Hoofdstuk 5

7 0 0
                                    

Hij kreunt en ik hoor zijn botten breken. Ik zie dat hij veel pijn heeft. Ik wil hem helpen maar ik durf niet dichterbij te komen. Het lijkt eeuwen te duren en ik vind het verschrikkelijk om hem zoveel pijn te zien lijden. In werkelijkheid duurt het hooguit een minuut, maar het breekt mijn hart.

Ik zie hem voor mijn ogen veranderen. Zijn beenderen breken en lijken in een andere vorm op de één of andere manier weer aan elkaar te groeien. Zijn spieren passen zich aan aan het nieuwe skelet en ik vraag mij af of hij dit gaat overleven. Zijn goudgele ogen staren mij aan terwijl ik zie hoe er haar begint te groeien over zijn hele lichaam totdat hij in zijn nieuwe gedaante voor mij staat. Een enorme wolf.

Ik begin even te twijfelen of ik droom. Heb ik gewoon een rare droom? Ben ik toen ik bij Daniël vandaan fietste onder een auto gekomen en lig ik nu in coma? Het kan niet waar zijn dat ik verliefd ben geworden op een enorme wolf...

Hij loopt op zijn vier poten naar mij toe. Ik kan nog duidelijk sporen van Alex zien in deze wolf. Hij heeft een prachtige kastanjebruine vacht, net als zijn prachtige lokken in mensvorm, en ik zie die enorme vriendelijkheid in zijn ogen. Langzaam steek ik mijn hand naar voren en aai ik hem voorzichtig over zijn kop. Hij likt vervolgens mijn hand, het kietelt.

Langzaam maar zeker lijkt hij weer terug te veranderen totdat Alex naakt voor mij staat.

'Je bent er nog,' zegt hij opgelucht.

Ik blijf stil. Ik moet het nog even verwerken. Meer dan een stotterende 'ja' krijg ik er niet uit. Ik kijk hem mijn grote groene ogen aan. Wachtend tot hij wat zegt. Hij loopt naar de ladekast waarop de foto van zijn familie staat en haalt er ondergoed, een broek en T-shirt uit. Van zijn andere kledingstukken ligt gescheurd stof op de vloer waar ik hem net nog zag transformeren in een wolf.

Ik loop naar de bank en ga zitten. 'Ik denk dat je me nog iets meer moet uitleggen'.

'Dat kan in mij indenken. Waar moet ik beginnen?' zegt hij meer dan behulpzaam.

'Laten we beginnen met hoe je dat in hemelsnaam deed'.

'Pff.. Daar zit een enorm verhaal achter. Het is eigenlijk gewoon erfelijk, mijn hele familie kon het. Transformeren tot weerwolf'.

Dus dat is hij. Een weerwolf...

'Mijn ouders waren zogenaamde Alfa weerwolven. Bij mij en mijn broers is het aangeboren. Bij geboorte zijn we nog niet direct een weerwolf, maar hebben we wel al de weerwolf genen. Op de dag dat we twaalf worden hebben we onze eerste transformatie. Dat was veruit de meest pijnlijke transformatie die ik ooit ervaren heb. We zijn verder gewoon normaal hoor. Geen bloedlustige wolven. Maak je maar geen zorgen. Ik heb nog nooit een vlieg kwaad gedaan. Alle verhalen die bekend zijn over wolven en weerwolven zijn mythisch en worden versterkt door de entertainment industrie. Ik denk dat wij nog heiliger zijn dan sommige 'gewone' mensen. Ben je er nog een beetje bij? Moet ik een glas water voor je pakken? Denk je dat je flauw gaat vallen?'

'Wouw,' is alles dat ik uit kan brengen. Ik weet letterlijk niet wat ik moet zeggen of welke vragen ik zou moeten stellen. Dat hij geen vlieg kwaad heeft gedaan geloof ik zo. Ik heb hem de afgelopen dagen eigenlijk als een heilig boontje leren kennen.

'Nee, het gaat nog goed. Ga maar verder met je verhaal.'

'Ik heb tot mijn achtste hier in de buurt gewoond. Niet in Heerenveen, maar wel in de steden rondom Heerenveen. Samen met mijn familie. Mijn ouders en mijn zes broers. Ik was de jongste'.

Hij valt stil. Ik leg mijn hand op zijn knie en knijp er liefkozend in. Ik weet wat er nu gaat komen.

'Toen ik net acht was...' hij zucht. 'Mijn broer was tien dagen na mij jarig. Tristan heette hij. In onze familie hadden we een traditie. Wanneer je twaalf werd dan maakten mijn ouders daar altijd een speciale viering van. Je eerste keer transformeren is de pijnlijkste van alle transformaties die je als weerwolf meemaakt. En voor elke transformatie gingen we altijd lekker eten en mochten we doen wat we het allerliefste wilden. Die nacht gingen ze naar de kelder om Tristan te helpen bij zijn eerste transformatie. Ik mocht er nog niet bij zijn. Ik was nog te jong.

VrijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu