Het was midden in de nacht toen een alles verscheurende schreeuw het glas in één van de ramen van het college brak.
Een schreeuw vol van veel te veel. Wanneer je de schreeuw volgde - de schemerige gang door, de hoek om, de volgende gang door en de laatste hoek om - belandde je uiteindelijk voor een donkere, kersenhouten deur.
En achter die deur was de kamer van een meisje dat met kippenvel over haar hele lichaam in haar bed lag en naar het plafond staarde.
Naya Balena.
Ze trilde - niet zij, maar het kind binnenin haar, want de ogen van het kind hadden opnieuw iets gezien wat ze nooit hadden mogen zien.
En Naya voelde het nog nazinderen.
Het was deze keer begonnen met een verlammend gevoel. Eerst in haar tenen, dan verder in haar enkels, maar ook in haar kuiten, haar heupen,... Het gevoel verspreidde zich als een lopend vuurtje door haar lichaam.
En ze wist dat het hier niet voor niets was.
Daar bleef het ook niet bij. Het verlammende gevoel - als was Naya in een stalen mal geschoven waarin er geen denken aan ontsnappen was - werd gevolgd door een beeld.
Ze zag het scherp en duidelijk, Naya. Het grote gat van De Gapende Zee onder haar voeten. Want daar was ze nu. Boven een leegte die geen bodem - geen einde - leek te hebben.
Ze voelde de neiging om met haar voeten te trappelen, maar het verlammende gevoel liet Naya niet los.
Het werd haar meester.
Een koude, onverwachte hand kwam van achter Naya naar haar toe en greep haar nek vast. Koude vingers drukten zich in haar huid. Ze duwden haar nek omlaag en forceerden haar omlaag te kijken, de diepte in.
Naya's hoofd begon te duizelen. Ze zag alles dubbel, in een waas, ook dat vreemde wezen dat opdoemde uit de duisternis van de diepte en regelrecht haar kant uit kwam. Was het wel een wezen?
Het was het diepzwarte, gapende gat van de zee dat Naya al had gezien, dat er altijd al geweest was, maar nu leek het een ziel te hebben, te leven, een ademende creatie te zijn.
Het leek eerder een grote bek zonder lichaam. Zonder tanden. Zonder tong. Enkel een diepzwart, opslorpend gat dat Naya wilde inslikken.
De koude hand in haar nek legde haar vingers om haar volledige hals, duwde haar nek dicht en haar hoofd nog meer naar beneden.
Naya kon niet anders dan kijken. En wachten.
Het was midden in de nacht toen een alles verscheurende schreeuw het glas in één van de ramen van het college brak.
'Naya Balena...'
Magla zat met zijn rug naar Naya toe gekeerd.
'Het heeft zelfs nog minder lang geduurd dan ik dacht dat het zou duren voor je hier weer zou staan.'
Hij draaide zich om en keek Naya recht aan.
'Tja, wat heb ik gezegd?'
Naya bleef zwijgen, tot Magla zijn wenkbrauwen optrok.
'Dat was een retorische vraag, mag ik hopen?', reageerde Naya.
'Wat heb ik gezegd, Naya?'
Magla's toon sneed door haar ziel.
'Je hebt gezegd,' Naya keek even scherp terug naar Magla als hij haar aankeek, 'je hebt gezegd dat je Maya het zwijgen zou opleggen. Dat je ervoor zou zorgen dat zij me niet angstig zou kunnen maken voor de gevolgen van de aanval van De Schaduwjagers. Kwam deze nachtmerrie niet van die aanval, soms? Waar kwam hij dan wel vandaan?'
'Ik heb gezegd dat ik zou doen wat ik kon. Ik heb niet gezegd dat ik Maya volledig kon doen zwijgen. Dat moet jij doen, weet je nog?'
Naya maakte haar ogen los van die van Magla. Dat wist ze nog. En ze wist nog hoe.
'Meer dan wat ik toen heb gedaan, kan ik op dit moment niet. Deze nachtmerrie is een gevolg van jouw keuze. We wisten dat dit zou gebeuren. Als je hier een einde aan wilt maken, Naya, zul je dat zelf moeten doen.'
Magla leunde een beetje voorover en fluisterde.
'Je weet dat Maya zelf nooit zal stoppen.'
Hij zei het alsof het een geheim was dat een welbepaald klein meisje met glanzende, zwarte haren die ooit warm wit waren geweest, niet mocht horen.
Maar ze hoorde het toch en Naya voelde het hart van het meisje binnenin zichzelf verkrampen.
Ze drukte het gevoel naar beneden.
Naya wist dat Magla hetzelfde zou blijven zeggen - en dat ze ernaar moest luisteren -, dat ze geen andere woorden uit zijn mond zou horen komen, dus had ze zich alweer omgedraaid - haar hand al op de deurklink - toen ze Magla's stem nog één keer hoorde. 'Voor ik het vergeet', begon hij.
'Het is misschien ook handig om het volgende te weten. Over dat van die nachtmerries... Ze zullen steeds sterker en sterker worden. En het kan voor jou weleens belangrijk zijn, Naya, dat je ervoor zorgt dat je voortaan op tijd wakker wordt uit je nachtmerries.'
Een vragend gevoel kwam van diep, ergens vanuit Naya's onderbuik - misschien was het wel haar buikgevoel (of dat van Maya) -, steeg op, kroop door Naya's keel en wrong zich in haar ogen.
'En dat zeg je me nu?'
Magla ging doodgewoon verder.
'Het is vooral tijdens die nachtmerries dat Maya haar angst bij je uitstrooit. Daarom is het voor jou van noodzaak dat je zo snel mogelijk wakker wordt. Voor het einde van je nachtmerrie. Als je nachtmerrie tot z'n eind is gekomen, is het al te laat. Je ademhaling stopt wanneer de nachtmerrie stopt. Zo werkt het.'
Magla sprak de woorden uit als waren het koude ijsblokjes die over zijn lippen gleden. Hij deelde de info mee, meer niet.
'Maar vlak voor het einde van je nachtmerries zul je telkens één schreeuw laten horen. Als je wakker wordt vóór die schreeuw, zul je voor altijd in je nachtmerrie blijven zitten. Als je niet wakker wordt van die schreeuw of langer dan een minuut na die schreeuw wacht met wakker worden, zul je nooit meer wakker worden.'
De eerste minuut telt. De wind had het al die tijd geweten, maar was blijven zwijgen.
En die eerste minuut kan evengoed haar laatste worden.
JE LEEST
Ze kan je ziel horen schreeuwen
FantasyHet gaat de verkeerde kant op in Zwartstad. Berovingen, moorden, angst, chaos. De inwoners van Zwartstad worden in de greep van De Graya gehouden. Alleen hebben ze dat zelf niet door. In een wereld waar De Graya - De Schaduwmensen - leven van de ang...