Deel 1

52 1 0
                                    

Dit hele verhaal schrijf ik
in de ik-vorm van Robbie.
Het kan zijn dat ik soms in de ik-vorm van Matthy schrijf.

Raoul komt mijn kamer binnen terwijl ik een video op aan het nemen ben. Ik denk dat hij niet harder kan schreeuwen dan dit:" ROB! IK HEB NET EEN TELEFOONTJE GEKREGEN!"

"Oké leuk voor je, Roel. Moest dit mijn video verpesten?" Raoul kalmeert en zegt op een normale toon:"Het telefoontje was niet voor mij maatje, het was voor jou. Je zus is terechtgekomen in een ongeluk. We moeten afwachten of ze nog leeft!"

Ik huil nooit, maar dit is het moment dat ik opspring van mijn stoel en Raoul huilend in zijn armen vlieg. Ik kan het echt niet geloven, alles wat ik nog had van familie was mijn zus en haar kinderen! Voordat ik meer wil denken dringt iets door mij door. "HAAR KINDEREN, LIV, STORM EN JIP! WAAR ZIJN DIE, WIE GAAT VOOR HUN ZORGEN!" Raoul trekt me in een stevige knuffel en strijkt over mijn rug. "Maatje ik weet het niet? Misschien kunnen wij ze in huis nemen tot we meer weten?"

Kort maar krachtig deel. Ik zat vandaag op de fiets en hoorde een liedje wat me deed denken aan de bankzitters. Toen ging ik nadenken over een nieuw boek en dat was het moment dat ik dacht bankzitters en kinderen. En dat wou ik gwn ff vertellen.

"Niet voor eventjes"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu