Mijn leren vest rits ik stevig dicht. Vluchtig werp ik een blik in de spiegel die tegen mijn kamerdeur hangt. Ik inspecteer even mijn outfit die er jongensachtig uitziet. Ik zie een zwarte eastpakrugzak op mijn rug die gevuld is met spuitbussen en een zwarte capuchon. Ik bind mijn lange bruine lokken in een staart en trek de kap van mijn capuchon erover.
Zachtjes trek ik mijn kamerdeur open. De hal is donker, aangezien het drie uur 's nachts is. Voorzichtig trek ik mijn deur achter me dicht en sluip de trap af. Als mijn ouders zouden weten waarmee ik bezig ben, krijg ik vast huisarrest tot mijn zestigste en dat zie ik nou niet bepaald zitten.
Wanneer ik de voordeur dichttrek, slaak ik een opgeluchte zucht. De hemel is bezaaid met sterren en de maan pronkt achter de wolken. Ik wandel het tuinpad af richting het schuurtje waarin mijn fiets staat. Even later fiets ik weg in de nacht.
Vroeger glipte ik niet weg als een dief in de nacht. Ik doe het pas sinds vorig jaar. Onze leraar tekenen, introduceerde in onze klas de kunst van graffiti. Na de eerste les al, vertelde hij me dat ik talent had. Dat zag hij niet vaak. Mijn contouren waren zo nauwkeurig gespoten, bijna echt. Ik nam zijn complimenten dankbaar aan. Toen ik begon na te denken over graffiti, merkte ik pas dat het me wel interesseerde, dus deed ik research. Ik zocht niet alleen op internet, maar ook in het dagelijkse leven. De gebouwen die in het bezit waren van een masterpiece.
In die periode had ik net mijn vakantiejob in een plaatselijk restaurant. Ik bedacht dat ik mijn centen die ik daar verdiende, kon gebruiken om spuitbussen te kopen, dus dat deed ik. De eerste keer dat ik op een nachtelijk avontuur ging, had ik geen ontwerp gemaakt. Ik bedacht het ter plekke. Achteraf nam ik mezelf voor om eerst voorontwerpen te maken en die daarna op gebouwen te gaan spuiten.
Mijn kunstwerken vielen blijkbaar op, want slechts drie weken later verscheen ik al in de provinciale krant. Het duurde nog eens twee weken voor ik nationaal ging. De koppen luide meestal : 'Green slaat weer toe.' Voor alle duidelijkheid, Green is mijn tag. Met deze tag maak ik duidelijk dat de piece van mij is.
Niemand weet van mijn nachtelijke uitstapjes af. Ze zouden het niet begrijpen, waarom ik een gevangenisstraf zou riskeren voor mijn werk. Dat begrijpen alleen de graffiti kunstenaars en zelfs daar licht het soms moeilijk. Misschien dat ik het Nele, Kimberly en Lara ooit vertel, maar die kan lijkt me erg klein.
De brug die ik heb uitgekozen om vandaag op te vrolijken is een brug die aan het kanaal ligt. Handig daaraan is dat er geen auto's mogen passeren, en er staan geen lantaarnpalen. Niemand die mij dus ziet vanaf de andere kant van de brug.
Mijn fiets gooi ik in het lange gras, dat slechts drie keer per jaar wordt afgereden door de gemeente. Blikjes bier, sigaretten en flesdopjes liggen op de grond verspreid. Mijn zaklamp knip ik aan zodat ik een beetje licht heb. Voorzichtig ga ik onder de brug kijken of er niemand onder slaapt. Tot grote opluchting zie ik er geen zwerver onder liggen slapen. Godzijdank. Mijn zwarte rugzak zet ik op de grond en ik neem mijn spuitbussen eruit. Het ontwerp dat ik thuis al heb gemaakt plak ik met wat plakband vast op de brug.
Na eventjes het ontwerp bekeken te hebben, begin ik aan mijn piece.
******
'Opstaan Cathy!' Ik slaak een luide kreun wanneer mijn moeder, mijn slaapkamerdeur opengooit. Zoals gewoonlijk is ze al helemaal aangekleed. Ze paradeert door mijn kamer om zo mijn gordijnen open te trekken. 'Is het geen prachtige dag!' kirt ze opgewekt, terwijl ze me lachend aankijkt.
'Ik ben nog moe!' zeur ik. Mijn deken trek ik als bescherming tegen het ligt over mijn ogen. 'Maak mij maar niks wijs. Je hebt gewoon geen zin. Om tien uur lag jij al in je bed. Hup, opstaan anders mis jij nog je bus.' Ze verlaat neuriënd mijn slaapkamer.
JE LEEST
#Green
Roman d'amourCathy is een zestienjarige student die een vreemde hobby heeft. 's Nachts glipt ze namelijk het huis uit om pieces te maken onder de naam Green. Omdat ze liefst anoniem wil blijven, vertelt ze het tegen niemand. Ook niet tegen haar drie beste vriend...