Edwards diepe stem bereikte mijn oren.
"Ik wist niet dat je ondergoed met eendjes erop droeg."
Ik leunde achterover in de fluwelen kussens en staarde nadenkend naar Pokerface, die steeds haar pootje uitstak naar mijn raaf. De vogel hupte zenuwachtig heen en weer in een poging om uit Pokerface's bereik te blijven.
Mompelend stond ik recht. Waarom konden die twee niet gewoon vriendschappelijk met elkaar omgaan? Niet dat er meer aan de hand was tussen hen, maar ze deden er alles aan om op elkaars zenuwen te werken. Maar eigenlijk was Pokerface de grote schuldige.
Ik greep haar vast in haar nek en plantte haar neer op de vensterbank. Het raam stond op een kiertje, en nieuwsgierig gluurde ze over het houtwerk naar beneden. Doordat ze steeds van links naar rechts liep, vlak voor mijn neus, voelde ik de frustratie omhoog borrelen.
Het piepende gejank dat ze uitte, was voor mij de druppel. Ik zwaaide mijn armen naar voren en gaf haar een tik. En voordat ik beseft had wat er was gebeurd, zag ik haar met wild bewegende pootjes over de rand zoeven.
Geamuseerd leunde ik naar voren. Het was toch bekend dat katten meerdere levens hadden, dus wat zou er met haar gebeuren? Het was haar eigen schuld, ze moest maar uit mijn buurt blijven. Ik kon er gewoon niet tegen als iedereen en alles zich aan me opdrong. Waarom kon ik eigenlijk niet gewoon de rest van mijn leven slijten in mijn eigen kasteel, met alleen een paar diertjes?
Ik schudde mijn hoofd en duwde het raam volledig open. Een groene tak met doornen sloeg mijn kamer binnen. Ik voelde een doorn in mijn vel haken en keek gefascineerd naar de bloeddruppels die omhoog welden. Mijn hand begon te schrijnen, maar roerloos bleef ik mijn vel bestuderen, alsof het de hand van een andere persoon was.
Maar plots hoorde ik een luide schreeuw, waarop een schril gekrijs volgde. Nieuwsgierig loerde ik naar buiten, waar ik een persoon achteruit zag strompelen. Iets in zijn houding vertelde me dat het Edward was. Daardoor was mijn nieuwsgierigheid helemaal gewekt. Het was niet dat ik Edward interessant vond ofzo, maar ik was wel geïnteresseerd in zijn handelingen. Ik probeerde een beeld te creëren van hem, maar ik moest toegeven dat hij ingewikkelder in elkaar zat dan ik had durven vermoeden.
In plaats van een goedmoedig sukkeltje, was hij intussen al ontpopt tot iemand die vastbesloten was mij manieren bij te leren. Ik grijnsde. Volgens mij moest juist ik hem bepaalde dingen bijleren.
Zijn uitdrukking toen hij gezien had dat ik gevallen was, bleef me achtervolgen. Het was nooit in me opgekomen dat hij in zo'n situatie mensen zou durven uitlachen. Hij leek eerder het type dat niet zou kunnen wachten om te hulp te schieten.
Laat staan dat hij zo'n opmerkingen zou geven.
En al zeker niet over ondergoed.
Ik voelde mijn wangen opnieuw warm worden en tuurde kwaad voor me uit. Waarom had ik niets effens aangetrokken?
En het ergste, waarom had ik geen weerwoord gevonden, maar in plaats daarvan woordeloos voor me uit gekeken, recht in zijn voldane ogen?
Ik wist nu al waarover ik straks zou dromen. Niet over knappe prinsen of leuke kleren, maar over een verwaande Edward die dacht dat hij de baas was over mij. En dat klonk echt zoals mijn ergste nachtmerrie. Als hij het maar in zijn hoofd zou halen om mij nog eens in zo'n situatie te plaatsen, dan...
"Kom je jouw misbaksel nog halen of hoe zit het?"
Ik stak mijn hoofd uit het raam en zag hem slechtgehumeurd in mijn richting kijken.
Misbaksel.
Nooit gedacht dat hij dergelijke woorden kende.
Ik roetsjte via de leuning de trap af. Iets waar ik wel van hield aan de klassieke bouwstijl van deze kastelen, waren de meterslange, kronkelende leuningen. Geef toe, wat is er nu leuker dan in een rotvaart naar beneden zoeven?
Heelhuids lande ik op mijn voeten. Op mijn gemakje slenterde ik naar de tuin, waar Edward op me stond te wachten. Hij had zijn handen over elkaar geslagen. Over zijn gezicht lag een barse uitdrukking. Ik wist nu al dat ik een preek-achtig verhaal zou krijgen, iets waardoor ik spontaan moest glimlachen.
Afwachtend keek ik hem aan. Hij kneep zijn ogen halfdicht en staarde vastbesloten terug.
"Ik had al gezegd dat jouw mormels uit mijn buurt moesten blijven. En al zeker die kat. Ik liep op mijn gemakje door de tuin, toen ik dat beest plots omlaag zag zweven. Een enorme schaduw viel over me, en plots leek het alsof een olifant op me gevallen was. Ik werd dus wel net niet verplet door jouw kat, hé!"
"En dat was het?"
Het leek alsof Edward mijn vraag niet begreep.
"Was dat alles? Na jouw dringende oproep had ik op z'n minst verwacht dat je aangevallen werd door een koekjesmonster. Of dat er een spinnetje in je richting kwam gelopen", voegde ik er nonchalant aan toe.
Plots schoot iets anders door mijn gedachten. Ik had mijn kat nog niet gezien.
"Waar is Pokerface eigenlijk?"
Edward antwoordde niet, maar wees stug ergens verder de tuin in.
"Nadat hij neergesmakt was op mijn hoofd, is hij zonder problemen op zijn pootjes beland en naar achteren in de tuin gevlucht. Volgens mij besefte ze dat het tijd was om hem te smeren."
Onwillekeurig krulde mijn ene mondhoek omhoog. Ergens was ik wel opgelucht dat er niets aan de hand was met hem. De kat, bedoel ik.
Ik liet Edward achter en stoof met opgetrokken kleed over het kiezelpaadje. Ik moest toegeven dat hun tuin er qua architectuur beter uitzag dan die van mijn ouders. Zij hadden zich vooral gefocust op roze bloemen en rode rozen, terwijl ik hier vooral veel groene struiken zag, die in allerlei kunstzinnige vormen gesnoeid waren.
Ik boog mijn hoofd en liep onder een groene plant die van de ene kant van het paadje tot aan de vijver reikte. Verrast zag ik een paar zwarte zwanen ronddrijven. De gratie waarmee ze rustig over het water bewogen, benam me de adem. Gefascineerd bleef ik met mijn ogen hun beweging volgen. En meteen wist ik wat wou voor mijn verjaardag.
Na een tijdje draaide ik me om, om Pokerface verder te zoeken. Het leek wel alsof ze zich verstopte voor me. Achter me hoorde ik voetstappen. Ik draaide me om in de veronderstelling Edward te zien, maar hapte verbijsterd naar adem toen mijn blik die van haar kruiste.
Achter me stond een blond meisje en net zoals ik had ze donkergroene ogen.
Maar op de plek waar haar pupil hoorde te zitten, zag ik een kleine, donkere schim bewegen.
Was ze net zoals ik?
JE LEEST
Faceless princess
Mystery / ThrillerAmalia Amarantha Gloriana di Ortheria, de mysterieuze prinses. Niemand heeft haar gezicht gezien. Of wacht, iedereen dat een glimp opvangt van haar gezicht, verdwijnt plots. Maar dan wordt Amalia uitgehuwd aan prins Edward, de prins van het naburig...