uit Hukorië?'

'Het is onze specialiteit,' zei hij met een glimlach, 'houd het geheim.'

Anna liet de schimmel stoppen en legde de ketting op haar nek, verstopt onder haar jurk. Ze waren nu dicht in het bos, een perfecte plek om stoppen. Ze spitste haar oren voor het geritsel een aantal tientallen meters naast haar.

Anna greep met haar rechterhand de musket van haar rug af, verwijderde de veilige positie en legde het op haar schouder. Ze draaide met haar rug om en schoot door de schouder van een vluchtend edelhert. Het was een geluk dat het hert niet goed op zijn omgeving oplette en te laat reageerde.

Boris steeg van het paard af en liep zo'n vijftig meter om het hert op te halen en op zijn schouder te leggen.

'Eerste keer raak,' zei hij verwonderd, 'je moeder heeft het je goed geleerd.'

'Hij was dichtbij,' zei ze. 


------

Ik ben weer begonnen met publiceren! Ik ben op dit moment al weer een stuk verder in het schrijven en kan niet wachten om de rest van het verhaal te delen. 

Omdat de hoofdstukken meestal wat kleiner zijn (behalve toevallig deze)  publiceer ik twee keer per week; één keer op zondag/maandag en een keer op donderdag. 

De ZonnekoninginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu