§7.

866 37 0
                                    

Matthy pov:

"Vind je het goed als ik met je mee loop? Gister heb je dat bij mij gedaan" Zeg ik lief tegen Milo, die naast me loopt.
Even kijkt hij me vreemd aan, maar al gauw veranderd dat in een glimlach. "Is goed"
Breed glimlachend kijk ik naar mijn voeten. Ik wil hem niet per se naar huis lopen omdat hij dat bij mij heeft gedaan, ik wil gewoon elke minuut pakken om bij hem te zijn. Over twee dagen moet hij alweer terug naar Nederland, helaas. Ik weet natuurlijk ook niet of we iets van contact gaan houden, de meeste doen dat toch niet. En sowieso zou ik hem nu mijn nummer niet kunnen geven of hem in mijn contactenlijst zetten. Mijn telefoon is namelijk nog steeds kapot. Maar, ik probeer het idee van hem nooit meer zien uit mijn hoofd te zetten, het is nog niet zo ver. Eerst nog genieten van deze momenten, waarbij we het gezellig samen hebben. Waarbij ik eindelijk iemand heb gevonden die me gelukkig maakt.

Het voelt onwerkelijk. Hij voelt onwerkelijk.
Nogsteeds ben ik in mijn hoofd aan het verwerken wat er is gebeurd op het strand. Hoe vrolijk we waren, hoe we aan het dansen waren...En dan vooral het stukje na het dansen. Ik krijg mijn gedachtes er maar niet vanaf.
Ik zag hem ook naar mijn lippen kijken, toch? Of beeld ik me dingen in?
Ik deed het in ieder geval wel bij hem, ik kon het niet laten. De spanning die er hing is niet te omschrijven. Het voelde nieuw, maar fijn. Nog nooit heb ik me zo tegenover een jongen gevoeld. Ik wil niet zeggen dat ik verliefd ben, maar ik ga ook niet ontkennen dat ik niks voel als hij in mijn buurt is. Maar of hij dat ook bij mij voelt, is een vraag die steeds terugkomt in mijn gedachtes.

Ik weet het allemaal niet, maar ik wil gewoon graag nagenieten van dat moment. Het voelde zo onwerkelijk. Alsof alles zo had moeten zijn. Al lange tijd heb ik niet meer zo vrolijk met iemand gedanst. Normaal vind ik het ongemakkelijk en vooral niet leuk. Maar daar, daar wilde in niks anders. De hele setting was gewoon fijn. Het was rustig, maar toch druk door alle muziek en zelfs een paar lichten van de club die op het strandje kwamen.

"Ho, kut"
Ik struikel over een steen, waardoor ik vol naar links val. De scherpe steentjes snijden in mijn vel, en ik voel het bloed op mijn knie lopen. "Ah, fuck..." Mijn linkerknie ligt helemaal open aan schaafwonden. Uit pijn gooi ik mijn hoofd achterover en bijt hard op mijn tanden. Zelfs een paar steentjes zitten onder het bloed. Kutzooi, ik moet echt wat minder in mijn gedachtes gaan zitten, straks loop ik nog gewoon vol tegen een paal aan ofzo.
"O mijn- gaat het?" Milo knielt naast me neer, en legt een hand op mijn schouder en een op mijn rechterbeen. Langzaam hou ik mijn hoofd weer recht, en schudt zacht mijn hoofd. "Nee, het doet echt fucking veel pijn" Krijg ik met hakken en stoten uit mijn keel.

"Wat gebeurde er?" Vraagt Milo, die geruststellend over mijn rug aan het wrijven is. "Ik-ik struikelde over die steen daarzo" ik wijs met mijn arm naar de steen, maar zet die dan al gauw weer onder me neer om mezelf te kunnen ondersteunen.
"Waar zat jij met je gedachtes dan? Dat ding is hartstikke groot" Zegt hij tegen mij. Ik glimlach vanbinnen. Jou, ik zat bij jou met mijn gedachtes. Ik zit altijd bij jou met mijn gedachtes.
"Goed, uhm..." Hij drukt even zijn lippen op elkaar. "Lukt het je om op te staan?" Ik knik lichtjes. Ik weet niet of ik het kan, maar ik kan het proberen. Milo pakt me met twee handen stevig vast wanneer ik op probeer te staan. Mijn linkerbeen houd ik gestrekt. Als ik die nu ga buigen doet het ongelooflijk veel pijn. Nog meer dan dat het nu al doet.
Normaal komt er toch zonneschijn na regen? Bij mij is het andersom. Nu is er regen na zonneschijn.

Na even struggelen, sta ik dan eindelijk op mijn voeten. Nouja, voet. Op mijn linkerbeen kan ik nog niet leunen.
"Gaat het lukken om op mijn rug te komen? Dan loop ik met je naar mijn huisje. M'n moeder heeft geneeskunde gestudeerd" Verbaasd kijk ik hem aan. "Echt?" Hij knikt. "Ja, nooit afgemaakt, maar ze heeft het tot het laatste jaar gedaan"
Huppelend ga ik achter hem staan, en leg mijn handen op zijn schouders.
Ik spring, wat nogal moeilijk gaat op een been, en wordt opgevangen door Milo's armen om mijn benen heen. Mijn armen verleg ik wat verder, waardoor ze nu voor zijn borst hangen. "Gaat dit?" Vraag ik, nogsteeds in pijn van mijn knie. "Ja hoor, zo zwaar ben je niet"

Me gustas Tu || Bankzitters Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu