Wat doe jij hier!

309 9 0
                                    

Het geeft een raar gevoel als ik mijn huis achter de bomen zie verschijnen. Matthy rijdt de straat in en ik wijs hem nog een beetje de weg. Jaïr komt later. 'Stop,' zeg ik dan als Matthy voor mijn huis rijdt. De witte muren staren mij al aan. Ik kijk naar de ramen, die zijn dicht en de zwarte gordijnen zijn er voor geschoven. Ik blijf nog even zitten. 'Als je niet durft moet je het niet doen,' zegt Raoul dan. Ik haal diep adem. 'Ik ga dit wel doen,' zeg ik dan en ik stap uit de auto. Ik geef Matthy de instructie om even door te rijden naar de openbare parkeerplaats ongeveer twintig meter verderop. Ik zoek naar mijn sleutels in mijn jaszak. Als ik ze heb gevonden kijk ik even om me heen en draai dan de deur van het slot. Ik stap naar binnen. Er staan geen lichten aan. Dat is voor mij een teken dat er niemand thuis is. Ik sluip door mijn huis. Ik loop even naar mijn kamer om wat op te halen. Ik pak mijn rugzak van de stoel en pak mijn knuffelbeer en mijn mooiste zomerjurk. Snel pak ik ook nog wat schoon ondergoed mee. Ik kijk rond of ik alles heb als ik ineens gestommel hoor. Ik schrik me rot en weet niet wat ik moet doen. Ik zie mijn telefoon oplichten. Drie gemiste oproepen van Rob. Mijn telefoon gaat opnieuw over. Ik neem meteen op. 'Je vader is thuis!' roept Rob door de telefoon. Ik raak in totale paniek en stoot daardoor tegen mijn kast. Het gerommel beneden stopt meteen. 'Is daar iemand?' hoor ik de stem van mijn vader. Ik loop naar mijn raam. Ik zie Jaïr staan bij mijn vader zijn auto. Ik bel hem meteen. Als hij de telefoon opneemt is het enige wat ik zeg: 'Kijk naar het raam.' Jaïr ziet me meteen staan en ik sein naar hem dat hij mijn tas moet vangen. Hij snapt het gelukkig snel en vangt mijn rugtas. Dan gaat de deur van mijn kamer open. 'Wat doe jij hier!' Ik hoor mijn vader achter me. Ik slik. 'Ik wilde al weggaan,' zeg ik. 'Niks van,' zegt Ronald en hij pakt me bij mijn arm. 'Laat me los!' Ik schreeuw het uit. Hij sleurt me mee naar beneden. 'Jaïr!' schreeuw ik. Ronald pakt me steviger vast terwijl we de woonkamer inlopen. Hij zet me neer op een stoel. 'Waar is jouw moeder?' vraagt hij dan aan mij. Ik schrik van de vraag. 'Weet ik niet,' zeg ik. 'Leugens!' schreeuwt hij en hij slaat met zijn vuist op tafel. 'En waar zat jij al die tijd?' vraagt hij aan mij. Ik hou stevig mijn mond dicht. 'Als je niet normaal wilt praten gaan we dit anders oplossen,' zegt hij en hij loopt weg. Nog geen minuut later komt hij terug met een vleesmes. Ik schrik. 'Waar is je moeder en waar zat jij?' Hij staat voor me met het mes. Één verkeerde beweging en ik ga eraan. Ik slik. Ik wil mijn moeder niet verraden. Dan ineens hoor ik de deur open gaan. Jaïr staat in de kamer met een pistool op mijn vader. En dus ook op zijn vader. Hij kijkt boos maar zijn handen trillen. Tranen springen in mijn ogen. Ronald laat het mes vallen en rent weg. Jaïr wilt er achteraan maar besluit dat dat in zijn eentje geen zin heeft. Hij haalt mij uit de stoel en drukt me dicht tegen zich aan. Rob en Matthy komen nu ook binnen rennen. 'Hij is weggereden,' zegt Matthy. Jaïr knikt. 'Er zit een tracker aan zijn auto dus ik kan hem overal volgen,' zegt hij. 'We gaan naar huis,' zegt Rob. Jaïr gaat nog even met ons mee.

Als we thuiskomen zitten Carolijn en Lieke, de vriendinnen van Matthy en Raoul, aan tafel. Matthy is super blij om Carolijn te zien en geeft haar een knuffel en een hele dikke kus. Raoul geeft Lieke ook een kus. Matthy kijkt dan even naar mij en ik zwaai verlegen naar Carolijn. Lieke ken ik al wel, die was er gisteren ook. Carolijn loopt naar me toe. 'Lente, toch?' Ik knik. 'Carolijn,' zegt ze en ze schud mij de hand. Ik lach verlegen. Ik heb Carolijn nog nooit ontmoet maar wel veel dingen over haar gehoord. Als Carolijn weer bij Matthy staat schud ik alle spanning van me af. Raoul legt uit wat er net is gebeurd. 'Wat spannend,' zegt Carolijn. Ik knik. 'Zullen we anders even samen de stad in om te vergeten wat er allemaal is gebeurd?' vraagt Carolijn aan mij. 'Lijkt me leuk,' zeg ik. 'Liek?' Carolijn kijkt naar Lieke. 'Gezellig,' zegt Lieke. We stappen in de auto van Lieke en rijden naar de stad. Eenmaal daar gaan we eerst even samen een ijsje eten terwijl ik vertel wat ik heb meegemaakt. 'Ging je in deze outfit?' vraagt Lieke. Ik knik. 'Dat valt toch ook op,' zegt Lieke lachend. 'Je moet een echte spionnen outfit hebben.' 'Je moet er uitzien als Black Widow,' zegt Carolijn. Ik lach. Als ons ijsje op is besluiten we naar de winkels te gaan. 'We gaan opzoek naar je spionnen outfit meid,' zegt Lieke. We zoeken een paar winkels rond en eindigen met een zwarte legging en een zwarte croptop. Ook hebben we er een leren jasje bij gekocht voor de sier. Dan ineens krijg ik telefoon van Jaïr. We moeten zo snel mogelijk naar huis komen.

Het zusje van...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu