3 ⚰️

111 5 5
                                    


21 juni, woensdag,8:00

De scherpe toon van de wekker snijdt door de stilte van de kamer en trekt me bruut uit mijn slaap. Met een zucht sla ik mijn hand uit naar mijn telefoon en druk het geluid uit. Het is acht uur. De dag waarvan ik nooit gedacht had dat hij zou komen, is eindelijk aangebroken. De dag waarop ik afscheid moet nemen van mijn moeder. Een afscheid dat ik nog steeds niet kan bevatten.

Ik rol me om en voel meteen het gewicht op mijn borst drukken, alsof iemand een baksteen op mijn ribben heeft gelegd. Mijn ademhaling is zwaar en mijn hoofd voelt wollig aan, alsof mijn gedachten door een dikke mist ploegen. Maar ik weet dat ik moet opstaan. Ik moet doorgaan. Hoe moeilijk het ook is.

Naast me rekt Tess zich uit. Ze gaapt en draait haar hoofd naar me toe, haar ogen zacht en bezorgd. "Gaat het?" vraagt ze zachtjes, al weet ik dat ze het antwoord waarschijnlijk al kan raden.

"Nee," fluister ik. Mijn stem klinkt schor en broos. Ik dwing mezelf om rechtop te gaan zitten, de kou van de ochtend voelbaar door mijn pyjama heen. Mijn voeten raken de vloer, maar het voelt niet echt. Alles lijkt verdoofd. Zelfs het simpelweg opstaan voelt als een strijd tegen mezelf.

"Kom," zegt Tess rustig. Ze staat op en trekt het gordijn een stukje opzij. Het licht dat de kamer binnendringt is schemerig en grijs, passend bij de sombere stemming. "Laten we ons klaarmaken."

Met tegenzin sleep ik mezelf het bed uit en loop naar mijn koffer. Mijn handen trillen licht terwijl ik mijn outfit voor vandaag pak: een zwarte, eenvoudige jurk. Geen franjes, geen opsmuk. Gewoon... zwart. Eenvoudig. Gepast.

Ik kleed me langzaam aan en voel me bij elke beweging zwaarder worden. Alsof elke handeling, hoe klein ook, me dichter bij het onvermijdelijke brengt. Wanneer ik eindelijk in de badkamer sta om mijn make-up te doen, lijkt mijn reflectie in de spiegel bijna onwerkelijk. Mijn ogen zijn rood en opgezwollen, omrand door donkere wallen. Mijn huid is bleek. Ik lijk mezelf niet eens te herkennen.

Tess komt naast me staan en legt haar hand zachtjes op mijn schouder. "Mag ik je helpen?"

Ik knik zwijgend. Ze pakt een concealer uit mijn tas en begint voorzichtig de tekenen van mijn slapeloze nachten te bedekken. Het is een simpel gebaar, maar haar tederheid raakt me diep. Ze werkt langzaam, zorgvuldig, alsof ze me niet alleen mooier probeert te maken, maar ook probeert om me iets van mijn kracht terug te geven.

"Je bent sterk, Max," zegt ze zacht, terwijl ze mijn mascara aanbrengt. "Je hoeft het vandaag niet alleen te doen. Ik ben hier, oké?"

Ik knik weer, mijn keel te dichtgesnoerd om te spreken. Wanneer ze klaar is, kijk ik haar aan en voel een brok in mijn keel opkomen. "Dank je," fluister ik schor. Tess glimlacht verdrietig, slaat haar armen om me heen en trekt me in een warme knuffel.

Het is niet lang, maar genoeg om me even te laten ontspannen. Om me te herinneren dat ik niet helemaal alleen ben vandaag. Ik adem diep in en knik als we elkaar weer loslaten. "Laten we gaan ontbijten," zeg ik zacht.

We lopen in stilte naar de ontbijtzaal. Het voelt raar, bijna oneerbiedig, om nu gewoon te gaan eten, alsof het een normale ochtend is. Maar ik weet dat ik iets moet eten, al is het maar om de dag door te kunnen komen. We kiezen een tafeltje bij het raam en Tess bestelt koffie voor ons beiden. Het is alsof ze intuïtief weet wat ik nodig heb.

"Wat wil je eten?" vraagt ze zachtjes terwijl ze door de menukaart bladert.

"Een croissant," zeg ik uiteindelijk. Ik heb totaal geen honger, maar ik weet dat ik iets moet proberen. "En wat fruit."

Tess knikt en bestelt ons ontbijt. We eten in stilte. Elke hap voelt als kauwen op karton. De smaken zijn vaag, bijna afwezig. Maar Tess blijft bij me zitten, haar aanwezigheid een constante bron van steun. Na een tijdje begint ze wat luchtige onderwerpen aan te snijden.

werkt dit wel? Ft bankzitters// MatthyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu