Hoofdstuk 18

502 53 0
                                    

We stonden enkele seconden tegen over elkaar zonder iets tegen elkaar te zeggen. Ik zag zijn ogen, ze waren blauw groenig en hoe dichter het bij de pupil kwam hoe grijzer ze werden. Zijn adem rook heel lekker, naar pepermuntjes. Hoe zou het zijn om hem te kussen? Niet dat ik dat ging doen ofzo, gewoon interesse. Ik merkte dat hij ook naar mij keek en dat maakte me verlegen, wat zou hij denken? Hetzelfde als ik? Of juist heel wat anders, al die vragen. Ugh, maar waar blijven de antwoorden.

Het was nog steeds erg stil en ik wilde het niet, maar toch verbrak ons oogcontact. Ik keek om me heen en zag waarom het zo stil was, de les was al vijf minuten begonnen.

'Ik moet naar de les.' Verbrak ik de stilte.

Hij keek me even aan alsof hij niet wist wat hij moest zeggen, maar ik wilde niet weglopen.

'Ja, ik ook.' Antwoorden hij uiteindelijk. 'Welke les heb je nu?' Vroeg hij.

'Verweer tegen Zwarte Kunsten.'

'Ik ook.' Zei hij. Wist hij niet dat we nu samen les hadden of vroeg hij dat gewoon omdat het anders zo stil was.

Ik keek weer naar hem en zag dat hij een lieve glimlach had.

We liepen samen naar het lokaal wat best vreemd was, sinds wanneer doet hij zo aardig? Nee, dat is mama's instelling. Ik heb nog nooit met Scorpius gepraat dus ik weet niet of hij aardig is of niet, maar hij glimlacht wel altijd heel lief.

Maar niet naar mij, duh, waarom zou hij naar mij lachen. Ik ben een Grif en hij is een Zwad.


But i realy like him -Roos Wemel- DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu