{Reunited with old friends. I}

35 6 1
                                    

De boot ziet er verlaten uit vanuit een afstandje. Als we dichterbij komen zien we dat het er alles behalve stil uitziet. Ik merk dat Amber heel nerveus is, vreemd. Ons bootje maken we vast aan het grote schip. Wanneer we aan boord klimmen worden we meteen verwelkomt op het feestgedruis. Annebeth en Percy komen lachend naar ons toe. Ik grijns als ik ze samen bezig zie.
"Godzijdank, jullie hebben het overleeft. Jullie moeten nu meteen naar Hin gaan!" Zegt Annebeth vrolijk, luid en een tikkeltje bazig. Amber en ik lachen terwijl we naar Hins kantoor gaan. Hin zit aan zijn raam, mistroostig kijkt hij naar buiten. Voorzichtig klop ik op de deur.
"Binnen." Mompelt hij.
"Lang geleden Hin." Zegt Amber met een grijns. Hin kijkt verbaasd op en krijgt dan ook een grijns op zijn gezicht.
"Meiden! Het duurde lang genoeg! Waar is het ei?" Vraagt hij enthousiast. Ik bijt even op mijn onderlip en kijk hem aan.
"Hij heeft het." Fluister ik zachtjes.
"Wat?!?" Roept Hin luid.
"Hij heeft het ei!" Zeg ik harder.
"Alys! Dat meen je niet! Hoe?!?" Roept hij boos.
"We hadden het ei en gingen naar Jolenes huis. Daar brak hij in en pinde ons tegen de muur." Zeg ik redelijk hard.
"Jolene?" Vraagt Hin woest.
"Ja, Jolene, je stuurde haar een paar jaar geleden op weg om het ei te gaan zoeken." Reageer ik.
"Waar is ze nu dan?" Vraagt hij woest, ik twijfel of we Hin nog woester kunnen krijgen. Ik kijk Amber aan, zij kijkt mij vragend aan.
"Eerlijk gezegd... ze verdween ineens." Zegt Amber aarzelend. Oh ik had het mis, Hin kon nog bozer worden dan hij al was. Zijn hele gezicht loopt rood aan en een ader in zijn nek begint te kloppen.
"Eruit!" Roept hij luid.
"Maar..." protesteren Amber en ik.
"Eruit! Ik spreek jullie hier later nog over!" Roept hij. Zachtjes verlaten Amber en ik de kamer. Annebeth en Percy komen naar ons toe.
"Geen zorgen, hij is de laatste tijd nogal opgefokt." Grijnst Annebeth. Ik krijg ook een kleine grijns op mijn gezicht. Al pratend lopen we terug het dek op. Nog steeds is het feestje aan de gang.
Amber trekt mij mee naar de toog, ze bestelt ons wat te drinken. Ik kijk naar de kust, ik dacht dat ik iets zag bewegen. Ik maak mijn ogen iets kleiner zodat ik scherper zie. Ik zie één schaduw, nee, twee schaduwen van twee personen. De ene draagt de andere vooruit. Degene die nog bij bewustzijn is probeert iets te doen, maar dan valt hij ook neer.
"Amber." Fluister ik. Als ik merk dat ze druk in gesprek is met Annebeth geef ik haar een klein duwtje in haar zij.
"Amber!" Fluister ik nu iets harder.
"Wat?" Vraagt ze geïrriteerd. Ik wijs naar de kust.
"Daar ligt iemand." Zeg ik. Annebeth reageert meteen, ze trekt Amber en mij mee naar Amber haar zelfgemaakte boot en vaart richting de kust. We rennen behoedzaam naar de twee lichamen toe. Dan herken ik ze. Meteen blijf ik staan, Amber doet hetzelfde als mij.
"Wat doet hij hier?" Vraagt Annebeth met een afkeurend toontje terwijl ze naar Julian wijst. Want de twee jongens die daar liggen zijn Charles en Julian.
"Wat doet de duivel in hoogst eigen persoon hier bewusteloos?" Vraagt Annebeth woest.
"Euhm Beth? Er is iets wat ik vergeten ben te zeggen over de duivel." Begin ik twijfelend.
"En dat is?" Vraagt ze een tikkeltje boos.
"Dat hij gebruik maakte van iemand anders zijn lichaam omdat hij zelf alleen maar een soort geest was. Nu heeft hij blijkbaar zijn lichaam niet meer nodig, of zijn hulpje." Zeg ik, dat laatste is eerder een vaststelling.
Annebeth kijkt Amber aan. Amber knikt zachtjes. Dan kijkt Annebeth naar de twee jongens.
"We brengen ze aan boord, ze hebben verzorging nodig." Zegt ze. Amber geeft mij een high five. Langzaam leggen we de jongens in de boot en varen we terug naar het schip. Ik kijk naar Amber, ik zie haar soms kleine blikjes geven aan Julian. Een grijns vormt zich op mijn gezicht.
"Waarom grijns je?" Vraagt Amber zodra ze gemerkt heeft dat ik naar haar keek.
"Ohh, zomaar." Vertel ik haar, ze wordt zo boos als ik haar de waarheid vertel. Als we aankomen merken we dat uidelijk heeft niemand onze afwezigheid gemist heeft. Het feest ging nog steeds door al was het al redelijk laat.
"Annebeth? Waarom is er eigenlijk een feest?" Vraagt Amber nieuwsgierig.
"Omdat het binnen tien dagen Zonnewende is. De tien avonden voor de zonnewende staan in de traditie beschreven als grote feesten. Dus Hin besloot dat wij die traditie verder zetten dus nu is er elke dag een feest, met een thema natuurlijk." Zegt ze opgewekt. Amber lacht om Annebeth haar mislukte wenkbrauwwiebel. Dan zie ik dat haar blik weer eventjes afdraait naar Julian die naar binnen wordt gedragen door een druïde. Een soort tovenaar met speciale geneeskrachten of zoiets in die aard. Ik glimlach. Soms is Amber iets te duidelijk, denk ik bij mezelf. Daarna voeg ik mezelf bij de drukte.

Soryyyyyyyy!!!!!! Dat het zolang geleden is!!!! Ik had het heel heel druk. Ik zal proberen om deze keer wat sneller te updaten, alleen kan ik niks beloven! Maar het is bijna vakantie dus dan zal ik waarschijnlijk terug een hoofdstukje plaatsen! Vergeef me!
Bye!!!

DragonBlood 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu