H17: Hulp

92 5 0
                                    

"Jari?" vroeg ik uit verbazing. Dit moest één of andere look-a-like zijn, die probeerde me erin te laten geloven. "Jij bent Jari niet," zei ik. Er stroomden allemaal tranen uit zijn ogen. "Ik ben het wel." Zijn stem was exact hetzelfde. Wat als het nou wel Jari was? "Bewijs het," zei ik toen, "eerst zien dan geloven." Hij kwam naar me toe en zijn lippen raakte mijn wangen aan. Hij deed een stap naar achter. "Ik ben het, Enma. Jari." Ik stond op en gaf hem een knuffel. Maar tegelijkertijd was ik doodsbang. Was Jari de baas? "Ben jij.." Ik moest even slikken. "Ben jij degene die de app gecreëerd heeft?" Hij knikte. Ik rende de kamer rond op zoek naar een uitgang, maar er was er geen een te vinden. Jari greep me beet en ik keek angstig naar hem. "Ik wil je het uitleggen. Ga zitten." Ik liep voorzichtig naar de stoel en luisterde naar zijn verhaal. "Emma.. Het spijt me. Ik begon er mee als een soort wraak, omdat je altijd bij je vriendinnen was en nooit bij mij en.. Dat deed me pijn. Dus ik besloot jij en je drie vriendinnen ook pijn te gaan doen, maar de App werkt alleen op 4 mensen. Dus wanneer Haley overleed, toen.." Ik maakte zijn zin af. "Moest je iemand anders vinden. Olivia. Waarom?" vroeg ik. Jari begon weer te praten. "Ik ben ermee begonnen, en ik kan niet stoppen. Kijk." Jari liep naar een muur en drukte een steen die makkelijk te verschuiven was naar achter. Er kwam een hendel tevoorschijn. Hij trok er aan en een muur verschoof. Er verscheen een hele grote kamer met allemaal computers en elektriciteit. Ik zag allemaal gegevens over mezelf, Isabel, Amber, Haley en Olivia. Ik schrok ervan. Jari keek bezorgd naar me en vroeg of ik het geheim wilde houden. "Waarom laat je me dit zien?" vroeg ik. "Ik vertrouw je, Emma. Verpest dat niet. Je weet wat ik kan aanrichten en hoe gemakkelijk ik dat doe," zei hij gevaarlijk en bedreigend. Ik rende van angst weer de kamer rond, wetend dat er geen uitgang was. Paniekerig keek ik om me heen. "Is hier überhaupt wel een weg naar buiten?" Schreeuwde ik tegen Jari. Hij zuchtte. "Ik zal je laten gaan. Op één voorwaarde. Je vertelt niemand dat ik het ben en je komt morgen hier terug," zei hij alsof hij dit allemaal had gepland, en heel misschien was dat ook zo. "Waarom moet ik terugkomen? Waarom laat je me gaan?" Hij zuchtte. "Anders vinden mensen het verdacht. De rest zul je morgen te weten komen." Hij drukte op een knop die ik niet gezien had. Hij lag verscholen achter de computers, in een hele donkere ruimte. Opeens bewoog de linkermuur en ging hij naar beneden. Nep bakstenen? Flauw man. Er was een hele lange weg terug omhoog, maar uiteindelijk kwam ik uit in een bos. In de verte zag ik mijn huis. Ik rende zo snel mogelijk weg van die gestoorde plek. Van Jari. Hoe heeft hij me dit in hemelsnaam aan kunnen doen?

Ik heb me aan wat Jari zei gehouden. Ik heb niks tegen iemand gezegd, ik heb het niet doorverteld. De volgende dag ging ik weer terug naar zijn geheime gestoorde hol, waar hij duizenden computers had staan met heel veel informatie over mij en mijn vriendinnen. Ik drukte op de groene knop, die ook bij de ingang verscholen lag. Maar omdat ik nu zijn geheime plekjes heb ontdekt, wist ik hem te vinden. Jari stond al beneden aan de trap, alsof hij wist dat ik zou komen. "Hoe wist je dat ik er was?" Vroeg ik nieuwsgierig. "Beveiligingscamera's? Hoe denk je anders dat je die knop had gevonden? Ik heb hem expres zo opgehangen. Ik wist dat je zou komen, omdat ik je ken. Maar vooral door de camera's," grapte hij. Hij lag in een duik, maar ik vond het niet echt grappig. "Dus.. Waarvoor moest ik nou precies terugkomen?" vroeg ik. Hij liep naar zijn computerkamertje en drukte op de knop. De muur achter me ging dicht. Jari keek weer naar mij en zette een nog al gemene grijns op. "Omdat ik je hulp nodig heb."

AppWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu