Het zusje van...

Heb jij een oogje op iemand?

Ik heb alles tegenwoordig in een kast liggen die leeg stond ik Koen zijn kamer. Ik kijk een beetje rond. Ik besluit te gaan voor een zwarte spijkerbroek en een roze croptop. Als ik mij, inmiddels voor de derde keer vandaag, heb omgekleed loop ik de kamer uit. 'Lente.' Hoor ik voor ik de deur wil openen. Ik kijk Matthy aan. 'Als je het doet, doe het veilig,' zegt hij lachend. Ik lach en steek mijn tong uit. 'Ik zal een helm meenemen,' grap ik. Matthy lacht. 'Veel plezier,' zegt hij dan. Ik zwaai naar hem en loop de kamer uit. Ik loop naar de woonkamer. Daar zitten Koen, Lieke en Rob. Carolijn is naar Matthy gegaan en Raoul staat in de keuken. Ik ga bij Lieke zitten. Op tv staat voetbal aan. Ik kijk een beetje op mijn telefoon. Nog niks van Jaïr. 'Heb jij eigenlijk een vriendje?' vraagt Lieke ineens aan mij. Ik lach. 'Nee,' zeg ik. 'Hoezo?' 'Niks,' zegt Lieke. 'Gewoon interesse.' 'Ik ben ook niet opzoek ofzo,' zeg ik dan. 'Zou je er wel voor open staan?' vraagt Lieke. Ik denk aan Rob. 'Ja,' zeg ik dan. 'Heb je een oogje op niemand?' vraagt Lieke dan. 'Nee,' zeg ik terwijl ik heel erg mijn best doe om niet rood te worden of in de lach te schieten van de zenuwen. Lieke knikt en kijkt dan met een glimlach naar Rob. We kijken een tijdje naar de voetbal wedstrijd. PSV tegen FC Emmen. Het staat 2-0 voor PSV. 'Rob kan weer goed slapen vannacht,' zegt Koen als de scheidsrechter de wedstrijd affluit. 'Het eten is ook klaar,' zegt Raoul. 'Wij eten niet mee,' zegt Rob tegen Raoul en mij. 'Wij gaan lekker langs de Mac.' Ik glimlach. 'De wedstrijd begint om 20:00 uur,' zegt Rob tegen mij. 'We moeten er een ongeveer drie kwartier eerder zijn en het is en half uurtje rijden.' Ik zie Rob nadenken. 'Dan moeten we nu weg,' zegt hij lachend. 'Oké,' zeg ik en ik lach ook. 'Let's go,' zegt Rob en we lopen naar de auto. Dit is ook de eerste keer dat ik in Rob zijn auto stap. We rijden weg. Na een kwartiertje gereden te hebben slaat Rob ineens af. Ik had het niet door omdat ik lekker aan het meezingen was met de muziek in Rob zijn auto. 'Wat wil je?' vraagt hij en ik schiet in de stress. 'Ik eet nooit bij de Mac,' zeg ik. 'Ik weet amper wat ze hebben.' 'Ik neem een kip 20 en een frietje,' zeg Rob. 'Niet te veel voor een wedstrijd.' Ik knik en denk na. 'Ze hebben ook negen kipnuggets en een kleine friet,' zegt Rob. 'Ik neem dat wel,' zeg ik lachend. Ik neem ook nog een iced frappé karamel en we plaatsen onze bestelling. Terwijl we staan te wachten zegt Rob ineens tegen mij: 'Heb je echt geen oogje op iemand?' Ik schrik me rot van die vraag. 'Ik weet het niet,' zeg ik dan. 'Jij?' Rob denkt na. 'Nou, ik heb wel een oogje op iemand,' zegt hij dan. 'Alleen weet ik niet of zij ook een oogje heeft op mij.' Ik kijk hem aan en hij kijkt naar mij. 'Wie dan?' vraag ik. Rob lacht. 'Je kent haar wel,' zegt hij terwijl hij mij liefdevol aankijkt. Hij bloost een beetje. 'Ken ik degene waar jij een oogje op hebt?' vraagt hij aan mij. Ik glimlach. 'Ik denk dat jij die persoon beter kent dan wie dan ook.' Ik voel me super stom dat ik het op deze manier heb gezegd maar ik moest het kwijt. Dan is onze bestelling klaar. Rob gaat even op de parkeerplaats staan. We hebben nog wel wat tijd. Ik loop een beetje te stuntelen met mijn eten terwijl Rob al bijna zijn twintig kipnuggets naar binnen heeft. Als Rob alles op heeft moet ik nog zes kipnuggets naar binnen schuiven. Rob besluit even onze bakjes en zakjes weg te gooien en dan weer door te rijden. Rob rijdt heel relaxt. Hij heeft één hand aan het stuur en zijn andere hand ligt een beetje ongemakkelijk tussen ons in omdat hij mij eigenkijk niet wilt aanraken. Ik raak een beetje verdwaalt in hoe hij auto rijd en zijn serieuze blik. Ik staar een beetje naar hem als hij ineens keihard remt. 'Mongool, maak een keuze ofzo!' schreeuwt hij. Ik schrik er een beetje van, wat Rob blijkbaar heeft opgemerkt. 'Sorry,' zegt hij. 'Idioten weggebruikers.' Ik lach en knik. Als we aan komen rijden op de voetbalclub staan er honderden mensen. Veel meisjes. Ik schrik er bijna en van. Ik kijk Rob in paniek aan. 'Het komt wel goed,' lacht Rob als hij mijn gezicht ziet. Ik knik. Rob stapt de auto uit. 'Matthy is er niet,' roept hij dan. Er gaat wat gejammer rond op de parkeerplaats. Ik stap ook uit Rob zijn auto en ik zie meteen tientallen mobieltjes de lucht in vliegen. Ik voel me erg ongemakkelijk. Rob slaat een arm om me heen en ik loop met hem mee.