5❤️

103 5 1
                                    

~vervolg
Pov Maxime:

"Waar gaan we naartoe?" vraag ik nieuwsgierig terwijl we samen de hotellobby uit lopen. De koele avondlucht van New York omhult ons zodra we buiten staan. De stad leeft, zelfs op deze tijd van de avond, met een wirwar van lichten, geluiden en mensen die langs ons heen snellen. Ik voel de opwinding door mijn lijf gieren, gemengd met de nog aanwezige zwaarte van de dag.

Matthy glimlacht geheimzinnig, zijn lippen krullen lichtjes op in een speelse grijns. "Dat zul je wel zien." zegt hij zacht en haalt speels zijn schouders op, alsof hij er zelf ook plezier in heeft om het mysterieus te houden.

Ik lach, een kleine, oprechte lach die ik niet tegen kan houden. "Dus ik krijg geen tips of hints?" Ik wiebel even met mijn wenkbrauwen, maar zijn glimlach blijft onveranderd, een onverstoorbare mengeling van speels en vastberaden. "Nee, je moet maar vertrouwen hebben." antwoordt hij en knipoogt.

"Vertrouwen, hè?" Ik kijk hem schijnheilig aan, mijn ogen vernauwd alsof ik hem wil doorgronden. Maar diep vanbinnen moet ik toegeven dat dit spelletje iets leuks heeft. Iets luchtigs en ongecompliceerds wat ik al lang niet meer gevoeld heb.

Hij knikt, doet alsof hij niet doorheeft dat ik hem probeer te doorgronden. "Vertrouwen, ja." Hij lacht nu breder. "En als ik het verklap, dan is de verrassing weg, toch?"

"Daar heb je een punt." geef ik toe, en ik besluit me over te geven aan zijn geheimzinnige plannetje. We wandelen door de straten van New York, langs winkelpuien die in de avondlichten glanzen en mensen die op hun gemak de stad verkennen. De lucht is fris, maar niet te koud, perfect voor een avondwandeling. Af en toe probeer ik weer subtiel te vissen naar een aanwijzing.

"Is het ver?" vraag ik onschuldig, alsof het me niet eens zoveel kan schelen. "Hmm... misschien, misschien niet." is alles wat hij zegt, terwijl hij doet alsof hij diep nadenkt. Zijn gezicht blijft onleesbaar.

"Oké." zucht ik, maar mijn mondhoeken verraden me — ik heb te veel plezier in het uitdagen. "Dan zal ik ophouden met vragen."  "Dat lijkt me verstandig." plaagt hij. "Je bent irritant, weet je dat?" Hij grijnst breed en knikt overdreven. "Ja, dat hoor ik wel vaker."

"Nou, ik zal het dan niet nog een keer herhalen." Ik probeer mijn gezicht serieus te houden, maar de manier waarop hij me aankijkt, zo zorgeloos en met een subtiele warmte, laat mijn voornemen in rook opgaan. We lopen verder, onze schouders af en toe tegen elkaar aan, een klein gebaar dat me meer geruststelt dan ik wil toegeven.

Elke keer als ik denk dat we misschien bijna op onze bestemming zijn, slaat hij weer een andere hoek om. We lopen door kleine steegjes, over brede boulevards en zelfs langs een druk stadsplein, zonder dat hij ook maar één keer een hint geeft. Het is grappig — en tegelijkertijd frustreert het me op de best mogelijke manier.

En dan stopt hij ineens.

Voor een groot glazen gebouw met een chique uithangbord in goud geschreven. Mijn ogen gaan naar de letters boven de ingang. Het is een restaurant, met een naam die luxe en verfijning uitstraalt. Ik slik even, kijk naar hem en zie zijn blik op mij gericht, zijn ogen verwachtingsvol.

"Een restaurant?" vraag ik langzaam, en ik kan niet voorkomen dat mijn mondhoeken omhoog krullen. Hij knikt, bijna verlegen nu. "Ja. Dacht ik tenminste."

Het is alsof iets warms in mijn borst zich uitbreidt, het besef dat hij moeite heeft gedaan om iets voor me te plannen op een avond als deze. "Ik vind het geweldig." fluister ik, oprecht. En ik meen het. Het is perfect, niet te veel, maar ook niet te weinig. Gewoon wij tweeën, rustig samen, in deze immense stad die voor een paar uur even helemaal van ons lijkt te zijn.

"Echt waar?" Zijn stem klinkt wat aarzelend, alsof hij toch nog twijfelt of hij de juiste keuze heeft gemaakt. Ik knik stevig en pak onbewust even zijn arm vast. "Echt waar."

werkt dit wel? Ft bankzitters// MatthyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu