21. Naya - Een verdwaalde bloedspetter

6 0 0
                                    

Beiden wisten ze dat het waar was. Het kind, het meisje met de lange, warm witte haren, was geen vreemde voor Naya. Ze had het al die tijd al gevoeld - telkens ze de visioenen van het meisje zag, als bevond ze zich dan middenin een scène uit een vorig leven leven, de setting van een déjà vu -, maar nu pas kon ze er haar vinger op leggen. Al was het eigenlijk eerder Magla die er zijn - beschuldigende - vinger op legde, want deze conclusie kwam van hem - en haalde woede in hem naar boven, het wakkerde de vlam in zijn ziel aan.

Het visioen dat hij net bij Naya had opgeroepen, had immers duidelijk gemaakt dat Maya een Zwakkeling was geweest.

Magla zuchtte en liep langzaam terug naar de andere kant van zijn bureau. Hij ging weer in zijn stoel zitten, leunde achterover en keek peinzend naar het plafond.

Naya kon dan misschien niet horen wat Magla dacht, toch durfde ze erom te wedden dat ze exact wist wat op dit moment door zijn hoofd spookte.

En hoe veel spoken dat dan ook mochten zijn, eender wie die de kamer op dat moment zou zijn binnengewandeld, had geen enkel vermoeden kunnen hebben van al die gedachten in Magla's hoofd. Daarvoor vulde de stilte de ruimte te goed.

Naya had dan ook geen idee hoe lang de stilte zich stil zou houden. Het werd een stilte van lange adem.

'Een Graya wordt niet zomaar geboren als Graya', klonk Magla's stem plotseling.

Naya keek op.

'Sommigen wel', ging Magla verder.

'Heel wat Graya onder ons dragen hun gave al hun hele leven met zich mee, sinds hun geboorte. Zij zijn geboren met hun gave. De overigen onder ons zijn hérboren met hun gave.'

Naya wist niet wat ze van deze raadselachtige zinnen moest denken, vinden, verwachten - of dat ze ze vooral moest vrezen.

'Heb jíj je ooit afgevraagd waar je vandaan komt, Naya?'

Naya voelde opnieuw - precies zoals de vorige keer dat Magla haar had willen spreken - hoe iets in haar buik zich samentrok en vervolgens uitstrekte om languit in haar maag te gaan liggen bij het horen van Magla's stem die haar naam uitsprak.

Ze schudde haar hoofd.

Magla leunde naar voren en Naya wist dat hij iets zou zeggen wat ze moest horen.

'Een Graya vraagt zich geen dingen af, en al zeker niet waar hij vandaan komt.'

Even bleef hij stil.

'Jij, Naya, bent één van die Graya die hérboren zijn met hun gave. Herboren uit het lichaam van het meisje uit je visioenen. Maya.'

En met die woorden begreep Naya Balena waar ze vandaan kwam. Maar nog niet hoe.

'Heb je je nooit afgevraagd wat er gebeurt met de Zwakkelingen die wij vermoorden?', ging Magla verder. 'Wat er gebeurt met hun lijken? Hun zielen?'

Nee, Naya had zich er nooit vragen bij gesteld. Ze had altijd gewoon gemoord.

Opnieuw leunde Magla naar voren.

'Zij worden zoals wij.'

Even viel er een stilte.

'Maya was een doodgewoon Zwakkelingenkind', zei Magla uiteindelijk.

'Maar ze werd vermoord door één van onze Graya. En je weet nu waar de zielen van vermoorde Zwakkelingen heen gaan, Naya. Een vermoordde Zwakkeling wordt zelf een Graya. Zo werd Maya Naya.'

En toen veranderde er iets op Magla's scherpe gelaat.

'Normaal gezien dooft de Zwakkelingenziel meteen uit als zoiets plaatsvindt', zei hij op zachtere en duidelijk merkbaar zwaardere toon.

Ze kan je ziel horen schreeuwenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu