Proloog

582 11 0
                                    

Het is zondag nacht. Ik loop ergens maar ik weet niet precies waar. Het is donker. Donker en koud. Ik heb alleen een vest kunnen pakken, meer niet. Ik weet niet hoe ik het heb gedaan maar het zwartrijden ging me ook goed af. Mijn tas met spullen stond al in mijn kast dus die wist ik zo te vinden. Ik kijk op mijn mobiel, nog zeven minuten lopen. Ik gaap en kijk nog een keer in de tas. Wat als ze me niet geloven? Dan lig ik vannacht op straat en misschien niet alleen vannacht. Ik loop nog een beetje door tot ik de poort van een huis zie staan. Ik kijk nog een keer op google maps. 'Hier moet het zijn,' zeg ik tegen mezelf en stap de oprit op. Er schieten veel gedachten door mijn hoofd als ik voor de deur sta. Er is geen tijd om na te denken. Ik ben bang, bang dat ze me niet geloven. Bang dat hij me niet kent. Ik probeer geen doemscenario's te bedenken. Ik haal nog een keer diep adem en bel dan aan. Met trillende handen hou ik mijn tas vast. Het is al laat, wat als er niemand open doet? 

Het zusje van...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu