Je kent me echt niet?

396 11 0
                                    

Als ik zijn kamer binnen kom zie ik meteen een hele set-up. Ik kijk er vragend naar. 'Wacht, je kent me echt niet?' vraagt hij dan aan mij. Ik schud mijn hoofd. 'Anders had ik niet zo veel tijd hoeven steken in het achterhalen van je adres,' zeg ik. Hij gaat op zijn bed zitten. 'Luister,' zegt hij, 'Ik ben lid van een groep genaamd de bankzitters en wij maken video's op YouTube,' zegt hij. Ik denk na. 'Volgens mij wel ooit iets van gehoord,' zeg ik. Matthy kijkt me onderzoekend aan. 'Je kent het echt niet,' zegt hij. 'Nee dat zei ik toch,' zeg ik lachend. 'Ik heb ook een eigen kanaal,' zegt hij. 'We zijn echt best bekend,' Ik lach. 'Sorry,' zeg ik, 'Dan leef ik denk ik onder een steen.' Matthy lacht ook. 'Ja dat denk ik ook,' zegt hij dan. 'Maar goed, met de bankzitters woon ik dus in dit huis.' Ik knik. Matthy glimlacht en gaat op bed liggen. 'En ik dan?' vraag ik hem. Hij kijkt om zich heen. Dan staat hij op en loopt naar een bank die in zijn kamer staat. Hij rommelt een beetje aan de bank en veranderd de bank in een bed. 'Welterusten,' zegt hij. Ik kijk hem met open mond aan. Hij kijkt me een beetje sukkelig aan. 'Een kussen, deken...' zeg ik. 'Ah,' zegt hij en hij pakt een deken en een kussen uit zijn kast. Ik pak mijn knuffeltje uit mijn tas. 'Schattig,' zegt hij als hij mijn knuffeltje bekijkt. 'Ze heet Tut,' zeg ik terwijl ik naar het lapje stof in mijn hand kijk. Tut gaat al heel lang mee. Tut heeft alles meegemaakt wat ik ook heb meegemaakt. Alle ruzies, alle pijn, al het geschreeuw. Tut heeft iedere traan opgevangen die ooit van mijn wangen viel. Ik zou niet zonder Tut kunnen. Ze is al 17 jaar lang, iedere avond bij me. Matthy legt ondertussen het deken en kussen op de bank. Hij slaat een arm om me heen en zegt: 'Welterusten, als er wat is hoor ik het wel.' Ik knik en ga in bed liggen. 

Het is de volgende ochtend, half negen. Ik lig op de bank van Matthy, iets wat ik al bijna vergeten was. Ik kijk naar het plafond. Ik kijk of Matthy nog in bed ligt. Matthy ligt er nog. Ik sta op en ga op het randje van zijn bed zitten. 'Goedemorgen,' zeg ik. Matthy draait zich naar mij toe. 'Oh shit, ja.' Hij slaat een hand voor zijn gezicht. 'Goedemorgen,' zegt hij dan. 'Nog iets van je moeder gehoord?' 'Nog niet,' zeg ik en ik ga op het voeteneind van zijn bed liggen. Hij staat op en trekt zijn kast open. 'Je hebt vast geen schone kleding bij je hè,' zegt hij. Ik schud mijn hoofd. Ik krijg een trui en een trainingsbroek naar mijn hoofd geslingerd. 'Hier kan je vast wel wat mee.' Ik trek het aan. In de trui verzuip ik bijna maar de broek zit op magische wijze prima. 'Die broek was mij toch al te klein en anders moet je maar wat aan Rob vragen.' Ik knik en Matthy kleed zich ook om. Als hij klaar is lopen we samen naar de woonkamer. Rob en Raoul zitten al te ontbijten. 'Is die vieze ginger nog niet eens wakker?' vraagt Matthy als we de kamer binnenkomen. 'Ook goedemorgen,' zegt Raoul licht geïrriteerd. Ik durf amper wat te zeggen. Ik heb nog steeds het gevoel dat Raoul boos op me is na gister avond. Rob kijkt mij aan. 'Lekker geslapen?' vraagt hij aan mij. Ik knik. 'Waar heb je eigenlijk geslapen?' vraagt Raoul. 'Op de bank in Matthy zijn kamer,' zeg ik, niet al te hard. Raoul knikt. Dan ineens gaat de voordeur open. 'Hey Mat, nieuwe scharrel?' klinkt het uit de gang. 'Koen, hou je bek.' roept Matthy terug. 'Wie is dit dan?' vraagt Koen, 'Je hebt geen zusjes.' Ik kijk Matthy aan. 'Sinds gister avond wel,' zegt Matthy. 'Hoe dan?' zegt Koen vragend. 'Dat vraag ik mij nu ook wel af,' zegt Raoul. 'Waarvoor ben ik vannacht mijn bed uit gekomen?' Ik kijk naar Matthy en Matthy naar mij. 'Alleen als jij er klaar voor bent,' zegt hij tegen mij. Ik knik maar zeg dan: 'Ik vind wel dat iedereen hier een uitleg is verschuldigd.' Ik vertel het hele verhaal en Matthy vult mij aan waar nodig. 'En daarom ben ik dus hier heen gekomen.' 'Jeetje zeg.' Rob wrijft een beetje over mijn arm. 'Als je ooit iets nodig hebt dan weet je me te vinden,' zegt hij en hij knipoogt naar me. Mijn buik kriebelt en ik glimlach naar hem. 'Het spijt mij van gister avond,' zegt Raoul. 'Ik wist niet dat je daar doorheen moest.' Ik knik en zeg: 'Het is oké, ik zou het ook niet leuk vinden als er midden in de nacht ineens iemand voor mijn deur zou staan.' Het is even stil als Matthy de stilte verbreekt. 'Wat wil je eten?' vraagt hij. Ik lach en antwoord: 'Als je iets van yoghurt hebt, dat graag.'


Het zusje van...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu