2.

320 23 1
                                    

In stilte zit ik tegenover Nienke aan de tafel in haar woonkamer. Mijn moeder zit in de stoel naast me.

Nienke en ik hadden het gesprek een paar minuten geleden afgerond en nu hebben mijn moeder en ik samen een kort gesprek met haar.

'Goed. Sarah..' Begint de psycholoog. Nienke wendt zich tot mijn moeder en glimlacht even. Voordat ze begint met praten zet ze haar bril even recht en kijkt ze naar de beschreven blaadjes die op de tafel voor haar liggen.

'Lina heeft dit keer wel gepraat, en ik ben tot een conclusie gekomen..'

'Ja?' Mijn moeder gaat wat naar voren zitten en kijkt Nienke vragend aan.

'Ik ben bang dat uw dochter een depressie heeft..' Nienke stopt even om naar de reactie van mijn moeder te kijken. Vreemd genoeg begint mam niet te huilen, ze knikt alleen maar. Ik kan haar blik niet zien, maar eigenlijk wil ik hem ook niet zien.

'En wat Lina allemaal tegen me verteld heeft.. Is het best ernstig.' Dit keer kijkt Nienke mij aan.

'Mag ik tegen je moeder vertellen wat je tegen mij verteld hebt?'

'Eh..' Ik denk even na. Als ik ja zeg, dan komt mijn moeder te weten dat ik een vreemd stemmetje in mijn hoofd heb die zegt dat ik me moet snijden. Als ik nee zeg, denkt ze waarschijnlijk dat ik haar niet vertrouw. Wat is erger?

'Ja.' Zeg ik dan toch.

Nienke knikt even en glimlacht naar me. Dan draait ze zich weer naar mijn moeder toe.

'Lina.. Lina heeft gezegd dat ze een stemmetje in haar hoofd heeft. Een stemmetje die zegt dat Lina zich moet snijden. En ik denk dat het stemmetje dan ook allemaal negatieve dingen over haar zegt. Klopt dat, Lina?'

Ik staar naar de grond en knik. Nu ze het zo opzegt, klinkt het hartstikke vreemd.

'Ze heeft me ook verteld dat ze denkt dat ze zelf dat stemmetje is. Dus eigenlijk zegt ze zonder dat ze het zelf doorheeft tegen zichzelf dat ze dit moet doen of dat. Want voor haar is het stemmetje een tweede persoon, zeg maar.'

Nienke stopt met praten en ik kijk op: mam en Nienke kijken me allebei aan.

'W-wat?' Met grote ogen kijk ik ze beide een voor een aan.

Nienke zucht even.

'Sarah, ik ben niet gespecialiseerd in depressies..' Nienke kijkt mijn moeder een beetje nerveus aan, alsof ze denkt dat mam elk moment kan gaan schreeuwen dat ze de slechtste psycholoog ooit is.

'Oke.. Maar wat moeten we dan doen met Lina?' Vraagt mam kalm.

Ik heb een beetje gemixte gevoelens bij die vraag. Het klonk alsof ze medelijden met me had en dat ze verdrietig was. Maar het leek ook alsof ze over een hond praatte die ze had gevonden en ze niet wist of ze hem naar het asiel moest brengen.

Alweer zucht Nienke. Dan kijkt ze op en met droevige ogen kijkt ze me aan.

Mijn hart mist een slag als mijn ogen haar blik zien. Die blik betekent niet veel goeds, dat kan ik je nu al vertellen.

'Ik ga contact opnemen met een vriend van me, die werkt in een psychiatrische instelling. Met hem zal ik gaan kijken of Lina psychologische hulp nodig heeft.'

Een zoem vult mijn oren, kippenvel verschijnt op mijn armen en tussen de zoem door hoor ik het bonken van mijn hart. Even is niks meer belangrijk. Ik denk alleen maar aan die twee verschrikkelijke woorden die nu in mijn hoofd heen en weer dansen. Psychiatrische instelling. Ik heb foto's gezien en filmpjes ervan op school. En als ik een ding zeker niet wil, dan is het daar belanden.

Tja, dit krijg je ervan Lina. Had je nou maar je mond gehouden.

Ik slik even en schud mijn hoofd. De zoem verdwijnt en ik hoor de stemmen van Nienke en mijn moeder harder worden.

'Lina?'

'Wat? S-sorry.. Wat zei u?' Verbaasd staar ik Nienke aan, die me vragend aankijkt.

'Ik vroeg of je dat oke vind,' zegt Nienke vriendelijk.

'Wat oke vinden?' Nu ben ik nog verwarder. Waar hadden ze het ook alweer over?

Een beetje bezorgd kijkt Nienke me aan, maar toch herhaalt ze wat ze blijkbaar gevraagd had:

'Vind je het oke als ik contact ga opnemen met een vriend? Hij is namelijk wel gespecialiseerd in dit soort dingen.'

Bam!

Met een klap komt alles terug wat ze verteld had. Ze wilt gaan praten met haar psychiatrische instelling-vriend.

Ik open mijn mond om het antwoord te geven, maar ik sluit hem weer. Ik weet eigenlijk niet wat ik wil.

Dan kucht mijn moeder even.

'Graag, Sarah. Als hij wel weet wat er aan de hand is en Lina beter kan maken, graag!'

Hoor je? ''Lina beter maken..'' Je bent ziek Lina! Ziek in je hoofd! Ze gaan je in een gevangenis voor gekken stoppen! Waar je thuishoort!

Een gevangenis voor gekken.. Dat is de beste omschrijving die ik ooit gehoord heb voor psychiatrische instelling. Een plek waar je wordt vastgebonden aan een stoel omdat ze bang zijn dat je compleet gek wordt en met messen gaat smijten.

'Maar ik wil niet naar die gevangenis!' Roep ik, zonder dat ik er eerst over na heb gedacht of ik dat wel zou moeten zeggen.

'Gevangenis?' Zeggen Nienke en mijn moeder tegelijk.

'Of een psychiatrische instelling, hoe je het ook wil noemen! Ik wil er niet naartoe!'

Ik voel dat mijn ogen beginnen te prikken, maar ik wil niet huilen. Ik wil niet zwak zijn.

Maar dat ben je wel.

Ik adem snel in en uit. Ik let niet op de hoofdpijn die ontstaat, het enige wat ik nu wil is weg zijn. Weg van de wereld en niet meer bestaan. Dood.

Dan begint plots de kamer een beetje te draaien, en zwarte vlekjes verschijnen voor mijn ogen.

Shit! Dit is niet goed.

Ik sluit mijn ogen en probeer me op mijn ademhaling te concentreren. De stemmen van Nienke en mam beginnen te vervagen en de irritante zoem komt terug.

Plots ben ik weer terug op het bankje. Het bankje onder de grote boom met zijn bladerdak. Thomas zit weer voor me en houdt mijn handen vast. Zijn rustige stem vult de leegte waar ik me nu in bevind. ''Rustig blijven. Adem in en uit..'' Hoor ik Thomas fluisteren. Ik adem diep in via mijn neus, en weer uit via mijn mond. Ook al gaat het ademen met korte schokjes, ik merk dat het lichte gevoel in mijn hoofd langzaam verdwijnt.

Als ik er helemaal zeker van ben dat ik het ademen weer onder controle heb, open ik voorzichtig mijn ogen: twee vrouwen staan over me heen gebogen en kijken me bezorgd aan. Ik voel iets hards onder me en met verbazing besef ik me dat ik op de grond lig. Ben ik flauwgevallen?

'Lina? Gaat het?' De stem komt van een van de vrouwen, maar ik weet niet welke.

Ik sluit mijn ogen in de hoop dat ik weer terugga naar de duisternis.

Tot grote genoegen voel ik de rust weer over me heen dalen, en voordat ik weer mee word genomen door de donkere deken genaamd bewusteloosheid, fluister ik met een gebroken stem:

'Ik wil er niet naartoe..'

Broken Soul. (Sequel to: Love is a lie.. Right?)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu