7: Kennissen

1.3K 31 18
                                    




Ik ga zitten op de bank. Hij pakt zijn laptop en gaat aan de tafel zitten. Ik zet de TV aan, Friends staat aan. ''Wat een kut serie'' zegt hij.

''Hou jij je nou maar bezig met je eigen werk heb je ook geen last van mij!'' zeg ik met een neppe glimlach.  Ik hoor hem zachtjes lachen en ik krijg een oprechte glimlach op mijn gezicht. Snel keek ik weer serieus naar de Tv. Ik probeer me te focussen maar toch wijkt mijn zicht de hele tijd af naar hem. Waarom vond ik hem zo mooi als hij zich concentreerde op zijn werk?
"Waar kijk je naar?" Vraagt hij dan met een vieze grijns. Ik schrik op, ik zat veel te lang naar hem te staren. "Ehm ehm ik- ehm nee niks denk ik" zeg ik, van deze woorden krijg ik na nog geen seconde spijt. Hij lacht. "Is goed Sam" zei hij.
Ik keek terug naar de Tv, het voelde zo fijn als hij niet lulling deed.
Ik sta op, maar terwijl ik naar de keuken loop struikel ik over een snoer dat op de grond ligt. Ik probeer mezelf op te vangen en val op mijn pols. Ik grijp naar mijn arm. "Kut zooi" zeg ik terwijl ik mijn pols vast houdt en mijn ogen dicht heb.
"Hé gaat het" zegt Matthy terwijl hij naast mij gaat zitten. Ik voel de ongemakkelijkheid, hij heeft geen idee wat hij moet doen. "Ja ja gaat wel" zeg ik terwijl ik rustig in en uit adem. Hij staat op en verdwijnt uit mijn zicht. Niet veel later komt hij terug lopen met een zak bevroren erwten in zijn handen. Ik moet een beetje lachen. ''We hebben niet veel beters sorry" zegt hij. ''Ah joh'' zeg ik. Ik probeer op te staan wat niet echt lekker gaat. Hij staat te kijken hoeveel moeite ik er mee op. ''Ja wat sta je daar nou te kijken help dan even lul!'' zeg ik boos. Snel beweegt hij naar me toe. Met zijn handen onder mijn schouders kom ik overeind. ''Dankjewel'' zeg ik lichtelijk kwaad. Mijn pols doet ongelofelijk veel pijn en ik probeer er niet op te letten. Ik loop naar de bank en plof neer, iets te hard want de dreun dringt door mijn lichaam en dus ook door mijn pols. Ik buit mijn tanden op elkaar om de pijn te verdragen. Matthy gaat aan tafel zitten. Ik probeer mijn overgebleven thee te pakken van het tafeltje en buig naar voren, ik steek mijn hand uit en pak het kopje. Zodra ik het kopje in mijn handen heb schrik ik van de pijn. Ik laat het kopje thee uit mijn handen vallen wat vervolgens in scherven op de grond flikkerd. Opnieuw grijp ik naar mijn onderarm. ''Tering'' zeg ik hard. Ik zie dat Matthy opstaat, snel en gehaast waardoor hij een beetje agressief lijkt. ''Wat doe je?'' vraag ik terwijl ik zacht over mijn pols wrijf. ''Ja wat denk je we gaan naar het ziekenhuis'' zegt hij en hij trekt zijn jas aan. ''Nee Matthy het is echt niet nodig'' zeg ik, heb ik toch helemaal geen zin in joh. ''Sam nu niet gaan zeiken kom'' zegt hij steekt zijn hand naar mijn uit. Met mijn goede linkerhand pak ik zijn hand zuchtend vast. Hij trekt me over eind. Ik loop naar de gang. Hij pakt mijn jas en slaat hem als een mantel om me heen. Daarna grist hij zijn sleutels van het plankje en opent hij de Deur. Ik loop er vermoeid uit. Wat een gezeik, waarschijnlijk is er helemaal niks aan de hand ik tyf zo vaak om. Hij klikt op het knopje van zijn autosleutels en de zwarte polo klikt open. Ik open de deur met mijn goede hand en stap in. Ik sluit de deur. Hij start de motor en rijdt erg hard de dijk op. Hij remt niet heel erg in de bocht waardoor ik met mijn hele arm tegen de rechter kant van de auto stoot. De pijn giert door mijn hele onderarm en eigenlijk wil ik het uitschreeuwen. Maar ik houd me in en bijt nog een keer heel hart op mijn kiezen. ''Jezus vind je het erg om iets zachter te rijden, mijn arm valt er niet af ofzo he?'' zeg ik als hij nog steeds niet tempo minderd. Inplaats van een menselijke reactie te geven kijkt hij boos vooruit en wisselt zijn blik af en toe naar de spiegel. Toch merk ik dat hij minder gas geeft na een tijdje. Ik schud mijn hoofd en glimlach een beetje. Wat een sukkel is het ook.
Binnen 10 minuten zijn we bij het ziekenhuis. Hij zet de motor uit en we stappen uit. Ik sla de deur dicht en loop richting de ingang. Matthy loopt iets voor me. Hij kijkt even om. "Lukt het om zelf te lopen?" Vraagt hij. Ik rol mijn ogen. "Matthy jezus je bent nooit bezorgd om me, hou dat lekker zo ik ben niet gehandicapt!" Zeg ik. Hij blijft eventjes stil staan en het lijkt alsof hij iets wilt gaan zetten maar hij sluit zijn mond weer en loopt weer door. Ik zucht en loop hem achterna. We stappen het ziekenhuis in. Hij loopt in een rap tempo naar de balie, terwijl ik nog op de borden keek waar we moesten zijn. Ik kijk naar hem en zie dat hij overdreven met zijn hand mij bij hem roept. Ik zucht en loop naar hem toe. We lopen naar een vrij loket. De vrouw achter de balie kijkt ons vragend aan. Ik kijk hem aan, met zijn ogen zegt hij dat ik moet gaan praten. Ik geef hem een neppe glimlach en draai mezelf naar de vrouw toe. "Ja hai ehm ik ben net gevallen en ik viel nou ja best hard op mijn pols en de pijn is niet gestopt... ehm dus ja" zeg ik. Ik heb geen idee wat ik verder moet zeggen. De vrouw kijkt een beetje chagrijnig naar me. Ik haal mijn schouders op en kijk naar Matthy. Hij rolt zijn ogen. "Ja dus we willen even laten checken of het gebroken is of niet" zegt hij. Hij kijkt na zijn woorden even naar mij. Ik geef hem een glimlach. Hij schud lachend zijn hoofd. "Nou goed eigenlijk zouden jullie eerst even naar de huisarts moeten maar voor deze ene keer dan" zegt ze en op dat moment komt er een bonnetje uit het loket met een nummertje. "Neem plaats de dokter komt er zo aan" zegt ze nu met een glimlach. "Heel erg bedankt" zeg ik en ik zwaai nog even naar haar. We gaan zitten in de wachtkamer. Het is een klein ziekenhuis, ik kan me het nog herinneren van toen ik met me dronken kop in de club viel, toen heb ik de hele nacht en ochtend hier gezeten. Het is rustig in het ziekenhuis, alleen een paar dokters en zusters die heen en weer lopen en af en toe een praatje met elkaar maken. En de telefoons die overgaan aan de balie. Ik heb nog steeds de zak erwten op mijn pols. De kou heeft de pijn een beetje verdoofd. Ik haal de zak erwten weg en kijk naar mijn pols. Holy fuck. Mijn hele pols en hand is blauw en enorm dik. Of nou ja blauw, meer een soort regenboog; geel, groen, blauw, paars, noem het maar op. Het lijkt alsof mijn hand obesitas heeft, zo dik is ie. Ik stoot Matthy aan om te laten merken dat hij moet kijken, zijn ogen kijken naar mijn pols. ''Tering man wees blij dat we naar het ziekenhuis zijn gegaan'' zegt hij geschrokken. Ik lach. ''Nummer 367?'' zegt een zware mannenstem achter ons. Dat is mijn nummer. Ik sta op en draai mij om, een hele charmante man staat in een dokters uniform naar mij te glimlachen. Matthy stoot mij aan. Ik herpak mezelf. ''Eh ja dat ben ik'' zeg ik met een glimlach. De dokter glimlacht prachtig en geeft aan dat we hem moeten volgen met zijn hand. Ik sluit de deur achter mij. ''Gaat u zitten'' zegt de doktor en Matthy en ik nemen plaats tegenover de man. ''Wat is u naam?'' vraagt de man terwijl hij een formulier pakt. ''Sam, Sam Boison'' zeg ik zo charmant mogelijk. ''Leeftijd?'' Vraagt hij. ''22'' zeg ik. Hij vraagt nog een paar persoonlijke vragen die blijkbaar nodig zijn als je foto's gaat maken. ''Laatste vraag hoor even kijken'' zegt hij terwijl hij door zijn papieren bladert. ''Was er iemand bij de val?'' zegt hij dan. ''Ja hij'' zeg ik terwijl ik met mijn ogen naar hem wijs. Matthy geeft een klein lachje aan de man, erg oprecht lijkt het niet. ''Bent u haar partner of wat is jullie relatie?'' vraagt de dokter. Het is even stil. Matthy kijkt me even aan en kijkt dan terug naar de man. ''Kennissen'' zegt hij dan kil. 

Kennissen, ik was zijn kennis.




Heyyyy maten! hier dan het 7e hoofdstuk zoals beloofd. Wel een lang hoofdstuk maar vind het zelf niet zo'n leuk hoofdstuk. See for yourself! Morgen wel gewoon weer een deeltje hupsa! nou hoop toch dat jullie ervan genoten hebben. Doei doei.

Kusjes. 

I'm not falling for him.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu