Hoofdstuk 2

83 6 0
                                    

Pov Matthy 

 Het is alweer de volgende dag. Mijn sneeën worden steeds witter en herstellen langzaam. Dat is een goed teken. Ik loop door de aula met robbie en koen. We vinden een tafel en we gaan eraan zitten. Ik heb weer hetzelfde aan als gisteren. Niemand valt het op blijkbaar en dat is maar goed ook. 'Zullen we een keer met z'n drieën afspreken? stelt koen voor. 'Ik vind het goed' zegt robbie. Ik knik. 'Ik vind het ook goed' zeg ik. 'Kunnen jullie misschien vanmiddag? vraagt koen 'we zijn toch om 1 uur uit'. Robbie en ik knikken allebei. 'Oké nou dat is dan geregeld' zegt koen en hij pakt wat boterhammen uit zijn tas. Shit, ik ben mijn brood vergeten. Ik kijk om me heen. Ik zie milo en zijn groepje recht op ons afkomen. 'Milo komt naar ons toe' zeg ik bang. Althans ik hoop dat het niet zo klonk. 'Ik kan ze echt wel aan hoor' zegt koen boos. 'Jij? lacht robbie 'met je dunne kinderarmpjes'. Koen kijkt robbie boos aan. 'Ik kan dat wel ja' zegt koen. 'Zo heb je het koud? vraagt milo. Waarschijnlijk aan mij maar ik kijk hem niet aan. Ik wil hem ook helemaal niet aankijken. 'Nou? zegt milo. Ik kijk op en kijk recht in donkere ogen. Ik laat mijn ogen over zijn lichaam gaan. Hij heeft een zwarte baggy broek aan een wit shirt er boven op en nog een jasje eroverheen. 'Zo te zien heb jij het ook koud' zeg ik en ik richt mijn blik op zijn kleren. Milo doet zijn jas uit. 'Oké doe jij je trui uit dan! zegt hij uitdagend en zijn vrienden beginnen te lachen. Aan de ene kant zijn mijn sneeën voor het meeste wel geheeld toch? Dus opzich kan het wel en ik heb er een shirt onder. Misschien dat ik ooit nog mijn trui uit wilde doen. Ik begin mijn trui uit te doen. Als ik hem uit heb kijkt iedereen mij geschrokken aan. Nou ja meer milo, robbie en koen. Zijn vrienden zitten meer een beetje te lachen en kijken mij aan alsof ik een stuk vuilnis ben. Ik trek mijn trui snel weer aan. 'Zie je wel wat is er zo moeilijk aan? zeg ik tegen milo. 'Kom we gaan' zegt milo tegen zijn vrienden en ze lopen weg naar een andere tafel. 'Sorry matthy dat ze zo tegen je deden' zegt koen. Ik kijk hem aan. Hij heeft medelijden in zijn ogen. Ik haal mijn schouders op. 'Ben ik wel gewend' zeg ik en ik kijk koen aan. Hij glimlacht naar mij. Ik glimlach terug. 

'Waar zullen we als eerste naar toe gaan? vraagt koen. 'Ik heb geen idee' zeg ik. We kijken allebei naar robbie. 'Zullen we ergens wat drinken? stelt robbie voor. 'Ik vind het een goed idee' zeg ik. 'Ik ook' zegt koen. We lopen samen langs allemaal terrassen maar geen spreekt ons aan om daar te gaan zitten. Ineens zie ik milo en zijn vrienden aan een tafel zitten. 'Kijk daar zit milo' zeg ik en ik wijs naar het groepje. Robbie kijkt om en hij krijgt ze ook in het zicht. Ineens kijkt milo onze kant op en hij ziet ons. Hij kijkt naar mij. Ik kijk ook naar hem. Uiteindelijk wordt het meer staren. Ik kijk snel de andere kant op. 'Kom we gaan verder zoeken' zeg ik en ik trek robbie en koen mee. Na een tijdje te hebben gezocht zitten we eindelijk op een terras. We hebben alle drie cola gekozen aangezien we nog geen 18 zijn en we het nog niet kunnen bestellen. 'Zullen we straks voor kleren kijken? stelt koen voor. 'Ik vind het goed' zeg ik. 'Ja maar dan moeten we weer naar PC Hooftstraat omdat kleine koentje de rest allemaal te skeer vind' lacht robbie. Ik trek een wenkbrauw op. 'Koen is heel rijk' lacht robbie. Koen rolt met zijn ogen. 'Dat valt ook wel weer mee hoor' zegt koen 'Ooit wil ik daar wel iets kopen maar daar heb ik het geld nog niet voor als ik later ga werken dan kan ik het misschien kopen'. 'Jij en werken? zegt robbie. 'Ja ik werk al heel goed' zegt koen. Robbie lacht nu nog harder. 'Je werkt niet hé koen' zeg ik lachend. 'Misschien niet nee' zegt koen. 'Je werkt gewoon niet, we werken allemaal niet denk ik' zegt robbie terwijl hij naar mij kijkt. 'Ik werk bij de appie' zeg ik schouderophalend. 'De Albert Heijn? vraagt koen vol ongeloof. Ik knik. 'Ik moet toch wat geld verdienen? zeg ik. 'Ja das waar' zegt koen. 'Je zou ook moeten werken koen dan kan je misschien ooit nog wel een Gucci bril kopen' zegt robbie. 'Waar werk jij dan? vraag ik aan robbie. 'Ik werk bij een autobedrijf' zegt robbie 'ik maak auto's schoon'. 'Oftewel hij werkt bij de wasstraat' nu lacht koen. Robbie rolt met zijn ogen. 'Dat hoefde je niet te vertellen' zegt robbie. Ik lach. Wat heb ik toch een geluk met deze mensen. 

'Ga je naar bed matthyas' zegt hans, mijn vader. 'Ja ik ga al! roep ik en ik loop naar boven. Ik loop gelijk naar de badkamer om mijn tanden te poetsen. Als ik klaar ben kom ik mijn kleine broertje ezra tegen. 'Hey' zeg ik en ik loop door naar mijn kamer. 'Hoi' zegt ezra en hij loopt in de tegengestelde richting naar de badkamer. Nadat ik mijn kleren heb uitgetrokken ga ik in mijn bed liggen en het eerst ooit in mijn leven heb ik weer zin om morgen naar school te gaan. Om koen en robbie weer te zien. Het is dus ook nog nooit voorgekomen dat ik zin in school had. Dus dat koen en robbie dit binnen twee dagen veranderen is maar de vraag. Ik hoop dat ik ze nooit meer kwijt raak en elke dag op sta en zin heb om naar school te gaan. Ik denk dat het niet altijd zo zal gaan maar ik hoop het maar. 

Two choices, one manWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu