Sorry, dit stuk das blijkbaar niet te zien, maar nu staat het er wel op!
"Is dat een..." denk ik.
Dan roept plots iemand anders luid: "Een snaaier!" Iedereen begint door elkaar te lopen en in paniek te krijsen. Ik kijk naar het wezen dat weer omlaag duikt. Een snaaier of een snitch is een walvishaai met tien rijen tanden en er komen octopus tentakels uit zijn mond. Maar weinigen die hem gezien hebben, hebben het overleefd. Ik duik weg voor een tentakel die naar mijn kop schiet. Ik grijp een mes vast en bedank in stilte de man die mij heeft leren meswerpen. Ik gooi het mes rap, zodra de kop van het beest boven water is. Het mes komt terecht in zijn oog. Snel duikt het monster terug naar de diepte. Ineens verschijnen er vier tentakels aan beide kanten van het schip. Ik spring snel aan de kant want de tentakels grijpen naar mensen aan boord van het schip en trekken ze mee het kolkende water in. Na een tijdje spuwt de zee hun overgebleven lichaamsdelen terug omhoog. Ik word bleek en krijg de neiging om over te geven. Ik neem een ander mes vast en wacht weer tot de kop omhoog komt. Redelijk snel gebeurt dat en snel gooi ik dan het mes in het andere oog. De snaaier wordt woedend en slaat zijn staart tegen het schip. De mast breekt krakend en valt op het dek. Ineens voel ik iets glibberigs aan mijn voet. Ik kijk omlaag en zie een tentakel. Snel spring ik weg. Ik ontwijk meerdere tentakels en spring achter de vergane mast. Ineens zie ik een bekend gezicht, beter gezegd, twee bekende gezichten. Het zijn de Ahbacka en Bis. (Lees hoofdstuk 1 even opnieuw als je niet weet wie ze zijn.) Ik spring over tonnen terwijl ik naar hun toe ren.
"Wat doen jullie hier?" Vraag ik aan hun terwijl ik om mij heen kijk.
"We konden je toch niet alleen laten?" zegt Bis met een grijns op zijn gezicht. Ik schud mijn hoofd. Plots verschijnt er een reuze tentakel.
"Pas op!" Roep ik luid terwijl ik Bis en de Ahbacka aan de kant duw. Maar daardoor word ik zelf gegrepen. Ik wring uit alle macht om los te komen maar het lukt van geen kanten. Dan zie ik ineens dat de tentakel langzaam onder water gaat. Mijn ogen worden groot en ik begin weer te rukken om vrij te komen. Ik zie de rijen tanden al onder mij. Plots springt de Ahbacka op de tentakel en snijdt hem kapot. Samen vallen we terug op het dek.
"Bedankt." Zeg ik tegen hem. Hij knikt.
"Jij hebt het mijne ook al eens gered. Dit is gewoon om de schuld te verlossen. En zeg maar Chuck." Zegt hij rustig.
"Chuck?" Vraag ik nieuwsgierig.
"Dat is mijn echte naam, zo mogen alleen vrienden me noemen." Zegt hij. Ik krijg een glimlach op mijn gezicht. Snel rent Bis naar ons toe. We springen weer aan de kant voor vallende onderdelen.
"Iemand moet dat beest een lesje leren!" Roept Chuck woedend.
"Ik weet niet hoe dat moet." Zegt Bis.
"Ik heb een idee. Bis en Alys, jullie moeten het monster afleiden." Zegt Chuck. Ik kijk hem onderzoekend aan.
"En jij?" Vraag ik hem.
"Dat zal je wel zien, maar vertrouw mij." Zegt hij mysterieus. Ik kijk hem even na en knik dan. Het monster zijn staart verschijnt weer. Ik gooi een mes tegen de harde huid. Woedend komt de kop boven.
"Hierzo!" Roep ik. En snel ren ik over het schip. Dan zie ik Bis een mes gooien. "Nee hier!" Roept hij. Ik glimlach, hij heeft het door. Nu gooi ik weer een mes
"Pak me dan als je kan!" Daag ik het wezen uit. Ik let vanuit mijn ooghoeken op Chuck. Hij is iets van plan en het staat mij niet aan. Ik spring over een tentakel en steek mijn zwaard door de tentakel in het hout. De tentakel zit vast aan het schip. Bis doet hetzelfde bij de andere tentakel. De mond van het wezen is nu wijd open getrokken. Plots besef ik wat Chuck van plan is. Ik zie hem aanrennen.
"Nee!" Roep ik luid.
"Dit doe ik voor mijn vrienden! Het is mijn keus. De laatste Ahbacka zal strijdend ten onder gaan." Roept hij. Daarna springt hij de mond in. Hij mist de tanden op een haar na. Het wezen staat plots stil. Ik kijk. Een zwaard verschijnt vanuit het binnenste van het wezen en breekt door de dikke huid. De snaaier brult en rukt zijn tentakels los. Daarna zingt hij het diepe water in.
"Neeh Chuck!" Roept Bis wanhopig. Hij loopt naar de rand van het schip en wilt springen, ik houw hem met moeite tegen.
"Bis! Bis! Het was zijn keus. Laat zijn offer niet tevergeefs zijn." Zeg ik als ik hem heb omgedraaid en mijn handen op zijn schouders rusten.
"Hij, hij was mijn beste vriend." Stamelt hij. Zijn schouders schokken. Ik kijk uit over zee.
"Mogen de goede geesten je ziel hebben." Zeg ik zacht. Snel komen we aan in de haven van Shanghai in China. Ik neem afscheid van Bis die triestig terug naar huis vertrekt. Ik zelf kijk hem nog even na en vertrek dan naar de bergen.Sorry. Het bleek dat dit stuk niet fatsoenlijk gepubliceerd was. Dus hier is het. Het vervolg op de rest komt ook snel. Dus see ya laters! (Alligators!)
JE LEEST
DragonBlood 2
AdventureMen zegt dat somige levens door de tijd met elkaar verbonden zijn. Door de oude roep die over de eeuwen heen weerklinkt. Het Lot. Lees eerst deel 1 anders snap je het niet.