6. Naya - Gezwegen

30 3 11
                                    

De volgende nachten* begonnen geruchten rond te spoken in het college.

* Daar waar De Graya leefden, was het altijd nacht en bestonden er dus geen dagen, enkel nachten. Met duisternis-gevulde nachten gevuld met duisternis - dat was alles wat er was.

Geruchten over Zayk, die een paar nachten eerder niet was komen opdagen voor de aanval op Neviné Nesreca – waarvoor hij wel verwacht werd – en sindsdien niet meer door iemand in levende lijve was gezien.

Sommigen zeiden dat Magla Zayk meegenomen zou hebben naar De Vergeetput – De Put Zonder Bodem – en hem daar, samen met alle andere vergetenen die ooit in De Vergeetput waren gegooid, had laten verdrinken in de vergetelheid, volgens diezelfde geruchten precies op de manier waarop Magla zich waarschijnlijk ook van die arme, vermiste Balthasar zou hebben verlost.

Enkele anderen beweerden dat Magla Zayk een tergend trage en pijnlijke dood had bezorgd.

Of dat hij, opgesloten in een krappe ton, in De Gapende Zee was gegooid en nu al drijvend boven het bijna opslorpende, zwarte gat van de zee lag. Onwetend, maar vlak boven reusachtige walvissen en hongerige haaien die zich schuilhielden in de donkere diepte van de zee en elk moment naar de oppervlakte konden racen met opengesperde bek. Dat hij daar lag te wachten tot hij aanspoelde aan de uitgestorven kust van het verlaten eiland Očaj.

Of vermorzeld werd door één van die honderden reuzehaaien diep - maar steeds dichterbij - onder hem.

Nog anderen zeiden dat Zayk levend begraven was op het Kraaienkerkhof en dat hij al smekend en schreeuwend in een lijkzak was gedumpt of in een graftombe onder de grond verstopt was, zonder enig licht van de buitenwereld en zonder mogelijkheid tot ontsnappen, op een plek waar hij alleen was met zichzelf, de miljarden krioelende insecten rondom hem die hij wel kon horen maar niet kon zien – en waarvan hij het liefst van al gewoon niet had geweten dat ze erbij waren – en de rijen en rijen doden die naast, achter en voor hem lagen – en hem op die manier insloten – en hij bijna met elkaar kon horen praten.

En dan waren er ook nog de geruchten die zeiden dat hij niet eens levend, maar gewoon dood begraven was. Levend verbrand of zo, en uiteindelijk begraven.

Of helemaal niet begraven (zo veel moeite zou Magla beslist niet doen), maar gewoon op een hoop keien aan de rand van de stad gegooid bij het oud vuil, wachtend tot de kraaien zijn lichaamsresten zouden afpakken en wormen en andere insecten hem stukje bij beetje zouden vermorzelen, tot er over een eeuw enkel nog een geraamte en een schedel van hem over zou zijn en de herinnering aan Zayk Zefara allang niet meer zou bestaan.

Die geruchten pikte Naya op terwijl ze door de gangen van het college liep.

Iedereen kon dan wel doen alsof ze precies wisten wat Magla met Zayk gedaan had, er was niemand die het je écht kon vertellen.

En dat was nu juist hetgene dat voor onrust zorgde.

Maar heel veel maakte het niet echt uit: dit was niet de eerste keer dat Magla een Schaduwer verbande uit De Orde en nooit meer deed terugkomen. Dat was nu eenmaal het lot van ongehoorzame Graya.

En daar hoorde ook bij dat niemand er ook maar iets over wist, zoals ook nu niet, in het geval van Zayk. Wat er met hem gebeurd was, wist ook niemand.

Maar één ding stond vast: dat niemand Zayk ooit nog zou zien, dat wist iedereen. In stilte. Want dáárover werd gezwegen.

Ze kan je ziel horen schreeuwenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu