Openstellen?

163 8 4
                                    


Pov Matthyas:
De bel gaat. Zo snel als ik kan, sta ik op, pak ik mijn tas en loop snel het lokaal uit. Ik zie Robbie me nog nakijken, maar daar ga ik geen energie in steken. Ik heb al genoeg aan mijn hoofd. Op dat moment krijg ik een appje van mijn pa.

Vader:
Je zorgt maar dat je pas na 19:30 thuis bent.
U:
👍🏻

Dat kan er nog wel bij. Mijn vader is heel erg veranderd sinds mijn moeder twee jaar geleden is overleden. Hij gebruikt drugs, drinkt elke dag en hij slaat me. Volgens hem doe ik nooit iets goed. Ik draag ook nooit korte mouwen sindsdien. Je vraagt je vast af waarom? Nou, ik heb overal blauwe plekken door hem, maar dat is niet het enige. Ik snij mezelf op mijn benen en heupen, want daar valt het minst op. Maar de laatste tijd ook op mijn armen. Ik kleed daarom nooit om met gym om ik spijbel. Het boeit me niet veel meer; de pijn is een soort uitweg van de realiteit, net als drugs, maar dat doe ik af en toe, gewoon een jointje, that's it. Ik ben nu al drie weken clean van beide, wat waarschijnlijk niet voor lang is. Soms heb ik seks met een meisje dat dronken is en ben ik daarna weer weg. Gevoelens eruit neuken, niemand heeft er last van, toch? Elk meisje op school wil mij, ik hen niet. Ik weet niet eens of ik wel hetero ben. Eigenlijk wil ik dat niet eens weten, mijn vader gaat me hoe dan ook vermoorden. Ik loop naar de aula en zie meteen mijn vrienden staan. Nou ja, vrienden kun je het eigenlijk niet noemen. We gaan met elkaar om omdat we populair zijn. Buiten school spreken we nooit af en zien we elkaar ook nooit, behalve als we een feestje hebben. Volgens mij mag ook bijna niemand elkaar, wat me eigenlijk niet boeit, want ik mag geen van hen.

Ik heb op dit moment echt geen zin in hen, dus ik kijk maar wat om me heen. Ineens hoor ik iemand mij roepen. Ik kijk om me heen om te zien wie het is. Robbie. Wat wil hij toch van me? "Matthyas, kom anders hier zitten," hoor ik hem zeggen. Wat denkt hij wel niet? Ik zie hem zitten met de drie andere jongens uit de klas. Ik ken alleen Milo door die opmerking net. Daar heb ik absoluut geen zin in. Ik bedoel, waarom willen ze mij erbij?

Pov Robbie:
We zitten met z'n allen aan een tafel in de aula. Ineens zie ik Matthyas staan en een beetje rondkijken. "Matthyas, kom anders hier zitten," roep ik snel naar hem. Hij kijkt me met een verwarde blik aan. "Nee, wat denk je wel niet, man," zegt hij snel als antwoord en hij loopt naar zijn vrienden. Nou ja, vrienden, volgens mij mogen ze elkaar niet eens, maar goed. "Gast, wat doe jij nou?!" hoor ik de drie jongens naast mij vragen. Ik haal mijn schouders op. "Hij leek zo alleen," zeg ik. Ze kijken me aan, maar gaan gauw verder met het gesprek, dat natuurlijk over Koen zijn vakantie gaat.

(Tijdstip van twee dagen)

Pov Robbie:
Het is twee dagen later en nog steeds denk ik na over Matthyas. Hij is heel anders dan ik dacht. Niet dat ik met hem praat, maar ik weet gewoon zeker dat er iets met hem is, alleen weet ik nog niet wat. Ik zie hem nooit eten, hij spijbelt altijd voor gym of heeft een excuus om niet mee te doen. De jongens zeggen dat ik het moet laten gaan en dat het waarschijnlijk niets is, en stel dat als ik hem zou confronteren, hij me klappen zou geven. Natuurlijk is dat waar, maar ik wil er gewoon voor hem zijn. Ach, misschien hebben de jongens gelijk en moet ik het laten gaan. Ik loop naar de Nederlandse les. Ik moest vanochtend naar de orthodontist, dus ben ik een half uurtje later. Ik loop de klas binnen en zie dat er nog één plek vrij is naast Matthyas, wat logisch is want onze mentor heeft ons gekoppeld voor de komende tijd. Ga ik hem vragen hoe het gaat? Weet je wat, fuck it, we doen het gewoon.
'Hey, uh, Matthyas, ik had een vraagje,' 'Vraag maar raak,' zeggen ze dan,' zegt hij met een kleine glimlach. 'Oké, nou, uhm, hoe zeg ik dit?' 'Zeg maar gewoon snel,' zegt hij op een bozige toon, maar zijn glimlach is er nog wel. Bedoelt hij het sarcastisch? 'Nou, gaat het wel goed met je?' Zijn glimlach vergaat, volgens mij schrikt hij ervan, kanker, straks klapt hij me.

Pov Matthyas:
Kut, hebben ze me door? Moet ik iets zeggen? Vertrouw ik hem wel? Ik denk dat het antwoord op alles nee is. Maar toch wil ik wel wat zeggen. En voelt het stiekem een beetje vertrouwd, maar kan ik zeggen wat er is? Zal ik dan toch openstellen? Nee Absoluut niet.

Wat is er met hem? Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu