3. De aankomst van de graffitikunstenaars

384 30 2
                                    

Tijdens de middagpauze plof ik neer naast Kimberly die me glimlachend aankijkt. ‘Gaat het al wat beter?’ vraagt ze aan me. Nele kijkt me nieuwsgierig aan. ‘Wat is er?’

Ik haal mijn schouders op. ‘Ik voel me gewoon niet zo goed. Dat is alles.’ Zwijgend neem ik mijn brooddoos en kijk hoe Lara komt aangewandeld. Haar blonde bos krullen zitten opgestoken in een staart. Ze heeft een stralende lach op haar gezicht en gaat naast Nele zitten.

‘Iemand is goedgezind,’ merkt Nele op die Lara vragend aankijkt. Lara haalt alleen maar onschuldig haar schouders op en werpt een blik op de kantinedeur die er plots erg interessant uitziet. Nele kucht zodat ze de aandacht van Lara weer heeft. ‘Wel?’ vraagt ze.

‘Oké, oké!’ roept Lara. ‘Moet je horen! Volgens bronnen, die strikt anoniem zijn. Komen de graffitikunstenaars vandaag naar onze school.’ Haar lach wordt breder en ze kijkt weer naar de kantinedeur. ‘Wat komen die hier doen?’ vraagt Kimberly verbaasd. ‘Green zoeken natuurlijk!’

Ik weet dat ze gelijk heeft. Dat moet wel. Lara heeft altijd gelijk. Ons dorp telt twee middelbare scholen. Onze school is het Heilig Hart instituut. Bestaande uit alle deftige leerlingen uit het dorp. Aan de andere kant van de brug, in de wijk, ligt het Francisescollege. Het Francisescollege bestaat uit alle ‘speciale’ studenten. Daar zitten alle graffitikunstenaars op school en de punkers. Vele ouders noemen dit de beruchte school, omdat deze leerlingen veel problemen veroorzaken in het dorp.

‘Hoe weten ze zo zeker dat Green hier een student is?’ Nele kijkt enthousiast Lara aan. ‘Omdat de tekeningen die de graffitikunstenaars daar maken, niet matchen met die van Green!’

Lara springt op van de eettafel. Onmiddellijk is mijn blik gericht op de kantinedeur die nu openstaat. Jongens van alle leeftijden komen de kantine binnengewandeld. De meeste hebben donkere capuchons aan. Hun blikken zijn donker en Kimberly naast me hapt naar adem. ‘Ze zien er gevaarlijk uit, maar ook adembenemend knap.’ Ik trek verbaasd een wenkbrauw op en volg haar blik. Deze is gericht op enkele jongens die ongeveer onze leeftijd zijn, maar mijn aandacht wordt getrokken door een van hen.

Hij is de grootste van de vijf. Zijn bruine haren liggen er warrig bij. Op zijn gezicht zit een glimlach en zijn blik is verbazend warm.  ‘Wel, wel,’ zegt Nele gniffelend. Ik wend geschrokken mijn blik af en kijk Nele vragend aan. ‘Ik zag die blik wel,’ zegt ze lachend.

‘Welke blik?’ vraag ik. Nele schudt haar hoofd. ‘Je weet wat ik bedoel, Cathy. Niet liegen tegen één van je beste vriendinnen. Ik ken je door en door. Dat was je blik die betekent dat je hem ziet zitten.’ Ik schud fel mijn hoofd. ‘Wat een onzin,’ ontken ik. Nele tovert een lach op haar gezicht. ‘Je weet dat ik gelijk heb.’ Daarna wendt ze zich weer tot haar lunch.

De pauze is bijna gedaan wanneer één van de graffitikunstenaars met een grote megafoon op een eettafel kruipt. Ik vermoed dat hij al lang afgestudeerd is en dat hij gewoon is meegekomen om zijn ‘jongens’ te begeleiden.  ‘Mag ik even jullie aandacht?’ Zijn stem galmt door de kantine en het geroezemoes houdt onmiddellijk op. Hij krijgt een triomfantelijke grijns op zijn gezicht wanneer hij merkt dat iedereen luistert.

‘Zoals jullie weten is er in ons dorp een nieuwe graffitikunstenaar aan het werk. Zijn tag is Green. Volgens onze bevindingen moet hij hier wel op school zitten. Daarom heeft de gemeenteraad, die het vandalisme van Green niet weet te accepteren, besloten dat enkele van mijn jongens hier een tijdje op school komen. Zo staan wij veel dichter bij het probleem.’

Meteen na deze woorden begint het geroezemoes weer. Ik kijk toe hoe hij van de tafel afspringt en naar zijn jongens toeloopt. Die kijken hun leider bewonderend aan. ‘Wat een onzin,’ zegt Nele, terwijl ze de leider vuil aankijkt. ‘Hij doet net alsof Green ongedierte is. Alsof ze hem willen uitroeien.’

Kimberly naast me knikt. ‘Dat is ook precies wat ze willen doen.’ Mijn blik glijdt over de massa jongens die in de hoek van de kantine verzameld staan. Ze zijn druk in gesprek en af en toe hoor je de leider iets roepen. Zijn handgebaren wijzen erop dat hij aan het kiezen is wie op onze school mag blijven. Wie zou hij kiezen?

Na iets meer dan tien minuten kruipt hij weer op de eettafel met de megafoon in zijn linkerhand. ‘Ik heb besloten wie er hier op deze school mag blijven. Gelieve naar voren te treden wanneer ik je naam afroep. ‘Oliver Hastings.’ Een jongen met blonde krullen treedt naar voren. Zijn ogen staan koel terwijl hij lachend naar zijn leider kijkt. Deze knikt Oliver tevreden toe.

‘Sander Hall.’ Een jongen met ravenzwarte haren en blauwe ogen komt naar voren gewandeld. Zijn handen zitten schuil in de zakken van zijn versleten jeans. Hij kijkt niet naar zijn leider, maar richt zijn blik op ons. Af en toe grijnst hij sluw, alsof hij iets van plan is. Kimberly naast me verstart. ‘Ik krijg de kriebels van die kerel,’ fluistert ze in mijn oor. Ik knik als teken dat ik het er hetzelfde over denk.

‘En als laatste, maar niet minder belangrijk.  Quinn Adams.’ De jongen met de bruine warrige haren en de warme blik komt naar voren gewandeld. Hij lacht naar zijn leider en richt zijn blik daarna op ons.

‘Zij gaan hier een oogje in het zeil houden. Green, je bent gewaarschuwd!’ De laatste zin zegt de leider lachend, maar ik voel het dreigement aankomen als een bom. Hij springt van de tafel af, en verdwijnt door de kantinedeur. Zijn jongens volgen hem naar buiten.

‘Ik weet niet wat ik hierover moet denken,’ zegt Lara, die haar blik niet kan losscheuren van de kantinedeur. ‘Volgens mij zijn ze iets ergs van plan met Green,’ beaamt Nele. Kimberly naast me knikt. ‘Dat vermoed ik ook!’

Ze geven alle drie voorbeelden van wat er zou kunnen gebeuren met Green, maar ik luister niet naar hun gesprek. Met mijn ogen houd ik Quinn in de gaten, die samen met de andere twee jongens aan een tafel is gaan zitten. Ze lachen om iets en wanneer Quinn opkijkt, kijkt hij recht in mijn ogen.

Razendsnel wend ik mijn blik af en kijk Lara verhit aan. Ze lacht alleen maar na me. ‘Weet je Cathy. Jij hebt het goed te pakken.’ Ik schud mijn hoofd en steek mijn brooddoos weg. ‘Je beeld je dingen in. Trouwens ik moet gaan. Wiskundeles. Je weet hoe boos Raes is wanneer je te laat komt.’

Ik wandel de kantine uit nadat ik afscheid heb genomen van Lara, Nele en Kimberly. Net op tijd stap ik de klas binnen. Meneer Raes is al ijverig formules op het bord aan het noteren. Ik neem plaats op mijn stoel en haal mijn aantekeningen boven.

‘Zo leerlingen,’ begint Raes, maar hij wordt onderbroken door geklop op de deur. Enkele seconden later vliegt de deur open. Quinn komt de klas binnengewandeld met in zijn kielzoog de directeur. Die knipoogt vriendelijk naar meneer Raes, als teken dat het niet Quinn zijn schuld is dat hij te laat is. ‘De nieuwe student,’ fluistert de directeur nog, voordat hij verdwijnt.

Quinn staat vooraan naast meneer Raes die hem afkeurend aankijkt. Zijn versleten jeans en afgetrapte schoenen maken niet meteen een goede eerste indruk. ‘Zet je maar,’ zegt meneer Raes. Quinn zijn blik glijdt over het lokaal en blijft hangen op de stoel naast me, die als enigste nog vrij is.

Vanbinnen begin ik luid te vloeken wanneer Quinn mijn richting komt uitgewandeld. Wanneer hij zich gezet heeft, wendt hij zich tot mij. ‘Hallo, ik ben Quinn,’ zegt hij. ‘Ik ben Cathy,’ zeg ik terug.

Hallo!

Sorry dat ik zo laat update! Ik had beloofd zaterdag te updaten, maar er zijn enkele dingen gebeurt die ervoor hebben gezorgd dat ik geen tijd had de afgelopen dagen om te schrijven. Ik ga proberen deze vakantie toch enkele hoofdstukken vooruit te schrijven, zodat ik regelmatiger kan updaten!

Groetjes

I.S.

#GreenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu