hoofdstuk 10: AVA

19 2 0
                                    

Ik word wakker met een onaangenaam gevoel. Gisteravond is het toch niet zo goed afgelopen als dat ik hoopte. Kiriel belde, mijn vriendje vond het al raar dat ik gebeld werd door een jongen van mijn toverschool, maar het werd nog raarder en meer gênanter. Ik vroeg aan Kiriel hoe hij aan mijn nummer kwam. Hij zei 'gewoon van iemand gekregen.' Vreemd? Hij zei dat het niet erg is dat ik hem heb geëlektrocuteerd. Hij vergeeft me op één voorwaarde: dat ik op een date met hem ga. Voordat ik kon antwoorden pakte mijn vriendje mijn telefoon af en zei dat ik al een vriend had. Het erge is dat Kiriel toen zei: 'Nou en?' Toen werd mijn vriendje dus laaiend. Hij schreeuwde in mijn telefoon dat hij hem iets aan zal doen als hij ook maar iets bij mij zou proberen.

Gênant, maar wel lief van mijn vriendje. Dat is zo leuk om te zeggen, mijn vriendje, mijn vriend, mijn liefde van mijn leven. Cliché, maar ik weet gewoon nu al dat ik de rest van mijn leven wil delen met deze jongen. Hij is geweldig, lief, zorgzaam, hij begrijpt alles en een pluspunt is dat hij super knap is. Hij heeft een 8-pack en hij is super sterk, hij heeft prachtige heldere zeeblauwe ogen: ik zou er dagen in kunnen staren. Nou ja, het is dan niet echt staren. Ik kijk dan voor mijn gevoel in zijn ziel. Zijn ogen zeggen alles.

Door stormachtig slecht weer vandaag is mijn gewone school afgelast; wat betekent dat ik een hele dag met mijn vriendje kan spenderen. Het klinkt misschien stom, maar ik houd van cliché dingen doen met je vriendje: zoenen in de regen, samen picknicken, naar de bioscoop, samen naar een pretpark.

Ik ben te lui om op te staan dus rol ik mezelf me bed uit en beland ik dus met een harde 'boem' op de grond. Nu ben ik wakker. Ik kleed me zo snel mogelijk om en eet wat muesli als ontbijt. Ik verander in mijn duivenvorm en vlieg naar het huis van mijn vriendje. Ik verander terug en klop aan op de deur. Bouke, zijn broertje, doet open en groet mij uitbundig. Ik volg hem naar binnen en zeg Annemarie gedag. Zijn stiefmoeder. Ze heeft een muts op haar hoofd om te verhullen dat ze kaal is door de kanker. Ik vind het heel erg sneu voor haar, maar gelukkig voor mijn vriendje kunnen tovenaars geen kanker krijgen.

Ik loop naar zijn kamer en zie hem daar op zijn bed liggen. Ik zeg de zweef spreuk en plots hangt hij boven zijn bed. Zodra hij dit door heeft beweegt hij door de lucht naar mij toe. Ik raak afgeleid en dit zorgt ervoor dat hij op de grond valt. "Oeps" zeg ik hem. "Geeft niet" zegt hij. Hij staat op en klopt het niet bestaande stof van zijn broek af. Hij stapt op mij af en pakt mijn kin vast. Hij kijkt me in mijn ogen aan en kust me daarna op mijn mond. "Iewww!" horen we opeens van achter. We laten elkaar los en ik draai me om. Daar staat Janneke, zijn zusje. Ze is vijf jaar of zo. Janneke en mijn vriendje kijken elkaar aan en dan opeens doet hij de deur dicht zodat we nu samen in zijn kamer staan.

We kijken elkaar aan en weer pakt hij mijn kin vast. We beginnen te zoenen en tegelijkertijd tilt hij me op. Ik sla mijn benen om zijn middel om te voorkomen dat ik val. Hij zet twee stappen naar voren waardoor ik nu met mijn rug tegen de muur gedrukt sta. Ik sla mijn armen om zijn rug en teken met mijn vingers patroontje erop. Ik breng mijn armen meer omhoog en laat mijn vingers met zijn plukje babyhaartjes in zijn nek spelen. Hij plaatst zijn handen op mijn middel onder mijn shirt. Ik trek me terug en leg mijn hoofd tegen de zijne om op adem te komen. "Zullen we vandaag naar een pretpark?" vraag ik hem met hoop in mijn stem. "Of we spenderen onze tijd hier in mijn kamer samen gezellig en romantisch?" zegt hij met wiebelende wenkbrauwen."Oké, maar dan wil ik vanmiddag wel even gaan wandelen of zo."

De ochtend was heel gezellig en nadat ik een geluidsbarrière had gemaakt om zijn kamer was het nog beter. Toen schreeuwde zijn zusje in ieder geval niet elke vijf minuten 'Ieuw' omdat je ons dingen hoorde doen. 'S middags zijn we naar een park geweest en hebben daar heerlijk gewandeld met paraplu en dikke jassen. Ik hou zo veel van hem. Na de wandeling kwamen we thuis en werd ik gevraagd om mee te eten, natuurlijk zei ik ja.

De BaisteenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu