Hoofdstuk 35

636 35 11
                                    

Matthyas Pov

De stem van Bob galmt door het kantoor, ondanks dat hij uitermate kalm is. Zijn stem breekt de ongemakkelijk stilte die er hangt. Milo is intussen langzaam opgestaan. Ik probeer mijn gehijg in te houden en kijk weg. 'Ik had het ook kunnen weten. Al dat gepraat over je zogenaamde wijf, waar je geen foto van hebt is en die verder nooit ergens is. Blond, blauwe ogen. En die blikken van jullie naar elkaar op je verjaardag... Gatverdamme.' Zegt hij en hij loopt mijn kantoor uit. Een harde klap van de deur volgt. Kutzooi. Ik zou nu achter hem aan moeten gaan, om hem te vragen dit alsjeblieft aan niemand door te vertellen. Maar ik blijf zitten op de stoel, starend naar een plekje op het bureau. Het is toch al klaar. Bob zal het aan iedereen vertellen, en daar kan ik niks meer aan doen.

'Matt?' Hoor ik een zachte stem naast me. Milo staat beduust naast mijn bureau. Ik zucht. 'Ga maar naar huis Milo. Ik kan hier niemand onder ogen komen zolang je hier bent' zeg ik toonloos zonder hem aan te kijken. Ik had hem hier nooit heen moeten laten komen. Wat dacht ik ook. Ik had werk en privé gescheiden moeten houden zoals ik altijd deed. 'Maar-' begint hij. 'Milo alsjeblieft' zeg ik nogsteeds zonder hem aan te kijken. Hij zucht uit en loopt naar de deur. Ik hoor de deur openen en weer sluiten, veel zachter dan Bob net deed, maar het heeft even veel indruk op mij. Ik zet mijn hoofd tussen mijn handen en leun mijn ellebogen op mijn bureau. 'Fuck, fuck, fuck' fluister ik. Ik sla een keer hard op het hout en laat mezelf naar achter vallen in mijn stoel. Ik open mijn ogen even en staat naar het computer scherm. Het ergste is nog dat ik hier niet weg kan. Niet zolang het niet af is. Al zit mijn hoofd ergens ander, ik moet en zal dit af maken.

Een uur later zit ik eindelijk in mijn auto. De lucht is donkergrijs en samengetrokken wolken laten regen op de straten van Utrecht vallen. Ik onderuitgezakt zit ik in mijn auto te wachten voor het stoplicht. Zodra ik het groene licht wazig zie door alle regendruppels trap ik het gas hard in. Ik race door de straten, om maar zo snel mogelijk thuis te zijn. Thuis, waar alles donker en leeg is. Ik alleen in mijn kille huis. Ik zou hem moeten opbellen of appen, vragen of hij nog langs wil komen, maar ik durf het niet. Ik heb hem laten gaan op het moment dat ik dat niet had moeten doen. Als hij nu geen pesthekel aan me heeft weet ik het ook niet meer. Ik weet sowieso niet of hij überhaupt wel voor mij bij me is. In principe is het gewoon zijn werk. Ik ben degene die er vrijwillig voor kiest. Als hij me nog een beetje echt leuk zou vinden dan heb ik dat nu wel verpest.

Ik laat als ik eenmaal thuis ben, zonder iets van lichten aan te doen, mezelf op de bank zakken en pak mijn telefoon er bij. Ik schiet omhoog wanneer ik de melding zie die bovenaan staan, en de naam die daar te zien is. Zijn naam.

Milo

Gaat het? Als je wil dat ik nog langs kom zeg je het maar

Ik begin direct een antwoord te typen.

Ja alsjeblieft kom langs!

Ik ren naar mijn slaapkamer om me op te frissen en om te kleden. Ik trek een andere broek en een zachte sweater aan en spuit overal deo en parfum op. Ik was mijn gezicht en doe mijn haar opnieuw. Ik zet de lampen overal in de woonkamer en keuken gedimd aan en pak glazen en een fles wijn. Om hopelijk het allemaal weer een beetje goed te maken. Ik wil gewoon dat hij bij me is. Dat ik kan vergeten wat er is gebeurd en dat hij vergeet hoe ik tegen hem deed, zodat hij dat hopelijk ook doet.

Na een halfuur zenuwachtig afwachten hoor ik de deurbel en ren ik naar de voordeur. Ik trek als een malle de deur open. Milo staat, een beetje natgeregend, voor mijn deur. Zijn ogen staan lief en hij kijkt me met een zachte glimlach aan. Ik trek hem naar binnen en sluit mijn armen om hem heen. Dat hij nog onder de regendruppels zit boeit me niet. Langzaam voel ik zijn armen ook om die van mij. 'Sorry, het spijt me heel erg dat ik je weg stuurde' zeg ik zacht. Het maakt me even niet uit dat ik me nu van een zwakke kant laat zien, die heeft hij al wel vaker gezien intussen. Ik hoor hem zacht lachen. 'Het is oke, ik begreep het wel' zegt hij. Ik laat hem los en schud mijn hoofd. 'Nee, ik had het niet mogen doen. Ik was in paniek maar dan hoef ik jou niet weg te sturen. Jij kon er niks aan doen' zeg ik. Milo glimlacht lief. 'Oké, excuses aanvaard dan. Maar... en nu?' Zijn glimlach vervaagt en zo die van mij ook. Ik laat hem los en draai me zuchtend om waarna ik terug richting de woonkamer loop. 'Ik heb geen idee. Bob zal vast aan iedereen vertellen wat hij heeft gezien. Hij weet verder natuurlijk niet zoveel van jou, maar ik denk dat morgen iedereen weet dat Matthyas het Lam gay is' zeg ik zuchtend. Ik hoor Milo achter me aan lopen. 'Extra voorzichtig zijn dan maar?' Zegt hij. Ik kijk hem aan en glimlach. 'Ik denk het' zeg ik zacht. Hij knikt moeilijk. 'Maar... zolang we hier zijn gelden die regels niet. Hier is niemand behalve jij en ik' zeg ik dan. Ik wil alle dingen die me morgen staan te wachten even vergeten en genieten van ons alsof het allemaal nooit is gebeurd. Milo knikt. Ik pak zijn hand en trek hem mee naar de bank, waar ik hem tussen mijn benen zet. 'Vanavond ben je van mij zoals je altijd al van mij was' fluister ik. Ik zie Milo zijn ogen sluit en kus hem achter zijn oor. Ik zet muziek aan op de tv en trek hem dichter in mijn armen waarna ik hem opnieuw kus op zijn hoofd. 'Wil je...' begint Milo. Ik schud mijn hoofd als ik begrijp wat hij bedoelt. 'Nee, ik wil gewoon knuffelen met je vanavond...' zeg ik. Hij knikt glimlachend. 'Dat is helemaal oke, leuk zelfs' zegt hij. Ik grinnik. 'En wijn drinken, en eten, ik heb honger' zeg ik als ik besef dat ik nog helemaal geen avond eten heb gehad. Milo schiet in de lach. 'Wat u maar wilt meester' zegt hij. Ik grijns. 'Centjes zat hè' zeg ik. Milo tuit zijn lippen en knikt. 'Ja, jij wel, miljonairtje'.

One more nightWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu