Hoofdstuk 17

852 42 9
                                    

Milo POV

De grijns die Frank op zijn gezicht krijgt zodra ik naast hem kom zitten is onuitstaanbaar. Ik zucht langzaam uit en leg mijn rug tegen de leuning van de stoel. 'Dus... Matthyas het Lam' zegt Frank grijnzend. Ik geef hem een klap tegen zijn arm. 'Stil, niet iedereen hoeft je te horen' zeg ik boos. 'Goed, sorry...' zegt Frank die even over zijn arm wrijft. 'Maar, jullie hebben dus iets?' Vraagt hij dan. Ik leg mijn handen achter mijn hoofd en sluit even mijn ogen. Dan schud ik mijn hoofd. 'Nee, hij betaald me om bij hem te zijn zoals je weet' zeg ik toonloos. 'Oké, maar je zou willen' zegt Frank. Ik kijk hem met een dodende blik aan. 'Nee' zeg ik. Frank grinnikt. 'Je denkt echt dat ik dat geloof? Je bent misschien een gesloten boek, maar ik kan jou zelfs lezen met mijn ogen dicht.' Zegt hij. Ik kijk hem verbaast aan. 'Je zou nooit zoveel moeite doen voor iemand die je niet een beetje leuk zou vinden, je had zelfs gezegd dat je het na die ene avond aan zou passen naar alleen vrouwen. Maar nu ben je nogsteeds bij hem. En het gaat je niet alleen om geld, ik ken je, daar ben je niet hebberig genoeg voor'.

Ik rol mijn ogen. Frank en ik kennen elkaar al zo lang en het is geweldig om hem als beste vriend te hebben, maar soms is het vervelend om iemand bij je te hebben die je haast beter kent dan jij jezelf. Verveeld kijk ik zijn kant op. 'Goed, ik geef toe dat ik misschien wel iets voel, en wat dan nog?' Fluister ik. Frank kijkt even trots voor zich uit, alsof hij zichzelf intern beloond voor zijn briljante speurwerk. Dan kijkt hij mij weer aan. 'Goed, je weet wat ik heb gezegd over rijke mensen die iemand betalen om...' begint hij. Ik sluit mijn ogen en knik. 'Jaja, ze zijn allemaal hetzelfde, ze zijn niet te vertrouwen en laten je vallen wanneer je niks meer voor hen betekent' herhaal ik Franks oordeel. Frank knikt. 'Maar goed, vandaag wil ik dat bijstellen naar 'bijna allemaal hetzelfde', ik ken Matthyas niet, maar hij lijkt zich wel hetzelfde te voelen ergens' zegt hij. Verrast kijk ik hem aan. 'Echt? Denk je dat hij ook iets voor mij voelt?' Zeg ik veel enthousiaster dan ik wilde. 'Ho, nee, ik zei dat het zo lijkt. Heb alsjeblieft niet teveel hoop op hem...' zegt hij bezorgd. 'Komt goed Frankie' zeg ik met een grijns en ik ga recht zitten, de man die ons hoorcollege geeft komt binnen. Ik hoor Frank zacht gniffelen. 'Je hebt wel de allerbeste uitgekozen' zegt hij zacht. Ik kijk hem even aan, druk mijn lippen op elkaar en grijns. Ik heb hem niet eens uitgekozen, maar ik ben meer dan dankbaar dat ik degene was die het bureau naar hem stuurde, en ik zou alles doen om zijn aandacht nu niet te verliezen.

Zodra de man de woorden 'we're done for today' heeft uitgesproken prop ik alle spullen van de tafel in mijn tas. Ik gooi hem over mijn schouder en schuif de stoel aan. 'Hè wacht even' hoor ik Frank nog zeggen. Ik zucht en wacht zenuwachtig bij de deur. De jongen die normaal als eerst de zaal verlaat doet er naar mijn mening nu veel te lang over. Na een minuut, wat een uur lijkt te duren, komt hij aangelopen. 'Dus je gaat nu naar-'. 'Ja' kap ik hem af. 'Oké, nou succes dan' zegt hij. Ik kan niet aflezen of hij twijfels heeft of jaloers is, maar zo gemeend was die succes volgensmij niet. 'Komt goed, tot maandag Frankie' zeg ik en ik geef hem een duw. Dan glimlacht hij toch even. 'Tot maandag sukkel' zegt hij. Onze wegen scheiden en ik loop in hoog tempo het gebouw uit. Ik heb al geappt naar Matthyas dat ik vrij ben, en alvast naar zijn huis ga. Ik wil de weg oversteken wanneer ik getoeter hoor vanaf de hoek. De grijze Audi die vanochtend een paar straten van mijn school af stond staat nu met een draaiende motor op de hoek. Er in zit een jongen met blond haar, een zonnebril, een pet en een baseball jacket. Undercover en wel, maar hij is me gewoon op komen halen. Verbaast loop ik richting de auto. Ik stap in en begroet hem nog net zo verbaasd. 'Hey' groet hij terug met een glimlach en zodra ik de auto deur weer dicht gooi trapt hij het had hard in. Hij draait de weg op en we rijden met een net iets te hoge snelheid door de straten van Utrecht. Ik bekijk hem even. Zijn petje van redbull, waar drie plukken haar onderuit steken. Zijn jasje, oversized, wat het casual maakt, ondanks dat zijn witte overhemd er gewoon bovenuit steekt, wat toch weg geeft dat het niet veel meer dan een tijdelijke jas is. Zijn zonnebril van Cartier. Zijn hand die een stevige grip om het stuur heeft, en zijn andere arm, die losjes op de leuning van de stoel ligt. 'Hoe was school' vraagt hij dan ineens. Ik kijk verschrikt voor me uit. 'Hmm, het was oke' zeg ik. Ik voel zijn hand zachtjes over mijn arm naar beneden gaan, tot hij mijn hand heeft gevonden. Hij sluit zijn vingers door de mijne en brengt hem langzaam naar zijn mond. Hij plant een zachte kus op de rug van mijn hand. 'Heeft die vriend van je nog iets gezegd?' Vraagt hij dan. 'Frank? Nee niet echt, alleen dat hij het leuk vond en dat hij zijn mond zal houden over ons. En ik ken Frank, hij lijkt misschien irritant maar hij zou nooit zoiets doorvertellen, dus geen zorgen' zeg ik. Over het hele gesprek over mijn gevoelens, en Franks twijfels in het vertrouwen op mensen als Matthyas zeg ik niks. Dat hoeft hij niet te weten. Matthyas krult zijn mondhoeken omhoog en hij zucht uit. 'Ik hoop het, misschien kwam het niet zo over trouwens maar hij leek me best aardig' zegt hij dan. Ik grinnik zacht. 'Is hij ook wel, hij ziet overal de humor wel van in, maar hij is ook te vertrouwen. Dus nogmaals geen zorgen oké?' Zeg ik. Matthyas knikt. 'Laten we dat gewoon vergeten, vanavond wil ik alleen aan jou en mij denken' zegt hij en hij kijkt me met een zachte grijns aan. Zijn hand laat de mijne los, en hij legt hem op de binnenkant van mijn bovenbeen. Ik voel de spanningen gieren door mijn lichaam. De gevoelens die ik heb opgebouwd in deze paar dagen voor hem, maar ook de honger naar meer aanrakingen van hem. Gedachten over de afgelopen keren dat hij me zo aanraakte en ik hem. Dat hij boven mij hing of juist op zijn knieeen ging voor mij. De grip die hij in mijn haar had wanneer ik hem bevredigde. Alles komt naar boven al bij een aanraking. Hij knijpt zacht in mijn bovenbeen. 'Ik wilde je vanavond eigenlijk meenemen op ja... een soort date. Misschien klinkt dat heel cringe maar ja...' zegt hij. Ik glimlach en schud mijn hoofd. 'Nee, niks mis mee. Ga verder..' zeg ik. Hij perst even zijn lippen op elkaar en vervolgt dan. 'Maar niet hier, hier kent iedereen me, hier zou ik niet eens je hand kunnen vasthouden' zegt hij wanneer hij mijn been weer loslaat en terug mijn hand vastpakt. Ik blijf stil. Niet wetend wat ik zou moeten zeggen. Ik kan er niet voor zorgen dat we ergens komen waar dat niet zo is. 'Dus ik vroeg me af, zou je het leuk vinden om naar Parijs te gaan? Het is maar een uurtje vliegen, en we blijven daar dan in een hotel. En ik zorg dat je voor maandag weer terug bent' zegt hij met een hoopvolle toon. Mijn adem stopt even. Vraagt hij nou zojuist of ik het leuk vind om 'even' naar Parijs te gaan? Misschien is hij vergeten dat ik 4 dagen geleden niet eens genoeg geld had om een fatsoenlijke maaltijd te betalen. Ik wil het alleen niet laten merken. Ik wil niet als een wanhopige afhankelijke slet overkomen. Ik wil niet dat hij weet dat ik echt overal naar toe zou gaan zolang hij me mee zou vragen. Ik knik en adem rustig weer uit. 'Ja, natuurlijk vind ik dat leuk' glimlach ik rustig. Maar binnen in mijzelf schreeuw ik van geluk. Het idee dat ik 3 dagen mezelf in kan beelden dat hij en ik samen zijn, en ook nog eens in een van de mooiste steden ter wereld, dat voelt heerlijk. Hij knijpt in mijn hand. 'Gelukkig maar, ik heb het hotel namelijk al geboekt'.

One more nightWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu