XXV

238 19 3
                                    

A/N Zelf ben ik echt dol op dit hoofdstuk, dus ik hoop maar dat jullie er ook flink van zullen genieten!

As you might have noticed, ik heb dit boek ingeschreven voor de Wattys2015! Stiekem hoop ik wel dat dit boek een kans maakt, want er zitten zo veel andere goede, en meer gelezen boeken bij! Welke is jouw favoriet?

We all are living in a dream,

But life ain't what it seems

Oh everything's a mess

And all these sorrows I have seen

They lead me to believe

That everything's a mess

~ Imagine Dragons, Dream.

Leora

Stil.

Stil, kalm en rustgevend, was het er.

Omringd door vele bomen die de plek afschermden voor de buitenwereld. Net alsof het een wereld op zich was. Een wereld waarin nostalgische herinneringen werden opgehaald, waarin verdriet vloeide en waar afscheid genomen werd.

Een begraafplaats. Een grote ook. Verschillende bloesembomen stonden over het veld verspreid en fleurden daarmee de boel wat op. De meeste glorieuze stenen waren uitgekozen voor de verloren geliefden. Het was bijna een mooie plek te noemen, als men niet wist wat zo'n begraafplaats daadwerkelijk inhield.

Midden op het veld had zich een groep mensen verzameld. In een half rondje stonden zij rondom een rechthoekig, gapend gat. Hun hoofden hingen omlaag, hun ogen waren neergeslagen, alsof ze oprecht rouwden. Was het waar?

Leora stond aan de andere kant van het gat dan de rest. De groep observerend, kwam ze erachter dat ze ieder van hen kende. De één beter dan de ander.

Bij het zien van één iemand, kreeg ze een verontrustend gevoel. Timothy? Was hij dat echt? Dat kon niet. Als ze ergens zeker van was, dan was het zijn dood wel. Anders had ze hem echt niet achtergelaten.

Dan had ze hem op haar rug getild en dat hele stuk met haar meegenomen.

Dan had ze haarzelf over de pijn heen gezet zodat ze hem van de pijn kon ontdoen. Zodat ze hem een kans van leven schonk.

Ontdaan bleef ze het jongetje aan staren, tot hij op een zeker moment zijn hoofd optilde en haar recht in de ogen aankeek.

Hij zette enkele stappen naar voren, haar blik niet loslatend. Vlak voor de rand kwam hij tot stilstand. De blik in zijn ogen veranderde. Pijn werd steeds beter zichtbaar, tot er een vochtig laagje voor zijn ogen lag, wat haar hart liet breken.

'Het is jouw schuld,' murmelde hij. 'Jij hebt mij achtergelaten.' Zijn stem was gekweld.

De emotie brak door zijn stem heen en maakte de lading van de woorden zwaarder. Timothy kreeg een felle blik in zijn ogen bij het uitspreken van zijn laatste woorden: 'Het is jouw schuld dat ik dood ben!'

Zonder twijfel sprong hij in het gat. Hij slaakte geen gil, niets dat erop leek dat hij écht in een gat gesprongen was. Hij was gewoon verdwenen. Verdwenen uit deze waan.

Meerdere mensen kwamen naar voren. De één betekende meer voor haar dan de ander, maar ieder van hen sprak iets uit dat even hard aankwam.

Al haar fouten, al haar onzekerheden, werden benadrukt. Stuk voor stuk sprongen ze in het gat – en verdwenen.

Er waren nog zeven mensen over.

De eerste van hen die naar voren liep, was een vrouw met dezelfde lichtbruine haren als zij. Dezelfde grijze ogen met dezelfde onzekere blik erin. Het was een oudere versie van Leora, maar dan sierlijker en wijzer.

Apocalypse: Het Einde Van De WereldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu