Hoofdstuk 26

673 38 13
                                    

Milo POV

Ik kijk Frank nog een keer aan. 'Denk je dat het gaat lukken?' Vraag ik. 'Wat, me gedragen? Of dit alles geheim houden?' Vraagt hij. Ik denk even na. 'Beide' zeg ik dan. 'Ik ga m'n best doen, maar je weet dat je op me kan rekenen. Misschien maak ik een paar gedrags foutjes, maar ik zal niets zeggen over deze neppe vriendschap, of jullie... wat jullie dan ook maar mogen zijn van elkaar' zegt Frank. 'Escort' verbeter ik hem. 'Ik ben zijn escort Frank, je zei het net zelf'. 'Ja...' zegt Frank. 'Dat zit echt achter slot en grendel. Ze kunnen me dronken voeren, martelen, noem maar op, maar dat zal ik nooit doorvertellen' gaat hij dan door. Ik glimlach en sla mijn armen even om hem heen. 'Bedankt Frankie' zeg ik. 'Geen probleem maat' zegt hij. Ik kijk even naar de klok. Kwart over 8. We lopen een beetje door de kamer rond waar Matthyas ons net alleen had gelaten nadat hij een zo snel mogelijke uitleg had gegeven van wat we wel en niet moesten zeggen. We zijn vrienden met Matthyas geworden door een gezamenlijke vriend van ons, die er helaas niet bij kon zijn. We zijn beide afgestudeerd voor Creative Business, de studie die Frank en ik beide volgen, en we werken nu op een groot kantoor voor een Media maatschappij, naam niet verder te noemen. De dure woorden zullen genoeg indruk maken volgens Matthyas, en ze zullen elk woord geloven.

Matthyas zijn moeder heeft nog geen idee dat we hier zijn, het zou opvallen als ze wist dat we zo vroeg waren, dus heeft Matthyas ons naar een van de ruimtes aan de linker kant van zijn huis gebracht. Hier zijn een paar kamers met vooral boeken, een bank en een groot bureau waar een heel aantal grote bouwtekeningen op liggen met super veel kleine cijfertjes en aantekeningen. Ik word er al duizelig van als ik er naar kijk. Kortom: hier is niets te zoeken, en Matthyas zou zorgen dat zijn moeder hoe dan ook niet hier zou komen. De enige kans die we hebben is dat er een schoonmaakster binnen komt, maar die heeft toch niks met ons te maken. Via een deur die in de kamer zit kunnen we naar buiten, omlopen en dan opnieuw aanbellen, en nu is het alleen wachten tot ik een appje krijg van Matthyas dat we die taak kunnen uitvoeren. Tot die tijd moeten we ons hier zien te vermaken, met de fles whisky en alle spullen die hier staan. Frank is al een tijdje bij de boekenkast aan het kijken. 'Ga je een boek lezen?' Vraag ik grappend. Frank kijkt om en walst zijn glas whisky een beetje heen en weer. Hij schud zijn hoofd. 'Ik dacht al' zeg ik spottend. 'Ongelofelijk hoe je zo enorm veel spullen kan hebben' zegt Frank dan. 'Ik wed dat hij niet eens 1% van deze boeken heeft gelezen'. Ik zucht uit. Frank is nog altijd onder de indruk van het huis, van alles wat er staat en van hoe veel het wel niet is. Begrijpelijk, het is ook groot en veel. 'Ik zou denk ik nooit meer uit mijn huis komen als ik dit allemaal had' zegt hij en hij neemt een slok. Ik grinnik zacht. Je moest eens weten Frank. Voor je het weet ben je er op uit gekeken, en is je enige verlangen nog een vlucht naar Parijs, of een ander deel van de wereld. Ik heb Frank niets verteld over de trip naar Parijs, hij zou echt omvallen als hij dat hoort.

Het loopt al tegen negenen als ik de telefoon in mijn broekzak voel trillen. Dat moet het teken van Matthyas zijn. Ik haal de telefoon uit mijn broekzak en de gedachte word bevestigd door de melding op het scherm. 'Ready' is het enige dat hij zegt. Ik kijk naar Frank, die het geluid van de trilling blijkbaar ook heeft gehoord, en met zijn wenkbrauwen opgetrokken mij aankijkt. 'Gaan?' Vraagt hij. Ik knik, en loop naar de buitendeur. Frank komt achter me aan lopen. We lopen langs de zijkanten van het huis terug naar de Garage en de voordeur. Er is gelukkig niemand anders die op precies dit tijdstip aangekomen is, dus kunnen we ongemerkt voor de deur gaan staan. Ik druk op de bel, en kijk nog even naar Frank en check even hoe hij er bij loopt. Dan valt me het glas op dat hij nogsteeds in zijn handen heeft. Ik teen het uit zijn handen en zet het nog snel weg op het randje van de stoep naast de deur, terwijl ik de deur al open hoor gaan.

Gelukkig kijk ik zodra de deur open is recht in de blauwe vertrouwde ogen van de heer des huizes, die ons natuurlijk al verwachte. Hij glimlacht, maar reageert niet zo enthousiast als toen we hier aankwamen. 'Hee Matthyas, tijdje geleden' zeg ik, enorm gemaakt. Hij grinnikt en knikt. 'Zeker, zeker, kom lekker binnen mannen' zegt hij. Frank komt achter me aan gestapt en beroet hem net zo vriendelijk als ik. Ik zie direct in mijn ooghoek de woonkamer al aardig vol staan. Er staan en zitten een hoop mensen, en er staat een vrouw met bruin haar aan een statafel naar ons te kijken. Kleine gok: Zijn moeder. Ik focus me weer op Matthyas en steek mijn hand uit. 'Nou, Gefeliciteerd Maat' zeg ik en ik trek hem even in een soort korte knuffel, een die ik ook altijd aan Frank geef als ik hem weer zie. '25, het is niet aan je te zien' zeg ik en ik zet de meest smerige lach op, om deze totaal niet leuke grap. Frank doet het zelfde en feliciteert hem ook hartelijk. Matthyas blijft ons even aankijken en geeft ons een goedkeurende knik, waarna hij zich een kwartslag draait en een stukje richting de woonkamer loopt. 'Ik zal jullie even voorstellen trouwens' zegt hij, en hij komt naast de vrouw met het bruine haar staan. 'Dit is mijn moeder, mama, dit zijn Milo en Frank, twee vrienden van me' zegt hij en hij wijst ons aan bij onze naam. Ik geef een vriendelijke knik en steek mijn hand uit. Ze glimlacht en pakt mijn hand aan. 'Milo, en Gefeliciteerd met uw zoon mevrouw, leuk u eens te ontmoeten' zeg ik vriendelijk. Ze glimlacht nu breder. 'Ach, noem me maar Judith hoor, en insgelijks, leuk om eens de vrienden van mijn zoon te ontmoeten' zegt ze en ze klopt Matthyas even op zijn schouder, die zijn handen achter zijn rug heeft geslagen en met een tevreden glimlach knikt. Frank steekt ook zijn hand uit. 'Goedenavond mevrouw, ook leuk om u te zien, en ik moet zeggen, ik had niet verwacht dat u al moeder was, u lijkt veel te jong voor een moeder' zegt hij breed grijnzend. Ik probeer mijn lach in te houden. Rijk of niet, Frank is goed met elke moeder, en daar hangt geen prijskaartje aan. Nu moet Judith ook lachen. 'Ach joh, niet zo overdrijven' zegt ze lachend. Frank haalt zijn schouders op, en lacht ook mee, waarna ze nog even door praten. Ik kijk even de kamer rond. Overal staan mensen aan tafels of zitten op de bank met glazen wijn of champagne, terwijl er hapjes worden rondgebracht op schalen. Er wordt af en toe kostelijk gelachen om domme grapjes, en ik begrijp met de minuut meer waarom Matthyas hier zo tegen op zag.

One more nightWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu