Hoofdstuk 15

278 15 2
                                    

Ik zie dat we 12 weer inrijden. Ik kijk naar Peeta en maak hem zachtjes wakker, hij was in slaap gevallen toen hij bij mij was komen liggen.

"Peeta, we zijn weer thuis. Wakker worden." Zeg ik zachtjes. Peeta kreunt, maar doet toch zijn ogen open. Als hij mij ziet glimlacht hij. "Goedemorgen!" Probeert hij verleidelijk met zijn ochtendstem te zeggen.

Ik moet lachen. "Kom we gaan eten." zeg ik en ik wil opstaan, maar Peeta pakt mijn arm vast en trekt me terug. "Ik hou van je!" Zegt hij en geeft me een kus.

Ik glimlach, ik word angstig. "Kom we gaan eten." Zeg ik om me af te leiden van het angstige gevoel. Peeta knikt en samen gaan we naar de eetcoupé. We eten nog snel wat voor we aankomen op het station van 12.

Net voor we de trein uit willen stappen komt de rest ook aanlopen.

Haymitch, Effie en Annie gaan met ons mee en blijven hier een paar dagen, daarna gaat iedereen weer naar huis.

We lopen met zijn allen naar ons huis. Ik laat iedereen binnen en sluit dan de deur weer achter me. Als ik de keuken in loop zie ik een vaas staan. Er staat een roos in en ik weet maar al te goed van wie die roos is.

Ik begin te gillen. Peeta komt binnen rennen. Als Peeta ziet dat ik naar de roos kijk, kijkt hij niet begrijpend naar de roos.

Haymitch komt ook binnen rennen, ik was blijkbaar nog steeds aan het schreeuwen. "Haal het weg!" Gil ik. Haymitch ziet de roos en begrijpt wat ik bedoel. Hij pakt de roos en gooit hem weg.

Haymitch loopt naar mij toe en omhelst me. "Het is goed, hij is weg." Zegt hij gerust stellend.

Ik kan het niet meer aan en duw Haymitch van me af. Ik ren naar buiten, ik moet naar het bos.

Kus des doodsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu