Hoofdstuk 16

269 16 11
                                    

Ik ren naar het weiland. Voor het hek blijf ik heel even wachten en luister ik of er stroom op staat. Ik hoor niks en kruip door het gat van het hek heen.

Ik loop naar de holle boom waar één van mijn bogen in licht. Ik pak hem en ik loop verder. Uit de bosjes pak ik mijn pijlen. Hoe is die roos nou hier gekomen. Ik heb Snow doodgeschoten toch. of misschien toch niet? Ik word gek van mijn gedachtes en ik concentreer me op het jagen. Als ik na een tijdje alleen nog maar een haas heb geschoten loop ik naar het plekje waar Gale en ik ook zaten de dag van de trekking.

Ik ga zitten en ik kijk het bos in. Wat had ik dat graag gedaan toen het nog kon, maar ik heb nu Peeta... Ik ga liggen en ik sluit mijn ogen.

"He Catnip." zegt een stem. Ik ga meteen rechtop zitten en draai me met een ruk om. "Gale." zeg ik geïrriteerd. Sinds ik weer iets met Peeta heb is Gale zo jaloers dat ik hem niet graag meer zie, maar ik heb nu gewoon een vriend nodig om mee te jagen. "ik wilde net weer gaan jagen.." zeg ik voorzichtig. "Ga je mee?" Ik zie Gale twijfelen, maar uiteindelijk zegt hij ja en ik zie een lach op zijn gezicht verscheinen.

Samen lopen we door het bos. Net als vroeger. Hij pakt een steen van de grond en kijkt me vragend aan. Ik knik en ik span mijn boog. Hij gooit de steen en er vliegt een groep vogels op. Ik schiet er 3 neer. We lachen en lopen naar de vogels toe. Ik buk om ze te pakken. Als ik weer op sta kijkt Gale mij aan. Ik glimlach. Hij komt dichterbij en ik blijf staan. Dan pakt hij mijn middel en druk zijn lippen op de mijne.

Kus des doodsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu