Hoofdstuk 2.

783 63 7
                                    

POV. ROOS WEMEL.

We liepen de hal binnen en bleven voor de deur staan. Een oude dame kwam door de deur binnen en stelde zich voor als professor Anderling.

'Zijn jullie er allemaal klaar voor?' Vroeg ze streng.

We knikte en ze gooide de deur open. Ze liep voorop en wij volgde haar. Toen ik naar binnen liep keek ik mijn ogen uit, er zaten zoveel kinderen. We waren bij het eind en daar stond een grote tafel waar waarschijnlijk de professors zaten. We hief haar hand op dat we moesten blijven staan. Er stond een krukje met een lelijke oude hoed erop.

Meteen begon iedereen te fluisteren, mama had mij altijd geleerd dat dit onbeleefd was dus ik hield netjes mijn mond.

'Als ik je naam opnoem kom je naar voren en ga je zitten.' Zei de professor enkel.

Ze noemden een reeks namen en die gingen een voor een zitten terwijl de hoed een afdeling schreeuwden, ik was best zenuwachtig en stond een beetje te trillen.

Iemand achter mij wurmde zich naar voren.

'Gaat het een beetje?' Fluisterde hij.

'Het gaat prima.' Mompelde ik terug.

'WEMEl, ROOS.' Galmde het door de zaal.

Verschrikt keek ik op, was het nu al weer mijn beurt. Voorzichtig liep ik naar de kruk en in de hele zaal klonk geroezemoes.

'Al weer een Wemel?' Hoorde ik een paar stemmen. Niets van aantrekken Roos, gewoon rustig gaan zitten.

Zodra de hoed op mijn hoofd werd gezet werd ik meteen rustiger.
Zo, gaat Roos ook eindelijk naar Zweinstein?  Galmde door mijn hoofd.
Ja.
Ik zie veel wijsheid, overduidelijk van je moeder. Wist je dat je moeder bijna in Ravenklauw had gezetten?

Voorzichtig schudden ik mijn hoofd.
Maar je hebt ook veel moed. Dat heb je ook van je moeder maar vooral van je vader. Dus zeg het maar wat wil je.

Mocht ik zelf kiezen?
Griffoendor. Dacht ik.
Oke, als je dat graag wilt.

'DOE JE BEST ALS EEN GOEDE GRIF WANT VANAF NU BEN JE EEN GRIFFOENDOR.' Schreeuwde de hoed.

Ik sprong van het krukje af en zette de hoed terug. Ik keek snel even rond en liep toen naar de tafel die het hardste klapte. De Griffoendor tafel, mijn nieuwe huis.

Iedereen aan de tafel begroette me en wilde met me praten maar ik wilde liever verder naar de sorteerseremonie kijken.

'MALFIDUS, SCORPIUS.' Galmde door de zaal. De jongen van de trein liep bibberend naar voren en ging zitten.

Van een afstandje zag je het gebibber niet en zag hij er super cute uit. Blijkbaar zag mijn neef James me kijken wat hij knikte hevig zijn hoofd.

'Wat?' Zei ik geluidloos.

'Hij is problemen.' Zei James hard genoeg dat ik het kon verstaan.

Vlug keek ik om naar de hoed maar Scorpius was al weg en ik had niet gehoord in welke afdeling hij zat.

But i realy like him -Roos Wemel- DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu