Hoofdstuk negen

206 13 3
                                    

"Die Amalia die je zoekt, lijkt ze op dat meisje dat daar achter de spiegel staat gebogen?"


Amalia

Verschrikt deinsde ik achteruit. Ik wist plots niet meer hoe ik moest denken, laat staan dat ik kon bewegen. Het leek wel alsof mijn hersenen besloten hadden om te staken.

In plaats daarvan vertrouwde ik blind op mijn benen, die me naar de deur toe brachten. Ik greep de klink stevig beet en rammelde uit alle macht eraan, maar de deur gaf geen millimeter mee. Ik gunde mezelf een seconde om even mijn ogen te sluiten en rende toen recht op Katarina af. Nog steeds wist ik niet wat ik ermee wou bereiken, maar de verschrikte uitdrukking op haar gezicht gaf me voldoening. Terwijl ik op haar afsprong, merkte ik dat zowel de donkere mist als het overtollige vel op mijn benen verdwenen waren. Katarina zakte door haar benen en woedend sloeg ik met mijn vuisten overal waar ik haar raken kon. Haar opengesperde ogen staarden recht in de mijne, maar plots leek het alsof er een brand woedde in haar pupillen. Een vage schim werd opnieuw zichtbaar, maar deze keer slaagde de schim erin om te ontsnappen.

Ik probeerde te begrijpen wat ik zag, maar tuurde nog steeds verbijsterd naar Katarina's helder blauwe ogen. Plots verloor ik mijn evenwicht en tuimelde ik naar achter. Ik probeerde recht te krabbelen en zag een sliert rook uit haar ogen komen. Mijn ogen werden zo groot als pingpongballetjes toen de doorzichtige geest voor me verscheen. Ik wierp een angstige blik op het lichaam van Katarina, maar zag dat ze recht stond en onnatuurlijk bewoog. Haar ogen bleven op één punt gefixeerd, op mijn gezicht. Haar armen hingen slap langs haar zij, terwijl de benen van Katarina kaarsrecht naast elkaar stonden. Even keken we elkaar roerloos aan. En toen zette ik het op een lopen.

Ik zette koers naar het raam, maar net toen ik dacht dat ik het gehaald had, voelde ik de houten vloer onder mijn voeten kraken. Een seconde later zoefde ik naar beneden.

Ik deed een laatste poging om een houvast te vinden, maar gaf het op toen ik met een dreun op de grond terechtkwam. Even vreesde ik dat ik opnieuw door de vloer zou zakken, dit keer met een Amalia-achtig gat in de vloer, maar ik kroop recht en keek deze keer recht in Edwards ogen.

"Wow, hoe kom jij hier plots?"

Stomverbaasd keek hij me aan. Ik wou hem een kort uitleg geven, maar keek omhoog en zag de enge versie van zijn zus terugkijken. Ze sprong soepel naar beneden, gevolgd door haar doorzichtige versie.

Edward keek ongelovig van de een naar de ander, maar ik greep zijn hand vast en sleurde hem mee, de gang op. Ook in de gang was het donker. Ik zag geen hand voor mijn ogen en liep per ongeluk tegen een metalen harnas dat met veel gekletter van de trap donderde. Ik wou mijn handen voor mijn gezicht slaan, maar herinnerde me plots dat ik Edward vast had. Met een schokje liet ik hem los. Hoe kwam ik er in hemelsnaam bij om zijn hand vast te nemen? Ik kreunde inwendig, maar liet een gil ontsnappen toen ik in het donker een lichtgevende gedaante zag. Katarina's geest kwam naar ons toe zweven, maar ik bleef als versteend op mijn plaats staan. Dit keer was het Edward die de beslissing nam. Met een zwaai tilde hij me op en spurtte hij ervandoor, terwijl hij me tegen zich aan klemde. Ik had niet eens meer de kracht om te protesteren, maar keek over zijn schouder, recht in de ogen van de doorzichtige gedaante die ons steeds dichter naderde.

"Edward, zet me neer."

Mijn stem klonk toonloos, alsof ik al mijn levenslust in een oogwenk verloren was. Lag dat aan mij of kwam dat door die schim?

"Nee. Als Katarina in zo'n bui is, kun je maar beter maken dat je uit de buurt bent." Op zijn gezicht lag er een zorgelijke uitdrukking. Ik schudde wezenloos mijn hoofd en liet me door hem meesleuren. Halverwege de gang bleef hij doodstil staan, en met een luid kloppend hart tuurde ik over zijn hoofd. Een breed grijnzende Katarina stond voor een toegetakeld lichaam, met naast haar een geestige figuur die met gekruiste armen de hooghartige uitdrukking van haar meesteres probeerde te imiteren.

Katarina gebaarde nonchalant met haar handen, en plots vloeide de donkerrode stof samen in een lang geheel. Mijn verbijsterde hersenen registreerden gealarmeerd dat dit niet mogelijk was. Het bloed werd een donkerrode, slang die van kop tot staart glansde. Ze kroop luid sissend in onze richting, waardoor Edward gedwongen was om een paar passen naar achter te doen. De bloedrode ogen van de slang keken me strak aan. Instinctief wist ik dat Katarina weer iets gecreëerd had dat uit was op mijn dood. Wat had ik haar wel misdaan?

"Jij bent de volgende."

Ik verwachtte dat haar priemende vinger in mijn richting wees, maar zag dat ze gebaarde naar een punt tussen Edward en mij.

Zonder me verder te bekommeren over het familiedrama dat zich voor mijn neus afspeelde, gaf ik Edward een harde duw en rende hij ervandoor. Had ik echt gedacht dat trouwen met Edward de ergste nachtmerrie was?

Mijn gedachten werden overspoeld met jammerklachten en hulpkreten, totdat ik besefte dat Katarina wist wat ik dacht. Ik gunde haar het plezier niet van een overwinning en realiseerde me verontwaardigd dat ze mijn privacy schond. Ze had niemands toestemming om gedachten te horen, en al helemaal niet de mijne.

Ze was blijkbaar ook tegen de verloving van mij en Edward, dus viel er daar dan niets aan te doen? Stel dat ik in plaats van tegen te werken, juist alles deed om onze verbinding te redden? Zou dat geen doorn of bezemsteel in haar oog zijn?

Mijn armen wikkelden zich rond Edwards hals, terwijl mijn gemaskerde gezicht wegzonk in zijn haarbos. Een frisse geur drong in mijn neusgaten, en met een week gevoel in mijn buik, sloot ik mijn ogen. De zachte stem van Edward verbrak opeens de gelaten stilte.

"Vind je dat mijn nieuwe shampoo lekker ruikt?"

Mijn geschokte kreet sneed door de gangen en zorgde ervoor dat Edward me bijna liet vallen. Hij glimlachte vrolijk en zei plagend: "Ben ik er dan toch al in geslaagd om jou iets minder monsterlijk te maken?"

Mijn voornemen om met hem tegen te spannen tegen Katarina, ontplofte in duizend stukjes. Er was geen haar meer op mijn hoofd die daar nog aan dacht. Het enige probleem was wat ik dan wel moest doen.

"Laat haar los, broertje."

Ik verstarde ter plekke en liet een luide gil ontsnappen toen Edward me daadwerkelijk liet vallen. Katarina dook uit de schaduwen op en werd flauw verlicht door haar doorzichtige gezellin. Ik slikte krampachtig en probeerde als een spin weg te kruipen, maar een blik van Edwards zus liet me verstijven.

"Voordat je uit lafheid verdwijnt Amalia, moet ik je nog een paar dingen vertellen. Wist je bijvoorbeeld al dat wij uit hetzelfde hout gesneden zijn? Was je er al van op de hoogte dat jij hetzelfde bent als ik? Het enige probleem voor jou, is dat ik geen concurrentie duldt, Amalia."

____________

Voilà, een "nieuw" stukje ^^

Zoals jullie -degenen die het zich toch nog herinneren- waarschijnlijk wel zien, is het geen volledig nieuw hoofdstuk. Hoofdstuk 9 is deels opnieuw geschreven, het einde ervan is aangepast. Binnen een paar dagen komt het vervolg :)


Faceless princessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu