The Masked Girl

Sisters bloody house

Nynke stapte haar auto in. Ze had haar koffers bij en ze keek nog eens naar haar huis. Het was twee dagen na de dood van haar huisgenoot en vriendin. Gisteren kreeg Nynke te horen dat haar beste vriendin vermoord werd. Een man die kwam tanken zag het lijk liggen. En belde meteen de politie op. Nynke had veel verdriet toen ze het nieuws te horen kreeg. Du besloot ze maar te verhuizen naar een andere plaats. Naar het huis van haar zus. Nynke wilde het liefst in een ander huis wonen. Ver weg van haar zus. Het huis van haar zus zag er nu niet bepaalt gezellig uit. En al zeker niet in het donker.

Nynke had een blauwe blinkende jas aan. Een donkerblauwe jeansbroek, bruine schoenen en haar blonde haar zat in een bruine muts met een pluizig bolletje erop. Ze had een bruine koffer bij en ze droeg een bruine sjaal met bruine handschoenen. Ze droeg de ketting die ze van haar moeder had gekregen. Ze hield die ketting vast met haar rechterhand.

Het was het erg mistig en koud buiten. Het was erg lang rijden met de auto. Uiteindelijk stopte ze vlak voor de poort van het huis. De poort was nog steeds gesloten. En nog steeds was het mistig. De taxi Ze haalde haar bruine koffer uit de koffer en ze keek naar die enge poort. Door die poort was het huis in de verte te zien. Het was helemaal aan het wegrotten en het was erg bruin. Het zag eruit als een echt horrorhuis. Er waren ramen gebarsten en er zaten gaten in het dak. Ze zag rook vanuit de schoorsteen komen. Dus haar familie was nog wakker. Ze drukte op een bel die aan de poort ging. De bel werd rood van kleur. En de poort ging erg traag open. Ook maakte de poort erg veel piepend geluid. Nynke wandelde door de poort heen. Ze wandelde over een kiezelstenen pad. Ze wandelde recht naar de deur van het huis. Hoe dichter ze kwam hoe enger het werd. Er stonden allemaal dode bomen naast het pad. Schuin achter het grote huis stond een verwoeste schuur. De verwoeste schuur was gelukkig nog ver weg van Nynke.

Er stond ook een verwoeste schommel in de tuin. Die hing vast aan een grote oude boom. En die boom leefde wel nog. Maar de bladeren waren allemaal weg aan het rotten. Naast het pad stonden er ook een paar grafstenen, die van hun overleden grootouders. Het waren geen grootouders van Nynke haar familie, maar van een andere familie die hier honderden jaren eerder woonden. Nynke stopte aan de voordeur en ze keek voor haar. De deur ging open. En daar zag ze haar zus Marthe staan.

"Dit is je nieuwe thuis." Zei Marthe. Nynke vond het best wel eng. Ze zag achter haar zus de rest van de familie staan. Nynke haar schoonbroer Kris stond vooraan. Haar neef zat in zijn rolstoel naast kris aan de linkerkant. Hij heette Jordy. Haar nichtje Angel stond voor Cherry. En Cherry was de nieuwe babysitter van Angel. Zij stond aan de linkerkant van Kris. Ze keken Nynke eng aan. "Welkom zusje." Zei Marthe.