Aangekomen in de bergen, koude lucht ontvangt mij. Ik krijg een rilling over mij heen gelopen. Ik heb nog altijd mijn woestijnkleren aan, geen goed idee. Bibberend loop ik de berg op.
"Ik moet doorzetten, niet opgeven. Het is zo koud!"
Ik bevries, ik ben zo koud. Ik zak door mijn benen. Langzaam vallen mijn ogen dicht. Ik rol me op tot een bolletje. Daarna val ik in een diepe droomloze slaap. De volgende dag word ik wakker in een bed. Ik kan me niet herinneren dat ik in een bed in slaap gevallen was. Langzaam ga ik recht zitten. Ik voel het deken van mij afvallen en zie dat ik andere kleren aan heb. Snel ga ik rechtstaan. Ik heb een zwarte broek aan met donker buine laarzen en een donkerblauwe bloes. Aan een kapstok hangt een lange donkerblauwe jas. Langzaam wandel ik naar de spiegel en bekijk mezelf. Mijn licht blauwe ogen schijnen. Wacht eens even, schijnen? Ik bekijk ze nog eens beter maar ze schijnen niet. Ik zucht opgelucht. Mijn haren zijn wel nog steeds donkerbruin, ze zijn zelfs bijna zwart. Ik hoor een geluid en wandel met gespitste oren naar de deur. Langzaam doe ik hem open. Een oude vrouw staat voor mijn deur.
"Ah, je bent eindelijk wakker. Kom, je zal vast honger hebben. Oh ja, als je die wapens zocht, ik heb ze proper gemaakt. Ze liggen in de kast."
Verbaasd kijk ik dit oude vrouwtje aan. Ik knik en langzaam loop ik mee naar de tafel. Daar zet ze een bord pasta voor mijn neus neer. De zoete aroma prikkelt in mijn neus en begin te watertanden. Langzaam neem ik een hapje. Mijn ogen worden groot.
"Wauw, mevrouw. Dit is de lekkerste pasta die ik ooit gegeten heb." Zeg ik tegen haar.
"Dankje, eet nu maar verder, ik zie dat je honger hebt."
"Hoeft u dan niet te eten?"
"Ik heb een bord voor mij staan hoor."
Langzaam kijk ik naar de tafel voor haar. Ik geef mezelf een mentale facepalm. Ik fixeer me weer op mijn bord en begin te eten. Langzaam maar zeker raakt het eten op. Voldaan leg ik mijn bestek neer. Ik doe mijn ogen dicht en geniet nog even na van de maaltijd. Dan gaat de bel. Behoedzaam kijk ik om.
"Moet ik gaan?" Stel ik voor. De oude vrouw knikt. Langzaam wandel ik naar de deur. Ik doe hem open. Mijn ogen worden groot. Een zwaard steekt zich naar mij uit. Om het te ontwijken doe ik een flik flak naar achteren. Verbaasd kijk ik op, ik wist niet dat ik zo een reflexen had. Dan zie ik het zwaard weer op mij afkomen. Met een handige trap krijg ik het zwaard in mijn hand. Het is een pikzwart zwaard met als hoofd een cobra met robijnen als ogen. Behendig pareer ik de slagen. Dan voel ik achter mij iemand neervallen. In een snelle beweging draai ik mij om en zie ik dat de oude vrouw met een zwaard in haar hand het lichaam doorboord. Geschrokken kijk ik haar aan. Zij geeft mij slechts een ondeugende glimlach. Snel draai ik mezelf weer om, net optijd om een slag te ontwijken. Met een snelle truk dood ik ook mijn tegenstander. De twee mannen zijn dood. Snel doe ik de deur dicht en kijk ik de vrouw aan.
"Ik ben niet helemaal eerlijk geweest." Zegt ze. Plots klinkt haar stem niet meer oud. Ze haalt een masker van haar gezicht en doet haar pruik af. Ook doet ze handschoenen uit. Voor mij verschijnt een jonge vrouw met aubern haren en groene ogen.
"Hallo, ik ben Jolene."
"Hoi, ik ben Alys."
"Stuurt Hin jou ook voor die draak?"
"Euhh ja??"
"Ik ben de dochter van Hades, pretty cool niet?"
"Ja, inderdaad." Ik bekijk haar eens goed, ze heeft Aubern haar, esmerald groene ogen en een ivoren huid. Ze is eigenlijk super mooi.
"Kom, dan gaan we samen zoeken." Stelt ze voor, opgelucht stem ik in.
Snel nemen we onze reisspullen bijeen en vertrekken we hals over kop de bergen in.Hey heeyyy,
Sorry dat het zolang moest duren.
Ik ben dinsdag weer terug met een update. Luf u xxx
JE LEEST
DragonBlood 2
AventuraMen zegt dat somige levens door de tijd met elkaar verbonden zijn. Door de oude roep die over de eeuwen heen weerklinkt. Het Lot. Lees eerst deel 1 anders snap je het niet.