§15 Krukken

385 25 17
                                    

Matthy's POV:
Ik ondersteun Milo met twee handen terwijl hij op de zachte, warme bank gaat zitten.
"Ik ga even iemand bellen, ja?" Ik leg mijn hand op zijn schouder en pak met één hand mijn telefoon.
Eigenlijk heb ik een grote angst voor bellen, maar Milo moet echt naar een dokter.
Terwijl Milo aan het mopperen is over Jim, bel ik een huisarts.
Misschien is er een plekje vrij, en dan het liefst bij een dokter die ik al ken.

Er klinkt geruis aan de andere kant van de lijn.
Dan begint iemand te praten:

"Hallo, met Huisarts GP van Utrecht, wat kan ik voor u doen?"

Ik slik. "Hallo, met Matthyas het Lam, mijn vriend heeft heel erg veel pijn aan zijn enkel na een voetbalwedstrijd, hij is gevallen."

"Vervelend, wilt u een afspraak maken?"

"Graag, en graag ook zo snel mogelijk, het gaat niet zo goed met hem." Ik werp een blik naar Milo, die half jankend op de bank zit. Mijn hand ligt nog steeds op zijn schouder.

"Dat is helemaal goed, ik heb een plekje vrij om 15:15, is dat een goede tijd?"

Ik kijk op mijn horloge. Dat is over een kwartier, dat is perfect.
"Helemaal top, dankuwel." Zeg ik snel.

"Is goed, ik zie u zo bij de balie!"

Daarmee hangt degene aan de lijn op.
Ik ga naast Milo zitten en leg mijn telefoon neer.
"En?" Vraagt Milo zachtjes.
Ik glimlach en leg mijn hand in zijn hand.
"We moeten nu weg, anders komen we te laat."
Milo zucht en knijpt in mijn hand.
Ik help hem weer omhoog, en we lopen samen naar de deur.
Met één hand ondersteun ik Milo, met de andere hand doe ik de deur op slot.
"Oooh, tering." Milo huppelt op één been, met zijn tanden in zijn lippen gedrukt van de pijn.
Arme Milo, hij heeft niet eens een wedstrijd kunnen spelen. Ik hoop dat hij wel mee kan doen aan de Knock-outs vrijdag, anders is hij zwaar de lul.
"Hier, rustig aan." Ik open de autodeur voor hem en help hem naar binnen.
Zodra hij zit, loop ik om de auto heen en stap ik zelf ook in.
Ik ken mijn weg in Utrecht wel, ook naar de huisarts.
Toevallig zit de huisarts dichtbij kantoor, leuk.

BIJ DE HUISARTS

Milo houdt zichzelf omhoog aan de balie, terwijl ik mijn gegevens doorgeef.
"En wat is de naam van de patient?" Vraagt de vrouw achter de receptie.
"Milo, Milo ter Reegen." Zeg ik snel.
Ik voel me altijd heel oncomfortabel bij ziekenhuizen en huisartsen, geen idee waarom.
"Oké..." de vrouw typt iets op haar laptop. "Milo ter Reegen en Matthyas het Lam, jullie mogen daar wachten." Ze wijst naar een plek met stoelen en tijdschriften.
"De dokter komt zo, even geduld." Ze lacht naar mij en Milo, voordat we weglopen.
Ik sla mijn arm achter Milo langs om hem weer te ondersteunen.

"Hier." Ik kies twee stoelen uit waar we kunnen zitten, waar het een beetje rustig is.
Uitgeput zitten we op de stoeltjes in een grimmige kamer.
De muren zijn groen en van hout, er zitten allemaal gaten in met een soort patroontje.
Voor ons staat een tafeltje met kinderspeelgoed en tijdschriften.
Verderop hoor ik een man hoesten, niet heel lekker.
"Wat gaat de dokter doen, denk je?" Vraagt Milo zachtjes.
Ik pak zijn hand en zwaai hem heen en weer.
"Niets bijzonders, denk ik. Hoe het is gebeurd, waar je precies pijn hebt.."
Milo zucht en kijkt me glazig aan.
Ik word een beetje bezorgd, not gonna lie.
"Wat is er?" Ik knijp zachtjes in zijn hand.
Hij zucht schokkerig. "Wat nou als ik hem gebroken heb? Dat ik niet meer kan zingen omdat ik amper het podium opkom?"
Ik laat mijn hoofd op zijn schouder vallen.
Hij heeft gelijk, dat weet ik ook wel.
Ik wil hem gewoon niet onzeker maken, dus ik moet liegen.
"Miel, dat gebeurt niet, echt waar." Zeg ik zacht.
Hij zucht nog een keer. "Misschien wel, je weet maar nooit. Straks kan ik nooit meer lopen."
Het lijkt me sterk als zijn enkel gekneusd of gebroken is, maar nooit meer lopen is wel heel overdreven, Milo.
"We gaan het zien, oké?" Ik leg mijn hand in zijn nek, met mijn duim tussen zijn schouder en zijn kin.
Hij draait zijn hoofd om me aan te kijken.
"Ja, je hebt gelijk." Voorzichtig lacht hij naar me.

"Milo ter Reegen en Matthyas het Lam?" Een man met een typisch dokters pakje komt aanlopen.
Hij lijkt een beetje op Raoul, maar dan heeft hij oranje haar en een kleiner hoofd.
Ik help Milo overeind en samen lopen we met moeite achter de dokter aan.
Hij ziet er aardig uit, dat is fijn.
De dokter opent een deur, met daarachter een ligbank, een tafel en een paar stoeltjes.
"Ga maar zitten, Milo." Hij sluit met een glimlach de deur.
Ik help Milo op de langwerpige, bruine bank en ga ernaast staan.
Als ik iets verder weg wil lopen, grijpt Milo mijn hand.
Hij kijkt me met angstige ogen aan. "Matt..."
Ik aai met mijn duim over zijn hand en ga weer naast de lange bank staan. Zijn hand trilt helemaal.
"Rustig, ik ben er nog." Zeg ik zacht.
De dokter komt er ook bij staan.
Hij vouwt zijn handen in elkaar en kijkt naar Milo.
"Wat is er gebeurd?" Vraagt hij, met dezelfde glimlach nog steeds op zijn gezicht.
Milo slikt. "Ik, uh- iemand heeft me heel hard naar beneden geduwd, bij voetbal." Hij knijpt lichtjes in mijn hand.
"Naar de grond geduwd? Als in- alsof je bijna de grond in ging?" Vraagt de dokter.
Milo knikt. "Hij pakte mijn schouders en duwde me met al zijn kracht naar de grond, waardoor mijn enkel helemaal dubbel klapte."
De dokter knikt begrijpend en kijkt naar zijn enkel.
"Wil je even een kwart slagje draaien?" Vraagt hij.
Milo doet wat hij zegt, waardoor zijn benen nu ook op de bank liggen.
Hij heeft nog steeds zijn voetbalkleren aan, alleen zijn scheenbeschermers liggen thuis.
"Jezus." Milo knijpt in mijn hand zodra hij naar zijn enkel kijkt. "Helemaal opgezwollen."
Ik kijk niet naar zijn enkel, ik kijk naar zijn gezicht en naar zijn handen.
Milo is van top tot teen aan het trillen, het is niet normaal.
Ik sla één arm om zijn schouder en beweeg hem zachtjes heen en weer. "Het is vast niet erg."
Milo slikt en rolt zijn voetbal sok tot onder aan zijn enkel, zodat de dokter kan kijken.
"Ja, Milo." De dokter pakt hem met een bezorgd gezicht bij zijn kuit, waardoor Milo even de rillingen krijgt. "Dit is niet best..."
Milo draait direct zijn hoofd naar mij.
Hij heeft weer die glazige blik in zijn ogen, waardoor mijn medelijden met hem nog groter wordt.
Ik aai met mijn duim over zijn wang. "Komt goed."
Milo ademt schokkerig in en kijkt weer naar de dokter.
"Milo, kan je zeggen wanneer het pijn doet?"
De dokter kijkt Milo afwachtend aan.
Milo knikt. "Ja- uh, ja."
De dokter pakt voorzichtig Milo zijn enkel beet.
Milo zet zijn tanden in zijn lip.
De dokter draait Milo zijn enkel een beetje, waardoor Milo mijn arm pakt.
"Ja, au- ja, daar." Milo ademt snel.
De dokter loopt even naar de tafel, waar hij in een schriftje kijkt.
Milo kijkt naar zijn enkel terwijl zijn borstkas snel op en neer gaat.
Snel, zonder dat de dokter het ziet, geef ik hem een kusje op zijn wang. "Niet zo onzeker, het komt echt goed, echt waar."
Milo blijft in stilte naar zijn enkel staren, het ziet eruit alsof hij op elk moment kan gaan janken.
"Mie, je gaat vrijdag gewoon de sterren van de hemel zingen, ja?" Ik aai over zijn arm.
Voordat Milo iets terug kan zeggen, gaat de dokter weer naast ons staan.
"Milo, we moeten even een röntgenfoto maken."
Zonder aarzeling glijdt Milo op één been de ligbank af, de grond op.
Met mijn hand op mijn hart, hoop ik dat het niks ergs is.

"Dus, Milo." De dokter komt 10 minuutjes na de foto met papieren in zijn hand aanlopen. "Slecht nieuws en goed nieuws."
Milo knijpt in mijn pols. "Wat is het slechte nieuws?"
De dokter draait een foto om. "Je sprongbeen is gebroken, dat betekent dat je je voet niet meer kan bewegen, dat was al wel duidelijk."
Milo kijkt angstig naar zijn enkel. "En het goede nieuws?"
De dokter gaat voor ons staat. "Het herstelt snel, we moeten je alleen op krukken zetten, sorry."
Milo knikt. "Maar kan ik vrijdag wel optreden?"
De dokter haalt zijn schouders op. "Als jij je goed voelt, ja."
Milo zijn blik straalt weer een beetje op.
"Oké, dankjewel, dankjewel." Milo laat mijn pols ietsjes losser hangen.
De dokter haalt opeens twee krukken achter zijn rug vandaan.
"Deze zijn van jou." Hij overhandigt ze aan Milo.

"Zie je wel, het is goed gekomen." Ik pak Milo zijn hand en help hem de auto in, met zijn nieuwe krukken in mijn andere hand.
Milo knikt. "Ik hoop dat ik een beetje normaal kan zingen."
Ik glimlach terwijl ik zijn deur dichtsla en loop naar mijn kant van de auto.
Als ik ga zitten leg ik de krukken tussen Milo zijn benen.
"Ja, je kan prima zingen vrijdag, Milo." Als ik mijn hand weer weghaal van de krukken, ga ik even langs zijn haar.
Ik buig voorover en druk een kusje op zijn hoofd.
Hij glimlacht als ik de auto eindelijk start.
"Fijn, dat jij bij me blijft." Grinnikt hij.
Ik trek een mondhoek omhoog. "Daar ben ik voor."
Zo rijden we weg, zonder stress, met krukken.

1612 woorden

————
Ik hou niet van schrijven over ziekenhuizen😫
Weet iemand leuke liedjes die Milo (solo) moet zingen bij de Knock-outs?😇😇
Tot het volgende hoofdstuk😚😚

Somewhere in the crowdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu