De hele zaal is vol zwarte rook. Een groot Tumult breekt los. Iedereen wurmt zich naar buiten. Ik laat het even waaien en alle zwarte rook wordt naar een hoek gedreven. Alice komt naar ons toe.
"Wat is dit?" Vraagt ze aan mij. Als antwoord haal ik mijn schouders op. Dit is een even groot raadsel voor mij. Snel lopen we naar buiten als iedereen buiten is verspreid de rook zich. De rook smelt helemaal damen tot het een man is. De jongen met de rode sjaal kijkt mij gemeen aan. Ik kijk ijskoud terug. Ik heb werkelijk genoeg van zijn zetten of spelletjes of wat het ook moet zijn.
"Laat me nu eens met rust!" Roep ik luid terwijl ik naar hem toe loop. Hij grijnst alleen nog harder. "Je hebt het ei toch?"
"Ohh, maar ik ben niet voor HEM, noch voor jullie. Ik heb mijn eigen baas die wat aan het organiseren is." Antwoord hij. Amber haar ogen spuwen vuur.
"En wat wil hij dan?"
"Dat zal ik later duidelijk maken." Is zijn simpele antwoord daarna verdwijnt hij. Ik zie een flikkering in de rook. De deuren gaan dicht, niemand mag naar binnen. Toch dwingt iets mij om naar binnen te gaan. Ik wring mezelf tussen de deur en de muur en loop naar binnen. Het stikt hier van de gas. Beschermend hou ik mijn hand voor mijn mond terwijl ik de zaal gadesla. Zwart stof dwarrelt op mij maar ik krijg mijn ogen niet af van iets anders. Een wit schemering licht verschijnt zich voor mijn ogen. Verbaasd kijk ik er naar, het is een soort van hypnotiserend. Ik knipper en wrijf in mijn ogen. Net optijd ben ik weer bij als ik een mes op mij zie afkomen. Snel rol ik over de grond en ga weer staan. Midden in die beweging gooi ik mijn dolk naar de persoon in de schaduw. Ik hoor een kreun. Snel ren ik op de persoon af. Het is een jongen van mijn leeftijd. Ik til hem op en hou hem tegen de muur.
"Wie ben je, en wat doe je hier?" Vraag ik dreigend.
"Ik ben verkenner 3." Antwoord hij, "en jij bent veel te laat." Daarna steekt hij de dolk in zijn buik. Dood valt hij neer. Ik schrik. Hij had even goed mij kunnen doden. Als de rook opgetrokken is loop ik weer naar buiten. Daar loop ik naar Amber toe.
"We moeten naar Hin." Waarschuwt ze mij. Ik knik en we nemen afscheid van onze vriendinnen. Samen rennen we door de straten van het dorp. Als we uit het bewoonde gebied zijn, duwt Amber op een knopje. Er komt een groene motor aangereden.
"Wat? Hoe kom je aan die motorcycle?" Vraag ik verwondert.
"Die heb ik gekocht, al een tijdje geleden." Antwoord zij terwijl zij haar schouders ophaalt. Zij stapt op en ik klim achterop. Ze gooit mij een helm toe.
"Veiligheid gaat voorop." Zegt ze. Daarna start ze de motor en rijden we richting het kamp. De lucht is donker, donker als de nacht.Langzaamaan komen we aan aan het kamp maar wat we daar zien is... er zijn geen woorden voor. Het hele kamp is verwoest. Overal liggen kapot gebroken glas scherven en stukken hout. Dan komen we aan het strijdveld. Mijn ogen worden groot en ik moet moeite doen om niet over te geven. Voor ons speelt zich een ware catastrofe af. Lijken liggen overal op het veld, onze vrienden maar ook onze vijanden. Het schouwspel is verbitterd.
"Zoek op overlevenden." Stamel ik zachtjes. We kammen het hele veld uit maar vinden niks. We haasten ons naar het meer waar ook een grote puinhoop te vinden was. Ik kijk met een zucht naar het meer en speel een beetje met het water. Plots trilt het water heel fel. Ik tuur snel over de oppervlakte en zie dat er iets drijft op het midden van het meer.
"Amber!" Roep ik luid zover dat dat dan gaat met een hese stem. Snel stormt ze naar mij toe. Ik wijs naar de vorm die op het water drijft.
"Het is een boot, een zeer grote boot!" Roept ze enthousiast. Ik glimlach voor het eerst.
"Hoe komen we daar?" Vraag ik haar. Ze lacht even naar mij en sluit dan haar ogen. Uit haar handen komen bliksemschichten. Maar geen verwoestende bliksemschichten, eerder creëerende. Ik kijk met ingehouden adem naar de kracht die uit haar vloeit. Plots geeft het een fel licht, wat gelukkig na een tijdje weer uitgaat. Ik knipper met mijn ogen en val bijna om van verbazing. Voor ons ligt een speedboot aangedreven door bliksem en zelfs gemaakt van bliksem.
"Welkom op de Amber Express." Zegt Amber al lachend. Ik lach vrolijk mee. We klimmen aan boord van de speedboot en beginnen met varen in stilte naar het schip in het midden van het meer. Bang voor wat we daar aantreffen.
JE LEEST
DragonBlood 2
AdventureMen zegt dat somige levens door de tijd met elkaar verbonden zijn. Door de oude roep die over de eeuwen heen weerklinkt. Het Lot. Lees eerst deel 1 anders snap je het niet.